Accu type
1202, 1202A, 1222
1200, 1220
1233
1234
1235
LET OP:
• De snellader is uitsluitend bestemd voor het laden van Makita accu's. Gebruik deze nooit voor andere doeleinden of
voor het laden van accu's van andere fabrikanten.
• Een nieuwe accu of een accu die gedurende lange tijd niet werd gebruikt, kan eventueel niet volledig worden gela-
den. Dit is normaal en duidt niet op een defect. Nadat de accu een paar keer volledig is ontladen en herladen, kunt u
deze weer volledig laden.
• Wanneer u de accu van een zojuist gebruikt gereedschap laadt, of een accu die voor langere tijd aan direct zonlicht
of hitte werd blootgesteld, gebeurt het wel eens dat het oplaadlampje in rood knippert. Wacht in zo'n geval een tijdje.
Het laden zal beginnen nadat de accu is afgekoeld. De accu zal sneller afkoelen indien u deze van de snellader ver-
wijdert.
• Indien het oplaadlampje afwisselend in groen en rood knippert, wijst dit op een probleem en is laden niet mogelijk.
De klemmen op de snellader of op de accu zijn vuil of de accu is versleten of beschadigd.
• Als u twee accu's achtereen wilt laden, geef dan de snellader tussendoor 15 minuten rust.
Bijladen (Handhaven van de lading)
Wanneer u een volledig opgeladen accu in de lader laat zitten om spontaan ontladen te voorkomen, zal de lader over-
schakelen naar de "Bijladen (Handhaven van de lading)" stand waardoor de accu vers en in volledig opgeladen toe-
stand wordt gehouden.
Wenken om een maximale levensduur van de accu te handhaven
1.
Laad de accu op alvorens deze volledig is ontladen.
Stop het gebruik van het gereedschap en laad de accu op telkens wanneer u vaststelt dat het vermogen van het
gereedschap verminderd is.
2.
Laad een volledig opgeladen accu nooit opnieuw op.
Wanneer u de accu te veel oplaadt, zal deze minder lang meegaan.
3.
Laad de accu op bij een kamertemperatuur tussen 10°C en 40°C.
Laat een warme accu afkoelen alvorens deze op te laden.
4.
Laad de nikkel-metaalhydride accu op wanneer u deze langer dan zes maanden niet gebruikt.
Instellen van de schaafdiepte (Fig. 3 en 4)
De schaafdiepte kan worden ingesteld in stapjes van 0,1
mm binnen een bereik van 0 – 0,5 mm. Draai de knop op
de voorkant van de machine totdat de wijzer de
gewenste schaafdiepte op de schaal aanwijst.
LET OP:
De knop kan verder dan de 0,5 mm schaalverdeling wor-
den gedraaid. Gebruik de machine echter niet met een
schaafdiepte van meer dan 0,5 mm, aangezien er dan
kans is dat de motor doorbrandt of de accu beschadigd
raakt.
Werking van de trekschakelaar (Fig. 5)
LET OP:
Alvorens de accu in de machine te plaatsen, moet u altijd
controleren of de trekschakelaar juist werkt en bij het los-
laten naar de "OFF" positie terugkeert.
Deze machine is voorzien van een ontgrendelknop, om
te voorkomen dat de trekschakelaar per ongeluk wordt
ingedrukt.
Om de machine te starten, drukt u de ontgrendelknop in
en daarna drukt u de trekschakelaar in. Om de machine
te stoppen, laat u de trekschakelaar los.
All manuals and user guides at all-guides.com
Capaciteit (mAh)
2 000
1 300
2 200
2 600
3 000
Aantal cellen
10
10
10
10
10
Schaven (Fig. 6)
Leg eerst het voorste zoolvlak plat op het oppervlak van
het werkstuk, zonder dat de messen nog iets aanraken.
Schakel de machine in en wacht totdat de messen op
volle snelheid draaien. Hierna beweegt u de machine
langzaam vooruit. Oefen druk uit op het voorste gedeelte
van de machine als u begint te schaven en op het achter-
ste gedeelte als het einde nadert. Het schaven gaat
gemakkelijker als u het werkstuk een beetje schuin
houdt, zodat u schaaft met de machine iets naar bene-
den gericht.
De snelheid waarmee u schaaft en de schaaftdiepte
bepalen het resultaat. De snelheid van de machine zelf is
zodanig dat de spanen nooit klemraken. Voor ruw scha-
ven kunt u de schaafdiepte vermeerderen, terwijl voor
een goede afwerking de schaafdiepte verminderd moet
worden en de machine langzamer vooruitbewogen dient
te worden.
Oplaadtijd met
ca. 45 min.
ca. 30 min.
ca. 50 min.
ca. 60 min.
ca. 70 min.
23