NL
MONTAGE EN BEDIENING
Montage van de lift
De lift moet worden gemonteerd voordat deze kan worden gebruikt.
Bevestig de wielarmen aan de liftvoet met de schroeven (II). Onder elke schroefkop moet een veerring worden geplaatst.
Steek de wielbouten door de gaten aan de uiteinden van de armen en bevestig ze met behulp van de moeren (III). Onder elke
moer moet een platte sluitring worden geplaatst.
Plaats het zadel (IV) op de liftzuiger.
De neerlaatknop is uitgerust met een terugstelveer. De ruststand maakt het mogelijk om de last op te tillen. Door de knop met de
klok mee te draaien wordt het zadel van de lift verlaagd. Hoe groter de draaihoek ten opzichte van de ruststand, hoe groter de
snelheid waarmee het zadel wordt neergelaten. Houd de gedraaide draaiknop ingedrukt tot de verlaging is voltooid. Als de knop
wordt losgelaten, keert deze automatisch terug naar de rustpositie en stopt het neerlaten van het zadel van de lift.
Draai voor het begin van de werkzaamheden de olievuldop (V) los, draai de neerlaatknop (VI) in deze positie los en houd deze in
deze positie en voer vervolgens enkele volledige pompcycli met het pedaal uit om een goede verdeling van de hydraulische olie te
garanderen en lucht uit het hydraulische systeem te verwijderen. Laat vervolgens de neerlaatknop los en draai de olievuldop vast.
Het is noodzakelijk om voor elk gebruik alle schroefverbindingen te controleren en aan te draaien. Dit verhoogt de gebruiksveilig-
heid en verlengt de levensduur van de lift.
Neerlaten
Zorg ervoor dat de te laten zakken last geen letsels veroorzaakt bij de bediener voordat hij zakt. Zorg er ook voor dat de liftbedie-
ner de lift en de last in het zicht heeft wanneer hij/zij bewegingen maakt.
Bereid het te laten zakken onderdeel voor door alle delen van de voertuigstructuur los te schroeven, die het vrije neerlaten van
de last zouden kunnen hinderen.
Verplaats de lift onder de te laten zakken last. Pomp het pedaal in tot het zadel van de lift in contact komt met de te laten zakken
last. Let op de centrale positie van het zadel ten opzichte van het zwaartepunt van de last. Maak de haken los, draai de schroeven
los die de lading in de voertuigstructuur vasthouden. Observeren hoe de last zich gedraagt in het zadel van de lift. Als de lift neigt
te kantelen, verbeter dan de positie van de last in het zadel.
Draai langzaam aan de neerlaatknop en het zadel begint te zakken. Controleer de verplaatsing van de lading totdat deze volledig
is neergelaten. Laat de knop los en beweeg de lift met de lading voorzichtig van onder het voertuig. Let er bij het laten zakken van
de last op dat het zadel van de lift of de last aan de structurele onderdelen van het voertuig kan bekneld raken, wat kan leiden tot
een verlies van stabiliteit van de lift en/of het voertuig. Stop in dit geval onmiddellijk met het neerlaten en verwijder het obstakel.
Opheff en
Voordat met heff en wordt begonnen, moet u zich ervan vergewissen dat de liftoperator de lift en de last in het zicht heeft wanneer
hij/zij bewegingen uitvoert.
Zorg ervoor dat de neerlaatknop in de ruststand staat. Start het pompen door het pedaal in te drukken en los te laten. Het zadel
van de lift gaat omhoog. Wanneer de gewenste hoogte is bereikt, de lading vastzetten, bijv. door deze aan de voertuigconstructie
te bevestigen, laat dan het zadel van de lift zakken en verwijder de lift van onder het voertuig.
Onderhoud
Als de lift niet in gebruik is, moet de liftzuiger in de onderste stand staan. Dit voorkomt corrosie van het zuigeroppervlak.
De lift moet schoon worden gehouden en de buitenste bewegende delen van de lift moeten ten minste om de 10 bedrijfsuren
worden gesmeerd.
Ontluchting van het hydraulische systeem
De volgende activiteiten moeten worden uitgevoerd in een gespecialiseerd servicecentrum.
Van tijd tot tijd hopen zich luchtbellen op in het hydraulische systeem van de lift. Dit kan de eff ectiviteit van de lift verminderen. Als
dit het geval is, ontlucht dan het hydraulische systeem van de lift.
Plaats de lift zo dat de olietank verticaal staat. Draai voor het begin van de werkzaamheden de olievuldop (V) los, draai de neer-
laatknop (VI) in deze positie los en houd hem in deze positie en voer vervolgens enkele volledige pompcycli met het pedaal uit
om een goede verdeling van de hydraulische olie te garanderen en om de lucht uit het hydraulische systeem te verwijderen. Laat
vervolgens de neerlaatknop los en draai de olievuldop vast.
Controleer de werking van de lift en herhaal zo nodig de ontluchting.
O O R S P R O N K E L I J K E
I N S T R U C T I E S
48