Bijregelen van de
klankbeelden
U kunt de klankbeelden naar wens aanpassen
door de akoestiekparameters en de
geluidssterkte-parameters voor de luidsprekers
voor, midden en achter zo in te stellen dat het
geluid in uw luisterruimte optimaal klinkt.
Wanneer u een klankbeeld bijgeregeld heeft,
zullen de nieuwe instellingen in het geheugen
bewaard blijven, tenzij de versterker langer dan
twee weken geen stroom krijgt. Om een
bijgeregeld klankbeeld opnieuw te wijzigen,
hoeft u enkel de gewenste veranderingen aan te
brengen.
In het overzicht op blz. 30 kunt u zien met
welke parameters u een bepaald klankbeeld
kunt bijregelen.
Voor de beste weergave van
meerkanaals Surround Sound
Zorg voor een juiste luidspreker-opstelling en
volg de aanwijzingen onder "Luidspreker-
opstelling voor meerkanaals Surround
akoestiek" vanaf blz. 13 alvorens u een
klankbeeld gaat aanpassen.
Aanpassen van de
luidsprekerniveau-parameters
Het LEVEL luidspreker-instelmenu biedt een
aantal parameters waarmee u de balans en de
geluidssterkte van elke luidspreker naar wens
kunt instellen. De instellingen die u in dit menu
maakt, zijn van toepassing op alle klankbeelden.
1
Start de weergave van een geluidsbron
die is gecodeerd met een meerkanaals
Surround geluidsspoor.
2
Druk op de LEVEL toets.
De toets licht op en de eerste parameter
wordt aangegeven.
3
Druk op een cursortoets (U of u) om in
te stellen op de parameter die u wilt
bijregelen.
4
Druk op de + of – toets om de gewenste
waarde voor de parameter te kiezen.
De gekozen instelling wordt automatisch
vastgelegd.
NL
22
Oorspronkelijke instellingen
Parameter
FRONT BALANCE*
SURR BALANCE*
CENTER LEVEL*
SURR LEVEL*
SUB WOOFER LEVEL*
LFE MIX LEVEL
DYNAMIC RANGE COMP
* Deze parameters kunnen afzonderlijk worden
ingesteld voor de MULTI CH IN geluidsbron.
Voorluidspreker-balans (
Hiermee stelt u de weergave via de linker en
rechter voorluidsprekers evenwichtig in.
Achterluidspreker-balans (
Hiermee stelt u de weergave via de linker en
rechter achterluidsprekers evenwichtig in.
Geluidssterkte van de
middenluidspreker (
Hiermee kiest u de optimale geluidssterkte voor
de middenluidspreker.
Geluidssterkte van de
achterluidsprekers (
Hiermee kiest u de optimale geluidssterkte van
de linker en rechter achterluidsprekers.
Geluidssterkte van de lagetonen-
luidspreker (
)
SW
Hiermee regelt u de geluidssterkte van de
lagetonen-luidspreker.
LaagFrequentEffect mengniveau (
Met deze parameter kunt u de geluidssterkte
bijregelen van het afzonderlijke LFE (Low
Frequency Effect) kanaal dat wordt weergegeven
via de lagetonen-luidspreker, zonder hierbij de
gewone lage tonen te beïnvloeden die door de
Dolby Digital of DTS basverdelingscircuits van de
voor-, midden- en achterkanalen worden
overgeheveld naar de aparte lagetonen-luidspreker.
• Bij het LFE mengniveau "0 dB" wordt het volledige
LFE signaal uitgestuurd op het mengniveau dat is
gekozen door de opnamestudio-technicus.
• Om de weergave van het LFE lagetonenkanaal
door de lagetonen-luidspreker te dempen, kiest u de
"OFF" stand. De lage tonen van de voor-, midden-
en achterkanalen die door de basverdelingscircuits
worden overgeheveld naar de lagetonen-luidspreker
worden echter wel weergegeven, volgens de keuze
gemaakt voor elk luidsprekerpaar bij de
luidspreker-instellingen (zie blz. 16 en 17).
Oorspronkelijke
instelling
BALANCE
BALANCE
CTR 0 dB
SURR 0 dB
S.W. 0 dB
L.F.E. 0 dB
COMP. OFF
)
L
R
)
SR
SL
)
C
)
SL
SR
)
LFE