Laadspanning als de accu bijna vol
18
is (float)
19
Minimale batterijspanning
24
Alarm
25
Toetsgeluiden
29
Opladen afhankelijk van verbruik
Om alle parameters terug te zetten naar de fabrieksinstellingen, drukt u lang op de "SEL"-knop, selecteert u de "DEF"-optie en
drukt u nogmaals lang op de "SEL"-knop om te bevestigen. Start het apparaat opnieuw op.
BEDRIJFSMODI
Werkingswijze
Foutmodus:
Oplaadmodus batterij
Directe modus
Batterijmodus
FOUTCODES
02
03
04
05
06
07
Beschrijving
Als er een fout optreedt in de
bedieningsmodus van het apparaat,
gaat
het
foutmodus en wordt de foutcode op het
scherm weergegeven
Hiermee wordt de externe batterij
opgeladen
Op deze manier krijgt de uitgang
zijn stroom direct van de ingang en
laadt tegelijkertijd de batterij op. Als
de
ingangsspanning
waarde heeft dan het geaccepteerde
bereik (200 ~ 240V), wordt de AVR-
functie
Wanneer de ingangsspanning zich
abnormaal
apparaat automatisch over naar de
batterijmodus.
Op deze manier krijgt de output zijn
stroom van de batterij.
Hoge temperatuur
Accuspanning te hoog
Accuspanning te laag
Kortsluiting op uitgang
Hoogspanning op de uitgang van
de omvormer
Overbelasten
13,5 ~ 13,7 V (standaard ingesteld op 13,5 V)
10,0 ~ 12,0 V (standaard ingesteld op 10,5 V)
= ingeschakeld (standaardinstelling)
= GEHANDICAPT
= ingeschakeld (standaardinstelling)
= GEHANDICAPT
= ingeschakeld (standaardinstelling)
= GEHANDICAPT
automatisch
naar
een
andere
automatisch
geactiveerd.
gedraagt,
schakelt
Ingangsspanning te laag
41
Ingangsspanning te hoog
42
Frequentie ingangssignaal te laag
43
Frequentie ingangssignaal te
44
hoog
AVR-fout
45
Stroom te hoog
51
41
Scherm
de
het
NL