Kijk door de zoeker en focusseer op een object
ver weg. Draai de voorste lensfitting (23) in de
een of andere richting, tot het object scherp
wordt. Draai de contraring (23a) nu in de richting
van de lensfitting.
8. Beschermkappen
Om het binnenwerk van de telescoop voor stof
en vuil te beschermen, wordt de opening van de
tubus beschermd door een kap (25). Zo zit er
ook een beschermkap (21) aan de oculair-fixeer-
ring (6) (afb. 1).
2%
E
1@
Haal deze kappen van de openingen als je ob-
servaties gaat doen.
44
9. Flexibele assen
Om de exacte fijnafstelling van de declinatie- en
uuras te vereenvoudigen, worden de flexibele
assen tegen de houders van het assensysteem
aangezet.
2^
2&
1#
De lange flexibele as (14) (afb. 1) wordt evenwi-
jdig aan de telescoop-tubus gemonteerd. Deze
wordt met een klemschroef (16, 17) bevestigd
aan de betreffende uitsparing in het assensys-
teem.
De korte flexibele as (15) (afb. 1) wordt aan de
zijkant gemonteerd. Deze wordt met een klem-
schroef (16, 17) bevestigd aan de betreffende
uitsparing in het assensysteem. Je telescoop is
nu klaar voor gebruik.
STAP II – Het gebruik van de telescoop
1. Bediening – montering
Je telescoop beschikt over een montering,
waarmee je je telescoop op twee manieren kunt
gebruiken.
A: Azimutaal = Ideaal voor aardse waarnemin-
gen (van de dingen die je buiten ziet)
B: Parallactisch = Ideaal voor de waarneming van
hemellichamen (astronomische observaties)
1$
1%
2(
1$
Bij A:
Bij de azimutale opstelling wordt de telescoop
horizontaal en verticaal gedraaid.
2*