BEDIENINGSINSTRUCTIES
1
EEN BOORKOP PLAATSEN IN EN VERWIJDEREN UIT DE SDS
Bij het vervangen van de boren er op letten dat de
stofbeschermingskap (2) niet wordt beschadigd.
— PLAATSEN
Boren voor het plaatsen reinigen en licht invetten. Het stofvrije
toebehoren draaiend in de gereedschapopname duwen tot het
vastklikt. De boor wordt automatisch vergrendeld. Vergrendeling
controleren door aan het toebehoren te trekken.
— VERWIJDEREN
Trek de boorkop naar achteren (3) en trek de SDS boor uit de
boorkop.
Waarschuwing! Uw nieuwe WORX-klopboor genereert een
hoge kracht om uw werk snel en effectief uit te voeren. Door deze
kracht kunnen SDS-boorkoppen van minderwaardige kwaliteit breken
of blokkeren in de boorkophouder. Wij raden u daarom aan alle SDS-
boorkoppen van hoge kwaliteit te gebruiken met dit gereedschap.
2
VERSTELBARE HANDGREEP VOOR (Zie B)
Zet het handvat op de boor en draai deze naar de gewenste
werkstand. Draai, om het zijhandvat te klemmen, de greep tegen de
klok in. Draai, om het zijhandvat los te maken, de greep met de klok
mee.
Waarschuwing: Gebruik altijd het hulphandvat.
3
DIEPTESTOP (Zie B)
Zet de boor op de boorkop. Maak de dieptestop los door de hendel
met de klok mee te draaien. Verschuif de dieptestop totdat de afstand
tussen het eind van de dieptestop en het eind van de boor gelijk is
aan de diepte van het gat of de schroef dat u wilt boren. Klem dan de
dieptestop door de hendel tegen de klok in te draaien.
4
AAN/UITSCHAKELAAR (Zie C)
Druk hierop om te starten en laat hem los om te stoppen.
— AAN/UITSCHAKELAAR MET SNELHEIDSREGELING
Druk hierop om te starten en laat hem los om te stoppen. De
machine heeft een schakelaar voor variabele snelheid, zodat de
snelheid stijgt als u de trekker verder intrekt – de snelheid wordt
bepaald door de mate waarin u de trekker intrekt.
5
VERGRENDELING SCHAKELAAR (Zie C)
De schakelaar kan vergrendeld worden in de UIT-stand. Hierdoor
vermindert de kans op het onopzettelijk inschakelen van de boor. Om
de schakelaar te vergrendelen, plaatst u de keuzeschakelaar van de
draairichting in de middelste stand.
6
VOOR- EN ACHTERWAARTSE DRAAI INSTELLING (Zie C)
Voor boren en het draaien van schroeven moet u voorwaarts draaien,
dit wordt met "
"aangegeven (de hendel staat naar links). Gebruik
het achterwaarts boren ( "
schroeven te verwijderen of een vastzittende boor los te maken.
Waarschuwing: Verander de draairichting nooit wanneer
het gereedschap draait, wacht tot deze gestopt is.
7
SELECTIE FUNCTIEMODUS (Zie D)
Het gebruik van het apparaat voor elke toepassing wordt ingesteld
met de selectieschakelaar voor de functiemodus (4). Om te
schakelen tussen de functies drukt u op de ontgrendelingsknop
(10) en draait u de selectieschakelaar naar de gewenste
bedieningsmodus.
56
", de hendel staat naar rechts) om