Comunello Automation DART SLIM SYNC Manual Del Usuario página 29

Beide coderingen moeten op geschikte wijze op hetzelfde moment
geselecteerd worden, op het moment van de installatie, zowel op de
zender als op de ontvanger.
PROGRAMMERING ZENDER
• De zender (TX) is in de fabriek ingesteld met een zendvermogen van 10
meter, onder optimale omstandigheden: Dip-switch nr.1 van de SW1 op
stand "OFF" (afb. 11).
• Door de dip-switch nr. 1 van de SW1 te verplaatsen naar de stand "ON",
wordt een maximale afstand van 20 verkregen, onder optimale omstan-
digheden (afb. 12).
Selectie codering "A" en "B" voor de werking (door middel van dip-
switch nr. 2 van de SW1)
De fotocel heeft twee gecodeerde kanalen "A" en "B" voor de werking,
afb. 13 en 14.
Let goed op dat de coderingen op dezelfde manier geselecteerd worden,
zowel op de zender als op de ontvanger.
De codering van de werking "A" of "B" gebeurt door middel van de dip-
switch nr. 2 van de SW1:
• Dip-switch nr. 2 van de SW1 stand OFF: Werking codering A (fabrieksin-
stelling), afb. 13.
• Dip-switch nr. 2 van de SW1 stand ON: Werking codering B, afb. 14.
PROGRAMMERING ONTVANGER
Selectie relaiscontact NO/NC (door middel van Jumper J1) - afb. 15 en
16
Het is mogelijk op het type van het relaiscontact NO (normaal open) of NC
(normaal gesloten) te selecteren.
• J1 stand 1-2: NO-Relaiscontact.
• J1 stand 2-3: NC-Relaiscontact (fabrieksinstelling).
Selectie codering "A" en "B" voor werking (door middel van Jumper J2)
- afb. 15 en 17
De fotocel heeft twee gecodeerde kanalen "A" en "B" voor de werking,
afb. 17.
Let goed op dat de coderingen op dezelfde manier geselecteerd worden,
zowel op de zender als op de ontvanger.
De codering van de werking "A" of "B" gebeurt door middel van de jum-
per "J2":
• J2 stand 1-2: Werking codering B.
• J2 stand 2-3: Werking codering A (fabrieksinstelling).
Controle uitlijning zender-ontvanger
De ontvanger (afb. 15) heeft een led 1 die aangeeft wanneer het paar
fotocellen is uitgelijnd.
De led 1 blijft continu branden wanneer de infraroodstraal is uitgelijnd en
gaat uit als de infraroodstraal wordt onderbroken.
Controle kwaliteit ontvangen signaal (led 2)
Op de ontvanger (afb. 15) is de led 2 aanwezig die knippert op basis van
de kwaliteit van het signaal ontvangen van de gekoppelde zender.
Het aantal knipperingen is evenredig aan de intensiteit van het ontvangen
signaal:
• vier knipperingen = maximale signaalsterkte.
• één knippering = onvoldoende signaalsterkte.
TEST
Test de correcte werking van de fotocellen.
VERVANGING KAART
Indien nodig, kan de kaart worden vervangen zoals weergegeven op de
afbeelding 9.
VERWIJDERING
Enkele onderdelen van het product kunnen gerecycled worden,
terwijl anderen, zoals bijvoorbeeld de elektronische onderdelen
verwijderd moeten worden in overeenstemming met de regelge-
ving van kracht in het land van installatie.
Enkele onderdelen kunnen mogelijk vervuilende stoffen bevatten die niet
in het milieu verspreid mogen worden.