7
Functietoetsen en display
UP
DOWN
PROG
• Druk op de toetsen UP
• Gebruik de toetsen + en - om de waarde van de parameter te wijzigen. De waarde begint te knipperen.
• Houd de toets + of de toets - ingedrukt zodat de waarde snel overlopen worden, en de wijziging sneller kan uitgevoerd
worden.
• Om de ingestelde waarde te bewaren, moet enkele seconden gewacht worden of moet een andere parameter bereikt
worden met de toetsen UP
opgeslagen.
• De waarden kunnen enkel gewijzigd worden wanneer de motor niet draait. De raadpleging van de parameters is altijd
mogelijk.
8
Inschakeling en inbedrijfsstelling
Schakel de stroomtoevoer naar de regeleenheid in.
Onmiddellijk daarna geeft de display de modus van de status van de bedieningen en de veiligheden weer. Zie hoofdstuk 7.
9
Bedrijfsmodus display
9.1
Modus van weergave parameters
WAARDE
PARAMETER
PARAMETER
Voor de gedetailleerde beschrijving van de parameters wordt verwezen naar hoofdstuk 11.
TOETS
TEST
om de te wijzigen parameter weer te geven.
of DOWN
. De display knippert snel, wat aanduidt dat de nieuwe instelling wordt
1
BESCHRIJVING
UP
Volgende parameter
Vorige parameter
DOWN
+
Toename met 1 van de waarde van de parameter
-
Afname met 1 van de waarde van de parameter
PROG
Lering van de slag
TEST
Activering van de TEST modus
00
213