gevaar!
6.2 Instructies voor het correct werken
Plaats het gereedschap aan het begin van het
te bewerken stuk grond en hou het aan de schu-
ifbeugel goed vast voordat u het gereedschap
inschakelt.
Leid de freesmessen over het te bewerken vlak.
Om een keurig bewerkte grond te bereiken leidt
u het gereedschap in zo recht mogelijke banen.
De banen moeten elkaar steeds met enkele cen-
timeters overlappen zodat er geen stroken blijven
staan.
Zet de motor op tijd stop als u aan het einde van
het te bewerken vlak bent aangekomen. Voordat
u het gereedschap opheft (b.v. om van richting te
veranderen) dient u de motor stop te zetten.
De onderkant van het gereedschap schoon
houden en aangekoekte aarde beslist verwijde-
ren. Aankoekingen bemoeilijken het starten en
verminderen de werkdiepte.
Op hellingen moet de werkrichting dwars t.o.v.
de helling verlopen. Voordat u eender welke con-
troles van de freesmessen verricht dient u zeker
de motor stop te zetten en de netstekker uit het
stopcontact te verwijderen.
Waarschuwing!
De freesmessen blijven na het stopzetten van
de motor nog enkele seconden draaien. Pro-
beer deze nooit te stoppen. Indien de draai-
ende freesmessen een voorwerp raken, het
gereedschap uitschakelen en wachten tot de
freesmessen helemaal stilstaan. Controleer daar-
na de toestand van de freesmessen. Indien die
beschadigd zijn moeten ze worden vervangen.
Leg de gebruikte aansluitkabel van het ge-
reedschap in bochten voor het gebruikte stop-
contact op de grond klaar. Werk al weggaand van
het stopcontact of de kabel en let er op dat de
aansluitkabel van het gereedschap steeds op de
reeds bewerkte grond ligt om te voorkomen dat u
met de freesmessen over de kabel rijdt.
7. Vervanging van de
netaansluitleiding
Gevaar!
Als de netaansluitleiding van dit apparaat be-
schadigd wordt, dan moet hij door de fabrikant
of diens klantendienst of door een gelijkwaardig
gekwalifi ceerde persoon vervangen worden, om
gevaren te vermijden.
Anl_GC_RT_7530_SPK2.indb 37
Anl_GC_RT_7530_SPK2.indb 37
NL
8. Reiniging, onderhoud en
bestellen van wisselstukken
Gevaar!
Onderhouds- en schoonmaakwerkzaamheden
op het gereedschap mogen enkel worden verricht
en de beschermende inrichtingen mogen enkel
verwijderd nadat de motor is stopgezet en de
netstekker uit het stopcontact is verwijderd.
8.1 Reiniging
•
Hou de veiligheidsinrichtingen, de ventila-
tiespleten en het motorhuis zo veel mogelijk
vrij van stof en vuil. Wrijf het toestel met een
schone doek af of blaas het met perslucht bij
lage druk schoon.
•
Het is aan te bevelen het toestel direct na elk
gebruik te reinigen.
•
Reinig het toestel regelmatig met een vochti-
ge doek en wat zachte zeep. Gebruik geen
reinigings- of oplosmiddelen; die zouden de
kunststofcomponenten van het toestel kun-
nen aantasten. Let er goed op dat geen water
in het toestel terechtkomt. Door binnendrin-
gen van water in een elektrische apparatuur
verhoogt het risico van een elektrische schok.
8.2 Vervangen van de freesmessen
Om veiligheidsredenen is het aan te raden de
freesmessen door een geautoriseerde vakman te
laten vervangen (zie adres op de garantiekaart).
Let op!
Werkhandschoenen dragen!
Gebruik enkel origineel wisselstukken omdat
anders de functie en de veiligheid mogelijk niet
gewaarborgd zijn.
8.3 Onderhoud
Zorg ervoor dat alle bevestigingselementen
(schroeven, moeren enz.) steeds goed aange-
haald zijn zodat u veilig met het gereedschap
kunt werken.
Bewaar het gereedschap in een droge ruimte.
Voor een lange levensduur moeten alle metalen
onderdelen worden gereinigd en daarna geolied.
Maak de onderdelen van kunststof zoveel mogeli-
jk schoon d.m.v. een borstel of vod. Gebruik geen
oplosmiddelen om vuil te verwijderen.
Aan het einde van het seizoen voert u een alge-
mene controle van het gereedschap uit en verwij-
dert u alle aankoekingen.
Telkens voor begin van het seizoen beslist de to-
estand van het gereedschap controleren. Wend u
bij herstellingen tot onze serviceplaats (zie adres
- 37 -
13.11.14 17:21
13.11.14 17:21