GGP ITALY SV 213 E Manual De Instrucciones página 95

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 48
Residual  Current  Device)  met  een  ontkoppelingsstroom  van 
maximum 30 mA.
2)  De blijvende aansluiting van om het even welk elektrisch ap-
paraat  op  het  elektriciteitsnet  van  het  gebouw  moet  uitgevoerd 
worden door een gekwalificeerd elektricien, conform de gelden-
de  wetgeving.  Een  niet  correct  uitgevoerde  aansluiting  kan  ern-
stige  persoonlijke  letsels  veroorzaken  en  zelfs  de  dood  tot  ge-
volg hebben.
3)  LET OP: GEVAAR! Vocht en elektriciteit gaan niet samen:
–    d e  elektrische  kabels  worden  altijd  in  droge  omstandigheden 
gehanteerd en aangesloten;
–    b reng een elektrisch stopcontact of kabel nooit in contact met 
een natte zone (plas of vochtig gras);
–    d e aansluitingen tussen de kabels en de contacten moeten al-
tijd van het waterdichte type zijn. Gebruik verlengsnoeren met 
volledige  waterdichte  en  gehomologeerde  stekkers,  die  ver-
krijgbaar zijn in de handel.
4)  De toevoerkabels moeten van goede kwaliteit zijn, m.a.w. niet 
minder  dan  het  type  H05RN-F  of  H05VV-F  met  een  minimale 
doorsnede  van  1.5  mm2  en  een  maximaal  aanbevolen  lengte 
van 25 m.
5)  Gebruik de machine nooit als de toevoerkabel of het verleng-
snoer beschadigd of versleten zijn.
6)  Verbind nooit een beschadigde kabel aan het stopcontact en 
raak een beschadigde kabel die verbonden is aan het stopcon-
tact  nooit  aan.  Een  beschadigde  of  versleten  kabel  kan  contact 
met de delen onder spanning veroorzaken.
7)  Haak het verlengsnoer vast aan de snoerhouder vooraleer de 
machine in te schakelen. Gebruik de kabelhouderhaak zoals aan-
gegeven in dit handboekje, om te voorkomen dat de kabel per on-
geluk loskomt maar zorg ervoor dat de stekker correct en zonder 
te forceren in het stopcontact gevoerd wordt.
8)  Houd de kabels ver van de rotor met priktanden. De rotor met 
priktanden  kan  de  kabels  beschadigen  en  in  aanraking  komen 
met de onderdelen onder spanning. 
9)  Trek de machine nooit met de toevoerkabel en trek nooit aan 
de kabel om deze uit het stopcontact te trekken. Stel de kabel niet 
bloot aan warmtebronnen of laat hem niet in aanraking met olie, 
oplosmiddelen of scherpe voorwerpen.
F) TRANSPORT EN VERPLAATSING
1)  Telkens wanneer de machine verplaatst, geheven, vervoerd of 
overgeheld moet worden, is het noodzakelijk:
–  stevige werkhandschoenen te dragen;
–    n eem de machine vast op punten waar u een stevige grip hebt, 
rekening houdend met het gewicht en de spreiding van het ge-
wicht;
–    d oe een beroep op een toereikend aantal personen die het ge-
wicht  van  de  machine  kunnen  heffen,  volgens  de  kenmerken 
van het transportmiddel of de plaats waar de machine opgeno-
men of opgesteld moet worden.
2)  Bevestig de machine tijdens het vervoer goed met touwen of 
kettingen.
GEBRUIKSNORMEN
OPMERKING De overeenstemming tussen de verwijzingen in de
tekst en de daarbij horende afbeeldingen (op de pagina's 2 en
daaropvolgende) wordt gegeven door het nummer dat elk para-
graaf voorafgaat.
1. VERVOLLEDIG DE MONTAGE
OPMERKING De machine kan mogelijk geleverd worden met
sommige onderdelen reeds gemonteerd.
LET OP – De machine moet op een vlakke en stevige onder-
grond  uitgepakt  en  gemonteerd  worden,  met  voldoende 
bewegingsruimte  voor  de  machine  en  de  verpakking,  en 
steeds met gebruik van geschikte werktuigen.
De verpakking moet volgens de plaatselijk geldende bepalin-
gen worden afgevoerd.
1.1 MONTAGE VAN DE STEEL
Steek het onderste deel van de steel (1) In de gaten van het chas-
sis en zet dit vast met de bijgeleverde schroeven (2). 
Bevestig  de  twee  centrale  delen  (4)  aan  het  onderste  deel  (1), 
met behulp van de bijgeleverde knopjes (4) en schroeven, zoals 
aangegeven.
Bevestig    de    snoerhouder    (6)    op    de    aangegeven    positie       
en    bevestig deze met de schroef en de moer (7).
Monteer het bovenste deel van de steel (8) gebruik makend van 
de bijgeleverde knopjes (5) en schroeven, zoals aangegeven.
Bevestig de snoerhouder (9) op de aangegeven po-
sitie    en    haak de elektrische kabel (10) vast.
1.2 MONTAGE VAN DE ZAK
Steek het frame (1) in de zak (2) en haak alle plastic profielen vast 
(3), met behulp van een schroevendraaier, zoals aangegeven in 
de afbeelding.
2. BESCHRIJVING VAN DE COMMANDO'S
OPMERKING De betekenis van de symbolen op de knoppen
wordt verklaard op de volgende pagina's.
2.1 SCHAKELAAR MET TWEEVOUDIGE BEDIENING
De  motor  wordt  bediend  door  een  schakelaar  met  tweevoudige 
bediening, om ongewild opstarten te verhinderen. 
Voor het opstarten, drukt men de toets (2) in en trekt men aan de 
hendel (1).
LET OP – Bij het opstarten van de motor wordt tegelijkertijd 
ook de rotor ingeschakeld.
De motor stopt automatisch wanneer men de hendel (1) loslaat.
2.2 AFSTELLER VAN DE WERKDIEPTE
De hendel (1) staat toe de positie van de rotor op vier verschillen-
de hoogtes af te stellen en dus de werkdiepte van de priktanden 
van de rotor in het terrein te wijzigen.
LET  OP  –  De  overgang  van  de  ene  positie  naar  de  andere 
moet uitgevoerd worden wanneer de motor uitgeschakeld is 
en de rotor stilstaat.
3. GEBRUIK VAN DE MACHINE
3.1 VOORBEREIDING VAN DE ROTOR
De machine wordt geleverd met twee verschillende rotoren met 
priktanden,  die  in  functie  van  het  gewenste  type  werk  gebruikt 
moeten worden:
–    m et veren (1), voor het harken en oppervlakkig ventileren van 
het terrein;
–    m et stijve messen (2) voor de verticutering van het terrein.
Om de rotor te demonteren:
–    k oppel de machine los van het elektriciteitsnet.
8

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido