– Doe eventueel bij gebruik van grote recipiënten het spuit-
materiaal in een kleinere overgietemmer 12 (bijv. 10 l
muurverf in een lege emmer van 2,5 of 5,0 l).
– Houd met een hand het spuitpistool vast en draai
met de andere hand het reservoir 7 in de richting
van het openen-symbool.
– Trek het spuitpistool van het reservoir 7.
– Als u reeds aangebroken spuitmateriaal gebruikt, leg dan
de grondig gereinigde filterzeef 11 op het reservoir 7 om
bij het vullen eventuele verfbrokken tegen te houden.
– Vul het spuitmateriaal maximaal tot aan de 1000-marke-
ring in het reservoir 7.
– Plaats het spuitpistool op het reservoir 7. Draai het
reservoir 7 in de richting van het sluiten-symbool
tot de sluitring 6 hoorbaar vastklikt.
– Spuit bij wijze van proef op een testoppervlak. (zie „Spui-
ten", pagina 71)
Als u een optimaal spuitbeeld krijgt, kan het spuiten begin-
nen.
of
Als het spuitresultaat niet naar tevredenheid is of als er geen
verf naar buiten komt, gaat u te werk zoals beschreven onder
„Storingen verhelpen" op pagina 73.
Ingebruikneming
Let op de netspanning! De spanning van de stroombron
moet overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje
van het elektrische gereedschap.
Let erop dat de basiseenheid tijdens het gebruik geen
stof of ander vuil kan aanzuigen.
Let erop dat u nooit op de basiseenheid spuit.
Onderbreek de spuitbewerking als tijdens het spuiten
vloeistof op andere plaatsen dan de daarvoor bestem-
de spuitkop naar buiten komt en brengt het spuitpi-
stool opnieuw in reglementaire toestand. Er bestaat ge-
vaar voor elektrische schokken.
Spuit niet op uzelf, andere personen of dieren.
Inschakelen (zie afbeelding D)
Om energie te sparen, schakelt u het fijnspuitsysteem alleen
in als u het gebruikt.
– Controleer of de juiste spuitkop gemonteerd is (zie „Spuit-
kop vervangen", pagina 70).
– Steek de netstekker in het stopcontact.
– Neem het spuitpistool in uw hand en richt het op het spuit-
oppervlak.
– Zet voor het regelen van de luchthoeveelheid de schuif-
schakelaar 24 op de gewenste toepassing (zie ook „Lucht-
hoeveelheid instellen", pagina 72).
– Druk de bedieningsschakelaar 5 op het spuitpistool in.
Opmerking: Als de basiseenheid ingeschakeld is, stroomt er
uit de sproeier altijd lucht.
Uitschakelen
– Laat de bedieningsschakelaar 5 los en schuif de schuif-
schakelaar 24 helemaal naar links (positie ).
– Trek de netstekker uit het stopcontact.
Bosch Power Tools
Tips voor de werkzaamheden
Spuiten (zie afbeeldingen E –H)
Opmerking: Houd rekening met de windrichting wanneer u
het elektrische gereedschap buitenshuis gebruikt.
– Spuit eerst bij wijze van proef en stel het spuitbeeld en de
hoeveelheid spuitmateriaal in naar gelang het gebruikte
spuitmateriaal. (zie voor instellingen de volgende gedeel-
ten)
– Houd het spuitpistool absoluut op een gelijkmatige afstand
van 20 –25 cm verticaal t.o.v. het spuitobject.
– Begin met spuiten buiten het spuitoppervlak.
– Beweeg het spuitpistool afhankelijk van de spuitbeeldin-
stelling gelijkmatig heen en weer of omhoog en omlaag.
Er ontstaat een gelijkmatige oppervlaktekwaliteit als de
banen elkaar 4 – 5 cm overlappen.
– Bij spuitwerkzaamheden aan liggende objecten of bij bo-
venhandse spuitwerkzaamheden dient u het spuitpistool
lichtjes schuin te houden en zich naar achteren van het be-
spoten vlak weg te bewegen.
Struikelgevaar! Let op mogelijke hindernissen in de
ruimte.
– Voorkom onderbrekingen binnen het spuitoppervlak.
Een gelijkmatige beweging van het spuitpistool leidt tot een
gelijkmatige kwaliteit van het oppervlak.
Een ongelijkmatige afstand en spuithoek leidt tot een sterke
verfnevelvorming en daarmee tot een ongelijkmatig oppervlak.
– Beëindig het spuiten buiten het spuitoppervlak.
Spuit het reservoir voor het spuitmateriaal nooit helemaal
leeg. Als de stijgbuis niet meer in het spuitmateriaal reikt,
breekt de spuitstraal af en er ontstaat een ongelijk oppervlak.
Als zich spuitmateriaal aan de luchtkap 2 of de spuitkop afzet,
reinig de componenten dan met de meegeleverde reinigings-
borstel 25.
Spuitbeeld instellen (zie afbeelding I)
Bedien nooit de bedieningsschakelaar 5 terwijl u de
luchtkap 2 verstelt.
– Draai de luchtkap 2 in de gewenste stand.
Luchtkap
Spuitstraal
Nederlands | 71
Gebruik
Verticale vlakstraal
voor horizontale
werkrichting
Horizontale vlak-
straal voor verticale
werkrichting
Rondstraal voor
hoeken, randen en
moeilijk bereikbare
plaatsen
2 609 007 771 | (28.2.14)