–
Stand „Haas" = snel (max. snelheid).
–
Stand „Schildpad" = langzaam (min. snelheid).
AANWIJZING
Maaien met te hoge snelheid leidt tot een slecht snijbeeld resp. Opvangresultaat.
Pas de snelheid altijd aan aan de omstandigheden. Bij langere afgesneden
grassprieten moet een langzamere rijsnelheid worden gekozen.
14 HET MAAIEN
Maaien op hellingen
OPGELET
De maaier kan in bermen en op hellingen die tot 48% (26° helling) aflopen,
worden ingezet. Steilere schuinstanden kunnen schade aan de motor
veroorzaken.
Om veiligheidsredenen raden wij u echter dringend aan om dit theoretische
potentieel niet te volle te benutten. Zorg er altijd voor dat u stevig en stabiel staat.
In principe mogen met de hand geleide grasmaaiers bij hellingen steiler dan 26%
(15° helling) niet worden ingezet. Het gevaar dreigt dat de stabiliteit verloren
gaat!
Oliepeilcontrole
Vóór elk maaien het oliepeil controleren Y1 . De motor nooit met te weinig of te veel
olie laten lopen. Onherstelbare schade zou het gevolg kunnen zijn.
Controle van de bedrijfsveiligheid
De grasmaaier is uitgerust met een motorstop-inrichting.
Vóór elk maaien controleren of de veiligheidsschakelbeugel voor de motorstop foutloos
functioneert. Als de schakelbeugel wordt losgelaten, dan moeten motor en mesbalk
binnen drie seconden tot stilstand komen.
De beugel moet na het loslaten in elk geval weer in de in de afbeelding „Beschrijving
van de componenten" getoonde positie terugspringen.
Als dit niet het geval is, dan moet dit onmiddellijk door een geautoriseerde
vakwerkplaats gecontroleerd worden.
Verwondingsgevaar!
Als de nalooptijd van het apparaat groter is, het apparaat niet meer gebruiken en naar
een geautoriseerde vakwerkplaats brengen.
Meten van de nalooptijd
Na het starten van de verbrandingsmotor draait het mes en is een windgeluid hoorbaar.
De nalooptijd komt overeen met de duur van het windgeluid na het afzetten van de
verbrandingsmotor, en deze kan met een stopwatch worden gemeten.
Veiligheids- en bescherminrichtingen van de machine mogen niet gemanipuleerd of
gedeactiveerd worden!
Ook de foutloze werking van de schakelbeugel voor de rijaandrijving moet vóór elk
maaien gecontroleerd worden. Als de schakelbeugel voor de rijaandrijving wordt
losgelaten, dan moet de machine meteen tot stilstand komen. Als dit niet het geval is,
dan moet dit onmiddellijk door een geautoriseerde vakwerkplaats gecontroleerd
worden.
Erop letten dat alle bescherminrichtingen zoals voorgeschreven aangebracht en niet
beschadigd zijn!
Ter vermijding van een gevaar elke keer voordat u gaat maaien de toestand en de
goede bevestiging van het mes controleren. De bevestigingsschroef van het mes moet
altijd door een geautoriseerde vakwerkplaats worden aangedraaid. Als de messchroef
te los of te vast wordt aangedraaid, dan kunnen meskoppeling en mesbalk beschadigd
worden of loskomen, hetgeen zware verwondingen kan veroorzaken. Een versleten of
beschadigd mes moet absoluut worden vervangen (zie hiervoor hoofdstuk „Onderhoud
van de mesbalk").
Om de 10 bedrijfsuren ventilator, meskoppeling en ventilatorhuis controleren op slijtage
en zitting. Daarnaast schroeven en moeren van het apparaat controleren op goede
bevestiging en eventueel aandraaien!
Controleren of de bougie goed bevestigd is! Gevaar: elektrische schok. Bougiestekker
nooit bij lopende motor eraf trekken. Gevaar: elektrische schok! Koppel de
bougiestekker alleen los als de motor is afgekoeld. Verbrandingsgevaar!
Bij blokkering van het maaiwerk, bijv. door tegen een hindernis aan te rijden, door een
geautoriseerde vakwerkplaats laten controleren of delen van de maaier beschadigd of
vervormd zijn. Ook de eventueel noodzakelijke reparaties altijd door een
geautoriseerde vakwerkplaats laten uitvoeren.
Veiligheidsinstructie!
Verklaring van de symbolen zie tabel pagina 3
Als de machine ongewoon sterk begint te trillen of abnormale geluiden begint te maken,
dan is een onmiddellijke controle door een geautoriseerde vakwerkplaats vereist.
Tijdelijke beperkingen
In Duitsland is de tijdelijke werking van grasmaaiers in de 32e verordening tot uitvoering
van de bundes-Immissionsschutzgesetz (32e BImSch-V)" geregeld.
Bovendien zijn regionale beperkingen mogelijk (bijvoorbeeld om de middagrust te
beschermen), die door de verantwoordelijke lokale autoriteit aan u kunnen worden
gecommuniceerd.
Tips voor de verzorging van het gazon
Maaien (Afbeelding M )
WAARSCHUWING
Verwijder vóór elke maaibeurt alle vreemde voorwerpen (stenen, hout, takken
enz.) van het gazon; let echter ook tijdens het maaien nog op rondslingerende
voorwerpen.
Een instructie over het thema gazonverzorging krijgt u op aanvraag van uw handelaar.
Informatie en instructies voor het maaien vindt u ook op de homepage van de fabrikant.
Mulchen
Uw grasmaaier kan worden uitgerust met een mulchkit. De voor de ombouw op
mulchsysteem benodigde ombouwset is in de gespecialiseerde handel verkrijgbaar als
toebehoren (bestel-nr. ombouwset zie Originele onderdelen en toebehoren).
De mulchkit bevat ook tips en informatie over mulchen. Ook op de homepage van de
fabrikant vindt u informatie over het thema mulchen
WAARSCHUWING
De ombouw van de maaier op mulchsysteem altijd laten uitvoeren door een
geautoriseerde vakwerkplaats. Door een verkeerd geassembleerde meskoppeling
of door een te vast of te los aangedraaide messchroef kunnen de mesbalken
loskomen, hetgeen zware verwondingen tot gevolg kan hebben.
Als het gras toch eens te hoog is om te mulchen kan de mulchmaaier met enkele
handgrepen worden omgebouwd op maaien met zij-uitworp.
Ombouw naar zijkantuitworp (Afbeelding R3 )
–
Motor afzetten en bougiestekker eraf trekken.
–
De afdekplaat (1) aan de rechterkant van de behuizing verwijderen.
Hiervoor de beide zelfborgende moeren (2) losdraaien en de schijven (3) eraf
trekken, van de binnenkant (snijruimte) de beide platkopschroeven (4) eruit
trekken en de afdekplaat verwijderen.
Een ombouw van het mulchmessysteem is niet noodzakelijk!
Opdat het apparaat opnieuw als mulchmaaier kan worden ingezet, moet de afdekplaat
(1) weer worden ingebouwd.
BELANGRIJK
Alvorens de afdekplaat erin te zetten het kanaal reinigen en de binnenkant van de
behuizing ontdoen van grasresten en vuil, om een vaste en juiste zitting van de
plaat te garanderen.
De afdekplaat van de binnenkant zo in de behuizing leggen, dat de beide boringen in
de afdekplaat overeenkomen met de boringen in de behuizing. De beide
platkopschroeven (4) van binnen (snijruimte) in de boringen leiden, de schijven (3) erop
zetten en met de beide zelfborgende moeren (2) bevestigen.
WAARSCHUWING
Het apparaat nooit gebruiken met beschadigde of ontbrekende stootplaat.
Altijd werken met gesloten (naar beneden geklapte) stootplaat, ook als het
apparaat werd omgebouwd om te mulchen.
15 ONDERHOUDSINTERVALLEN
BELANGRIJK
Vermijd schade! Onder extreme resp. uitzonderlijke voorwaarden zijn eventueel
kortere onderhoudsintervallen vereist dan hierboven vermeld. Indien u gebreken
vaststelt, gelieve u dan te wenden tot een geautoriseerde vakwerkplaats.
Routineonderhoud aan de machine uitvoeren conform de volgende
onderhoudsintervallen.
De volgende onderhoudsintervallen moeten worden aangehouden naast de in deze
gebruiksaanwijzing opgesomde intervallen voor onderhoudswerkzaamheden.
Vóór de eerste inbedrijfstelling
•
Het oliepeil controleren Y1 .
•
Alle schroefverbindingen controleren op goede bevestiging.
•
De messchroef controleren en eventueel door een geautoriseerde vakwerkplaats
laten vastdraaien.
•
Controleren of de veiligheidsschakelbeugel voor de motorrem foutloos werkt.
8