NL
Verhelpen van storingen
Storing
Oorzaak
•
Het spuitapparaat
Het spuitapparaat is niet aangesloten op het
start niet.
stopcontact.
•
Het spuitapparaat is uitgeschakeld.
•
Het spuitapparaat is uitgezet terwijl deze nog
onder druk stond.
•
Er staat geen spanning op het stopcontact.
•
Het verlengsnoer is beschadigd of heeft
onvoldoende capaciteit.
•
Het apparaat is oververhit
•
Er is een probleem met de motor.
•
Het spuitapparaat
Het spuitapparaat kan niet goed worden
loopt, zuigt echter
geprepareerd of is ontsteld.
•
geen verf op, als de
Het verfvat is leeg of de aanzuigslang is niet
keuzeschakelaar
volledig ondergedompeld in de verf.
•
in de stand PRIME
De aanzuigslang is verstopt.
•
wordt gezet.
De aanzuigslang zit los bij de inlaatklep.
•
De inlaatklep zit vast.
•
De inlaatklep is versleten of beschadigd.
•
De knop PRIME/SPRAY is verstopt.
•
Het spuitapparaat
Het spuitmondstuk is versleten.
•
zuigt wel verf aan,
Het inlaatfilter is verstopt.
•
maar de druk valt
Het pistoolfilter is verstopt.
weg wanneer
•
de trekker wordt
De verf is te zwaar of te grof.
•
aangetrokken.
Het inlaatklepstuk is versleten of beschadigd.
•
Het spuitpistool
Interne onderdelen van het pistool zijn vuil of
lekt.
versleten.
•
Het spuitmondstuk
Het mondstuk is niet goed aangebracht.
lekt
•
Een afsluitring is vuil.
•
Het spuitpistool
Het pistoolfilter of de spuitmond is verstopt.
•
spuit niet.
Het spuitmondstuk staat in de achterwaartse
stand.
•
Het spuitpatroon is
De verf is te zwaar of te grof.
•
ongelijkmatig
Het pistoolfilter of de spuitmond is verstopt.
•
Het spuitmondstuk is versleten.
•
Het inlaatfilter is verstopt.
•
Het pistoolfilter is verstopt.
•
Het inlaatklepstuk is versleten of beschadigd.
54
Compact 190
Oplossing
Sluit het spuitapparaat aan op het stopcontact.
➞
Zet de schakelaar AAN/UIT op de stand AAN (I).
➞
Drukontlasten en keuzeschakelaar aansluitend weer
➞
op SPRAY zetten
Controleer de netspanning.
➞
Vervang het netsnoer.
➞
Toestel uitschakelen, keuzeschakelaar in de positie
➞
PRIME (verticaal) draaien, stekker eruit trekken en
het toestel min. 30 minuten laten afkoelen. Oorzaak
van de oververhitting verhelpen, bijv. afgedekte
ventilatiegleuven.
Neem contact op met uw Titan-handelaar.
➞
Probeer het spuitapparaat nogmaals te prepareren.
➞
Vul het verfvat bij of dompel de aanzuigslang in de
➞
verf.
Reinig de aanzuigslang.
➞
Draai de aanzuigslang stevig aan.
➞
Bedien de inlaatklepdrukker.
➞
Mocht het probleem niet zijn opgelost, de inlaatklep
reinigen.
Vervangen
➞
Neem contact op met uw Titan-handelaar.
➞
Vervang het spuitmondstuk door een nieuwe.
➞
Reinig het inlaatfilter.
➞
Reinig of vervang het juiste filter.
➞
Houd altijd extra filters bij de hand.
Verdun of filter de verf.
➞
Vervangen
➞
Neem contact op met uw Titan-handelaar.
➞
Controleer het spuitmondstuk en breng het op de
➞
juiste manier aan.
Reinig de afsluitring.
➞
Reinig de spuitmond of het pistoolfilter.
➞
Zet het spuitmondstuk staat in de voorwaartse stand.
➞
Verdun of filter de verf.
➞
Reinig de spuitmond of het pistoolfilter.
➞
Vervang het spuitmondstuk door een nieuwe.
➞
Reinig het inlaatfilter.
➞
Reinig of vervang het juiste filter.
➞
Houd altijd extra filters bij de hand.
Vervangen
➞