6.
REMMEN. Hijs een last, gelijk aan het nominale vermogen van de takel, enkele centimeters (inches) van de grond
af. Controleer of de takel de last zonder drift op zijn plaats houdt. Als drift zich voordoet, neem dan contact op met
het dichtstbijzijnde service-reparatiecentrum voor informatie over reparatie.
7.
DRAAGCONSTRUCTIE. Als een permanente constructie wordt gebruikt, dient deze te worden geïnspecteerd op
voortdurend vermogen de last te dragen.
8.
LABELS. Controleer of labellen aanwezig en leesbaar zijn. Zonodig vervangen.
9.
EINDVERANKERING. Zorg ervoor dat de eindverankering van de takel geïnstalleerd en niet verbogen is.
Repareren indien deze beschadigd is; vervangen indien deze ontbreekt.
10.
KOPPELING OVERBELASTINGSBEGRENZER (optie alleen op L5H). Controleer of de koppeling voorkomt dat
de takel lasten van meer dan 150% van het nominale vermogen hijst. Neem contact op met het servicecentrum voor
bijstellingsprocedures.
Takels die niet regelmatig worden gebruikt
1.
Een takel die meer dan een maand, maar minder dan één jaar niet is gebruikt, dient aan een inspectie conform de
vereisten in "Frequente inspectie" te worden onderworpen, alvorens in bedrijf te worden gesteld.
2.
Een takel die meer dan één jaar buiten bedrijf is geweest, dient aan een volledige inspectie conform de vereisten in
"Periodieke inspectie" te worden onderworpen, alvorens in bedrijf te worden gesteld.
3.
Reservetakels dienen tenminste halfjaarlijks te worden geïnspecteerd conform de vereisten in "Frequente
inspectie". Onder abnormale bedrijfsomstandigheden dient het materieel vaker te worden geïnspecteerd.
Algemeen
Het gebruik van schroefdraadsmeermiddel of middel tegen vastlopen wordt aanbevolen voor onderdelen met
schroefdraden. Tenzij anders vermeld, oud smeermiddel verwijderen, het onderdeel reinigen met een zuurvrij oplosmiddel
en een nieuw laagje smeermiddel op het onderdeel aanbrengen alvorens het weer te monteren.
Tandwielen
Schroef de moeren los die zich aan de tegenovergestelde zijde van de handketting op de takel bevinden, en verwijder de
afdekking en steunplaat van de tandwielen. Verwijder oud vet en vervang het door nieuw vet. Voor temperaturen van -29°
tot 10° C (-20° tot 50° F) dient u EP1 vet of gelijkwaardig te gebruiken. Voor temperaturen van -1° tot 49° C (30° tot 120°
F) dient u EP2 vet of gelijkwaardig te gebruiken.
Lastketting
•
Als de lastketting niet schoon en goed gesmeerd wordt gehouden, kan dit kettingstoring tot gevolg hebben, wat
ernstige of dodelijke verwondingen of aanzienlijke materiële schade kan veroorzaken.
1.
Smeer wekelijks iedere schalm van de lastketting. Breng nieuw smeermiddel aan over de aanwezige laag.
2.
Bij erg zwaar gebruik of een corrosieve omgeving, vaker dan normaal smeren.
3.
Smeer de haak en scharnierpunten van de veiligheidsklep met hetzelfde smeermiddel dat wordt gebruikt voor de
lastketting.
4.
Om roest of ophoping van schuurstof te verwijderen, de ketting met een zuurvrije oplossing schoonmaken. De
ketting na het schoonmaken smeren.
5.
Gebruik Ingersoll-Rand LUBRI-LINK-GREEN of een SAE 50 tot 90 EP olie.
INFORMATIE VOOR HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Het gebruik van andere vervangende onderdelen dan die van Ingersoll-Rand kan de garantie van de Maatschappij
ongeldig maken. Voor snelle service en echte onderdelen van Ingersoll-Rand dient u uw dichtstbijzijnde distributeur van
het volgende te voorzien:
1.
Volledig modelnummer zoals op het fabrikantenplaatje is weergegeven.
2.
Onderdeelnummer en onderdeelnaam zoals in de onderdeelhandleiding is aangegeven.
3.
Gewenst aantal.
Beleid betreffende geretourneerde goederen
Ingersoll-Rand accepteert geen goederen retour voor garantie- of onderhoudswerk tenzij vooraf regelingen zijn getroffen
en schriftelijke autorisatie gegeven is door de lokatie waar de goederen zijn gekocht. Takels die worden geretourneerd met
geopende, verbogen of verdraaide haken, of zonder ketting en haken, worden niet gerepareerd of vervangen onder de
garantie.
SMERING
WAARSCHUWING
NL-9