Standaard
3 minuten
09. Zero current calibration
De nulstroomkalibratie. Als de BMV een andere stroom dan nulstroom weergeeft, zelfs als er
geen belasting is en de accu niet wordt geladen, kan deze optie worden gebruikt om de
nulwaarde te kalibreren.
Zorg ervoor dat er echt geen stroom de accu in of uit gaat (koppel de kabel tussen de
belasting en de shunt los), druk daarna op SELECT.
_______________________________________________________________
10. Synchronize
Synchroniseren: Deze optie kan worden gebruikt om de BMV handmatig te synchroniseren.
Druk op SELECT om te synchroniseren.
De BMV kan tevens worden gesynchroniseerd als deze zich in de normale bedrijfsmodus bevindt door de
knoppen + en – tegelijkertijd 3 seconden lang ingedrukt te houden.
.
4.2.2 Relaisinstellingen
Opmerking: De drempelwaarden zijn uitgeschakeld als deze op 0 worden
ingesteld.
_______________________________________________________________
11. Relay mode (relaismodus)
DFLT Standaardmodus van het relais. De relaisdrempelwaarden nr. 16 tot 31 kunnen worden
gebruikt om het relais te besturen.
CHRG Oplaadmodus van het relais. Het relais sluit zich als de laadstatus onder instelling 16
(ontlaadbodem) daalt of als de accuspanning onder instelling 18 (lage spanning relais) daalt.
Het relais gaat open als de laadstatus hoger is dan instelling 17 (laadstatus relais wissen) en
de accuspanning hoger is dan instelling 19 (lage spanning relais wissen).
Toepassingsvoorbeeld: start en stop de besturing van een generator, samen met instelling 14 en 15.
_______________________________________________________________
12. Invert relay
Het relais omkeren. Deze functie maakt het mogelijk om te wisselen tussen een normaal
niet onder spanning staand (open contact) of een normaal onder spanning staand (gesloten
contact) relais. Als het relais is omgekeerd worden de open en gesloten toestand zoals
beschreven in instelling 11 (DFLT en CHRG), en instelling 14 tot 31 omgekeerd.
De normaal onder spanning staande instelling zal de voedingsstroom in de normale bedrijfsmodus iets
verhogen.
Standaard
OFF: Niet onder spanning
_______________________________________________________________
13. Relay state (alleen lezen)
De relaisstatus. Deze geeft aan of het relais open of gesloten (CLSD) is (niet onder spanning
of onder spanning staat).
_______________________________________________________________
14. Relay minimum closed time
De minimale sluitingstijd van het relais. Deze geeft de minimale hoeveelheid tijd aan die de
toestand CLOSED aanhoudt nadat het relais onder spanning is gezet.
niet onder spanning als de relaisfunctie is omgekeerd)
Toepassingsvoorbeeld: stel een minimale generatorlooptijd in (relais in CHRG-modus).
24
Bereik
0 – 12 minuten
Bereik
OFF: Niet onder spanning / ON: onder spanning
Bereik
OPEN/CLSD
Stapgrootte
1 minuut
(wisselt naar OPEN en