de slang vast te zetten (en te
verwijderen). Sluit ongewenste gaten
af met Eindstoppen (2779).
C
- Druppelaars
• Vastesnelheidsdruppelaars (2783) –
zorgen voor waterdruppels met een
maximale druppelsnelheid van 4
liter/uur; geschikt voor kleinere planten
en containers. Te gebruiken aan een
van de uiteinden van een 4mm slang of
direct aansluitbaar op een 13mm slang.
• Drukcompensatiedruppelaars
(2784/2785) – automatische
compensatie voor een druppelsnelheid
van 4 liter/uur – bij uitstek geschikt
voor containers en hangende
bloembakken, maar kan ook bij
heggen en borders gebruikt worden.
Bij een 4mm slang, 2784 middenin
gebruiken.
Bij een 4mm slang, 2785 aan een van
beide uiteinden gebruiken. Anders
direct op een 13mm slang aansluiten.
• Regelbare Sprinklers (2786,2787,2788) –
regelbare minisprinklers zorgen voor
een 360 graden sproeibeeld, dat kan
worden aangepast aan een maximale
stroomsnelheid van 40 liter/uur.
Geschikt voor grote afzonderlijke
planten en containers.
Bij een 4mm slang, 2786 middenin
gebruiken.
Bij een 4mm slang, 2787 aan een van
beide uiteinden gebruiken. Anders
direct op een 13mm slang aansluiten.
Bij gebruik aan een uiteinde van een
4mm slang, zekeren met een 4mm
staak (2781).
Bij een 4mm slang, 2788 aan het
uiteinde gebruiken.
• Microjets
(2790,2791,2792,2793,2794,2795,2796) –
Zorgen voor een waterspray voor
volledige bewatering van bloembedden
met een maximumbereik van 2m
(diameter). 2793 en 2794 en 2795
worden geleverd inclusief
stromingsregeling.
• Vernevelaar (2797) – Zorgt voor een
fijne nevel voor het bewateren van
kwetsbare planten, afkoeling of het
verhogen van de luchtvochtigheid –
ideaal voor broeikassen.
• 360º Minisprinkler – Zorgt voor een
waterspray voor volledige bewatering
van bloembedden met een
maximumbereik van 6m (diameter).
Wordt geleverd inclusief
stromingsregeling.
Alle microjets moeten elkaar
overlappen om droge stukjes grond
onder elke sprinkler zelf te voorkomen.
Alle Microjets kunnen direct op de
aanvoerslang worden aangesloten voor
bewatering op de grond, of in
combinatie met een Paal (2789) tot
35cm verhoogd worden.
3. INSTALLATIE VAN HET SYSTEEM:
3.1 Sluit de kraan aan op een van
onderstaande manieren:
a). Schroef de Drukregelaar (2760) direct
vast op de buitenkraan.
b). Schroef de Drukregelaar (2760) op
een al aan de buitenkraan bevestigde
watercomputer aan.
c). Sluit de Drukregelaar (2760) op een
Toebehorenverloopstuk (2289) aan
klik dit vast op een Slangeinde-
aansluitstuk (2166) dat aan een aan
de kraan bevestigd stuk slang
bevestigd is.
3.2 Sluit de drukregelaar op de slang aan
op een van onderstaande manieren:
a). 4mm slang – gebruik een 4mm
verloopstuk (2760 a) en duw de 4mm
slang door het midden
b). 13mm slang – gebruik een 13mm
verloopstuk (2760 b) en bevestig de
13mm slang.
3.2 Opzetten van het bewateringsnet en
het aanbrengen van de druppelaars
a). Leg de aanvoerslang en/of de
microslang uit over het te bewateren
gebied. U kunt makkelijker met de
slang werken als u deze vooraf in
heet water heeft gelegd of in de zon
heeft laten opwarmen. Positioneer de
slang in eerste instantie met
gewichten totdat deze vanzelf op de
goede plaats blijft liggen.
b). Knip de aanvoerslang en/of
microslang af met een schaar en
construeer het bewateringsnet met
de vereiste aansluitstukken
(Ellebogen, T-stukken, Eindstoppen).
Microslang kan met behulp van
Rechte verloopstukken (2778) op de
aanvoerslang aangesloten worden.
c). Plaats zo nodig de
stromingsregelkleppen voor het
afschermen van bepaalde gebieden
voor het verbeteren van de controle
over het systeem.
d). Breng de druppelaars direct op de
aanvoerslang aan of aan het einde
van de microslang.
e). Bevestig het systeem op de
uiteindelijke plaats met behulp van
staken en muurclips.
Af en toe kan er enige lekkage optreden
op het aansluitpunt van de microslang
op de aanvoerslang. Dit soort lekkage
stopt over het algemeen vanzelf na
enige tijd, maar controleer of de
aansluiting juist is aangebracht onder
een hoek van 90º.
4. BEREKENEN VAN DE CAPACITEIT VAN
HET SYSTEEM:
Bereken bij installatie van een groot
systeem de waterstroom van de aanvoer,
en daarmee hoeveel accessoires de
waterstroom kan ondersteunen:
4.1 Gebruik een drukregelaar met de
kraan volledig open, noteer hoeveel
seconden het duurt om een emmer
water met een bepaald volume in
liters te vullen.
4.2 Vermenigvuldig het aantal liters
water in uw emmer met 3600, en
deel het resultaat door het aantal
benodigde seconden om de emmer
te vullen. Het resultaat is de
maximale stroomsnelheid per uur.
4.3 Elke druppelaar heeft een vooraf
bepaald druppeltempo. De totale
waterbehoefte van alle druppelaars
die u samen gebruikt moet beneden
de maximale stroomsnelheid blijven.
Bijvoorbeeld:
a). Een emmer van 9 liter wordt in 15
sec. gevuld.
b). 9 liter x 3600 = 42400
c). 42400/15 seconden = 2160
Microjets gebruiken 55 liter/uur, wat
betekent dat bij een maximale
stroomsnelheid van 2160, er maximaal 39
(2160/55) microjets gebruikt kunnen
worden.
Raadpleeg de binnenkant van de omslag
van deze folder voor de stroomsnelheid
van het Hozelock assortiment
druppelaars, of raadpleeg de
betreffende verpakking.
Indien u meer druppelaars nodig heeft
dan de maximale stroomsnelheid,
verdeel het systeem dan in aparte delen
die op verschillende tijden kunnen
werken. Indien u dit proces wilt
automatiseren, heeft u meer dan een
watercomputer nodig.
5. ONDERHOUD:
Open aan het einde van het seizoen alle
stromingsregelkleppen en verwijder de
eindstoppen. Met water schoon spoelen,
en vervolgens laten uitdruppelen om
vorstschade te voorkomen. Verwijder de
drukregelaar en watercomputer en berg
beide apparaten vorstvrij op. Haal alle
druppelaars uit elkaar om ze schoon te
maken. Stop ze in een gelijke oplossing
van azijn en water om eventuele aanslag
te verwijderen.
www.hozelock.com