WAARSCHUWING
Als het snijgereedschap tegen stenen of ander afval stoot, moet
u de motor stopzetten en controleren of het snijgereedschap en
de bijbehorende onderdelen niet beschadigd zijn. Als er gras of
twijgjes in het snijgereedschap vastzitten, zet u de motor stop
en verwijdert dan het gras of de twijgjes.
Stoppen (Afb. 29, 30)
Verlaag het motortoerental, laat de motor enkele minuten onbelast
draaien en schakel dan de contactschakelaar (24) uit.
Voor de modellen met een motorcontactschakelaar houdt u de
contactschakelaar ingedrukt totdat de motor volledig tot stilstand is
gekomen.
WAARSCHUWING
Snijgereedschap kan verwondingen veroorzaken omdat het
nog draait nadat de motor is gestopt of de vermogensregeling
uit is. Wanneer de machine uit wordt gezet, moet u controleren
of het snijgereedschap inderdaad helemaal gestopt is voor u de
machine neerzet.
Semi-automatische snijkop
○ Wanneer u maait, laat de motor dan met een toerental van meer
dan 6500 toeren draaien. Als de motor langdurig met een lager
toerental draait, kan de koppeling vroegtijdig slijten.
○ Maai het gras van rechts naar links.
○ Maai het gras van links naar rechts (alleen model met gebogen
as).
WAARSCHUWING
Snijgereedschap kan verwondingen veroorzaken omdat het
nog draait nadat de motor is gestopt of de vermogensregeling
uit is. Wanneer de machine uit wordt gezet, moet u controleren
of het snijgereedschap inderdaad helemaal gestopt is voordat
u de machine neerzet.
Automatisch toevoeren van meer nylon snijdraad wanneer tegen de
snijkop wordt geklopt bij laag toerental (niet hoger dan 4500 tpm).
ONDERHOUD
ONDERHOUD,
VERVANGING
ONDERDELEN EN SYSTEMEN DIE MET DE UITLAAT TE MAKEN
HEBBEN MAG WORDEN UITGEVOERD DOOR DAARTOE
BEVOEGDE BEDRIJVEN OF PERSONEN.
Afstellen van de carburateur (Afb. 31)
WAARSCHUWING
○ Het snijgereedschap kan mogelijk draaien terwijl de carburateur
afgesteld wordt.
○ Start de motor in geen geval zonder dat de volledige
koppelingsafdekking en de behuizing gemonteerd zijn!
Anders zou de koppeling los kunnen komen, wat kan leiden tot
persoonlijk letsel.
In de carburateur wordt de brandstof gemengd met lucht. De
carburateur wordt bij het testen van de motor in de fabriek op de
basisafstelling ingesteld. Afhankelijk van het klimaat en de hoogte
kunnen er verdere aanpassingen nodig zijn. De carburateur heeft
één afstelmogelijkheid:
T = stelschroef stationair toerental.
Afstelling stationair toerental (T)
Controleer of het luchtfi lter schoon is. Wanneer het stationair
toerental correct is afgesteld, zal het snijgereedschap niet
ronddraaien. Als de afstelling aangepast moet worden, kunt u de
T-schroef dichtdraaien (met de klok mee) terwijl de motor loopt,
totdat het snijgereedschap begint te draaien. Draai de schroef
vervolgens open (tegen de klok in) totdat het snijgereedschap stopt.
U heeft het juiste stationair toerental ingesteld wanneer de motor in
alle standen soepel blijft lopen bij een toerental dat ruim onder het
toerental ligt waarbij het snijgereedschap begint te draaien.
Als het snijgereedschap blijft draaien nadat u het stationair toerental
heeft afgesteld, dient u contact op te nemen met uw Tanaka dealer.
44
OF
REPARATIE
VAN
OPMERKING
○ Het standaard stationair toerental is 2800-3200 rpm.
WAARSCHUWING
Het snijgereedschap mag in geen geval draaien wanneer de
motor stationair draait.
Luchtfi lter (Afb. 32)
Het luchtfi lter moet regelmatig vrijgemaakt worden van stof en vuil
om te voorkomen dat:
○ de carburateur storingen gaat vertonen
○ de motor slecht start
○ de motor minder vermogen levert
○ de onderdelen van de motor onnodig slijten
○ het brandstofverbruik abnormaal hoog wordt
Maak het luchtfi lter elke dag of nog vaker schoon als u in een
stoffi ge omgeving werkt.
Schoonmaken van het luchtfi lter
Open de luchtfi lterkap en het luchtfi lter (28). Was het fi lter in warm
sop. Controleer of het fi lter goed droog is voor u het terugzet.
Een luchtfi lter dat geruime tijd gebruikt is, kan meestal niet meer
helemaal schoongemaakt worden. Het luchtfi lter moet daarom
regelmatig vervangen worden door een nieuw. Een beschadigd of
kapot fi lter moet onmiddellijk vervangen worden.
Brandstoffi lter (Afb. 33)
Laat alle brandstof uit de tank lopen en trek het brandstoffi lter uit
de tank. Trek het fi lterelement uit de houder en spoel het met warm
water en een reinigingsmiddel.
Spoel grondig totdat alle sporen van het reinigingsmiddel verwijderd
zijn. Pers, niet wringen, het overtollige water uit het fi lter en laat dit
aan de lucht drogen.
OPMERKING
Vervang het fi lterelement als het na verloop van tijd hard is
geworden door stof en vuil.
Bougie (Afb. 34)
De toestand van de bougie wordt negatief beïnvloed door:
○ een verkeerde afstelling van de carburateur
DE
○ een verkeerde mengsmering (te veel olie in de benzine)
○ een vuil luchtfi lter
○ zware werkomstandigheden (bijv. kou)
Deze factoren veroorzaken afzettingen op de elektroden van de
bougie, wat kan leiden tot storingen en startproblemen. Als de
motor vermogen tekort komt, moeilijk start of slecht stationair loopt,
controleer dan eerst de bougie. Als de bougie vuil is, maak hem dan
schoon en controleer de afstand tussen de elektroden. Corrigeer
de afstand indien nodig. De juiste afstand is 0,6 mm. De bougie
moet elke 100 bedrijfsuren vervangen worden, of eerder, als de
elektroden weggevreten zijn.
OPMERKING
In sommige gebieden is een bougie met een weerstand vereist
om de machine te ontstoren. Als deze machine oorspronkelijk
voorzien
was
ontstoringsweerstand, dient u ter vervanging gebruik te maken
van hetzelfde type bougie.
Flexibele aandrijfas (afb. 35)
U moet de fl exibele aandrijfas na elke 20 gebruiksuren verwijderen
en dan smeren met een lithiumvet van goede kwaliteit. Om de
fl exibele as te verwijderen, verwijdert u de schroef (29), draait dan
de bout (30) los en verwijdert daarna de drijfwerkkast, waarna u
de as uit de aandrijfaspijp trekt. Maak de as schoon, breng rijkelijk
lithiumvet op de as aan, steek de as weer in de aandrijfaspijp, draai
de as totdat deze op z'n plaats valt, monteer de drijfwerkkast en
monteer tot slot de schroef (29) en schroef (30) en draai deze vast.
Hoekoverbrenging (Afb. 36)
Controleer om de 50 bedrijfsuren of de hoekoverbrenging of de
hoekkoppeling genoeg ingevet zijn door de dop van het vetfi lter aan
de zijkant van de hoekoverbrenging te verwijderen.
van
een
bougie
met
een
ingebouwde