Nederlands
3. Het aanbrengen en instellen van de beschermkap
De beschermkap is een beveiligingsinrichting,
waardoor schade verhinderd moet worden, wanneer
de slijpschijf tijdens het bedrijf zou breken. Er moet
op gelet worden, dat de kap juist aangebracht en
bevestigd is, voordat men met het slijpen begint. Door
het licht losdraaien van de vergrendelingsschroef kan
de beschermkap gedraaid en in elke gewenste hoek
ingesteld worden om een maximaal prestatievermogen
te bereiken. Zekergesteld moet worden, dat de
vergrendelingsschroef na het instellen van de
beschermkap juist vastgedraaid wordt.
4. Controleer of gemonteerde schijven en andere
onderdelen
in
overeenstemming
aanwijzingen van de fabrikant zijn bevestigd.
Verder moet er op gelet worden, dat de te gebruiken
slijpschijf de juiste uitvoering is en zonder scheurtjes
en oppervlaktefoutjes is. Tevens moet er op gelet
worden, dat de slijpschijf juist gemonteerd en de
moer van de slijpschijf vast aangedraaid is. Zie het
punt "MONTEREN EN DEMONTEREN VAN DE
SLIJPSCHIJF".
Zorg ervoor dat er een vloeiblok gebruikt wordt als
dit wordt meegeleverd met verlijmde slijpproducten
en gebruik daarvan vereist is.
Gebruik geen losse vulringen of adapters om
slijpschijven met te grote middengaten te gebruiken.
Voor gereedschap dat bedoeld is voor montage van
schijven met schroefdraad dient u ervoor te zorgen
dat de schroefdraad in de schijf lang genoeg is voor
de lengte van de as.
Gebruik de oppervlakte van een slijpschijf niet om
te slijpen.
5. Het uitvoeren van een proefdraaiing
Zorg ervoor dat het slijpproduct op de juiste manier
gemonteerd en vastgezet is voor gebruik, laat het
gereedschap zonder belasting 30 seconden lang op
een veilige plek proefdraaien en stop onmiddellijk
als u trillingen voelt of andere problemen bemerkt.
In een dergelijk geval dient u de machine te
inspecteren om de oorzaak op te sporen.
6. Controleer de blokkeerstift
Controleer of de blokkeerstift los is door er een paar
keer op te drukken voor u het elektrisch gereedschap
aan zet (Zie Afb. 6).
7. Bevestigen van de handgreep
Schroef de handgreep in de behuizing vast.
PRAKTISCH SLIJPWERK
1. Druk
Voor de levensduur van de machine en voor prima
werk is het belangrijk, dat de machine niet door te
sterke druk overbelast wordt. Bij het meeste gebruik
is het gewicht van de machine voor doeltreffend
slijpen voldoende. Te sterke druk leidt tot een
verminderd toerental, slecht afgewerkt oppervlak en
een overbelasting die de levensduur van de machine
zou kunnen verminderen.
2. Slijphoek
Niet de totale oppervlakte van de slijpschijf op het
te slijpen materiaal leggen. De machine moet in een
hoek van 15° – 30° gehouden worden, zoals
afgebeeld in Afb. 5, zodat de buitenkant van de
slijpschijf het werkstuk in een optimale hoek
aanraakt.
49
3. Opdat een nieuwe slijpschijf zich niet in het werkstuk
graaft, moet het begin van het slijpwerk zo
uitgevoerd worden, dat de slijpmachine over het
werkstuk naar degene, die de machine bedient,
getrokken wordt (Afb. 5 richting B). Wanneer de
voorkant van de slijpschijf desbetreffend afgeslepen
is, kan het slijpen in beide richtingen uitgevoerd
worden.
4. Veiligheidsmaatregelen onmiddellijk na beëindiging
van het werk.
De schijf blijft draaien nadat het gereedschap is
uitgeschakeld.
Na het uitschakelen mag de machine pas neergelegd
met
de
worden, wanneer de slijpschijf volledig tot stilstand
gekomen is. Afgezien van dat u hiermee ongelukken
vermijdt, wordt door deze veiligheidsmaatregel
tevens vermeden, dat stof en spaanders in de
machinegezogen worden.
OPMERKING:
Om letsel te voorkomen is dit product uitgerust met
een functie die voorkomt dat de motor kan gaan
draaien wanneer de accu wordt geplaatst. De motor
kan niet draaien als de accu geplaatst wordt wanneer
de schakelaar nog op AAN staat. Nadat u de accu
heeft geplaatst moet u de schakelaar uit en
vervolgens opnieuw aan zetten.
De G14DSL/G18DSL modellen zijn voorzien van een
beschermingsfunctie die het gereedschap in geval
van overbelasting uitschakelt.
Als het gereedschap zichzelf als gevolg van
overbelasting uitschakelt, dient u de strom uit en
vervolgens weer aan te zetten.
LET OP
Controleer of het werkstuk goed ondersteund wordt.
Zorg ervoor dat de ventilatie-openingen vrij blijven,
vooral wanneer u onder stoffige omstandigheden
moet werken. Als u stof moet verwijderen, dient u
eerst de stekker van het gereedschap uit het
stopcontact te halen (gebruik in geen geval metalen
voorwerpen) en zorg ervoor dat u de onderdelen
in het binnenwerk niet beschadigt.
Zorg ervoor dat eventuele vonken geen gevaar
kunnen opleveren, dus bijv. geen personen kunnen
raken of brandbare materialen kunnen ontsteken.
Draag altijd oog- en gehoorbescherming. Andere
beschermingsmiddelen, zoals een stofmasker,
handschoenen, helm en schort moeten worden
gebruikt indien nodig. Bij twijfel kunt u deze
beschermingsmiddelen het beste gebruiken.
Wanneer de machine niet gebruikt wordt, moet de
accu losgekoppeld worden.
5. Over de indicator van de resterende acculading
Wanneer u op de indicatieschakelaar van de
resterende acculading drukt, licht het
indicatielampje van de resterende acculading op
en kunt u de resterende acculading controleren.
(Afb. 7)
Wanneer u uw vinger van de indicatieschakelaar
van de resterende acculading haalt, dooft het
indicatielampje. In tabel 4 vindt u de status van
het indicatielampje van de resterende acculading
en de resterende acculading.