8 Progress
Restwarmte-indicatie
WAARSCHUWING!
bestaat verbrandingsgevaar
door restwarmte.
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING! Raadpleeg
de hoofdstukken Veiligheid.
In- of uitschakelen
Raak
1 seconde aan om de kookplaat
in– of uit te schakelen.
Automatisch uitschakelen
De functie schakelt de kookplaat
automatisch uit als:
• alle kookzones zijn uitgeschakeld.
• u de kookstand niet instelt nadat u de
kookplaat hebt ingeschakeld.
• u iets hebt gemorst of iets langer dan 10
seconden op het bedieningspaneel hebt
gelegd (een pan, doek, etc.). Er klinkt
een geluidssignaal en de kookplaat
wordt uitgeschakeld. Verwijder het
voorwerp of reinig het bedieningspaneel.
• De kookplaat te heet wordt (b.v. als een
pan droogkookt). De kookzone moet
afgekoeld zijn voordat u de kookplaat
weer kunt gebruiken.
• u ongeschikte pannen gebruikt. Het
symbool
gaat branden en na 2
minuten schakelt de kookzone
automatisch uit.
• u een kookzone niet uitschakelt of de
kookstand verandert. Na enige tijd gaat
branden en wordt de kookplaat
uitgeschakeld.
De verhouding tussen kookstand en de
tijd waarna de kookplaat uitschakelt:
Kookstand
, 1 - 2
Er
De kookplaat
wordt uitgescha-
keld na
6 uur
De inductiekookzones creëren de voor het
kookproces benodigde warmte direct in de
bodem van de pan. Het glaskeramiek wordt
verwarmd door de warmte van de pannen.
Kookstand
3 - 4
5
6 - 9
De kookstand
Voor het instellen of wijzigen van de
kookstand:
Raak de bedieningsstrip aan bij de juiste
kookstand of beweeg uw vinger langs de
bedieningsstrip totdat u de jusite kookstand
heeft bereikt.
Bridge-functie
De functie werkt als de pan de
middelpunten van beide zones
bedekt.
Deze functie verbindt twee rechter
kookzones en deze werken dan samen als
één kookzone.
Stel eerst de kookstand in voor een van de
rechter kookzones.
De functie inschakelen: raak
Raak één van de bedieningssensors aan
om de kookstand in te stellen of te wijzigen.
De functie uitschakelen: raak
kookzones werken onafhankelijk.
De kookplaat
wordt uitgescha-
keld na
5 uur
4 uur
1,5 uur
aan.
aan. De