DE GASCILINDER AAN HET TOESTEL AANKOPPELEN
•
Dit toestel is enkel geschikt voor het gebruik met lagedruk butaan-propaan of een meng-
sel daarvan en moet gebruikt worden met de geschikte lagedruk gasdrukregelaar via een
flexibele slang. De slang moet vast gezet zijn aan de gasdrukregelaar en het toestel door
middel van slangklemmen.
•
Maak gebruik van een 28 mbar gasdrukregelaar van klasse I3+ voor butaangas en een 37
mbar gasdrukregelaar van klasse I3+ voor propaangas.
•
Een 30 mbar gasdrukregelaar van klasse I3B/P(30) gebruiken
•
Een 37 mbar gasdrukregelaar van klasse I3B/P(37) gebruiken
•
Een 50 mbar gasdrukregelaar van klasse I3B/P(50) gebruiken
•
Gebruik een geschikte gasdrukregelaar gecertificeerd volgens BSEN 12864:2001.
•
Gelieve uw LPG-leverancier te raadplegen voor informatie betreffende een geschikte gas-
drukregelaar voor de gasfles.
GELIEVE VOOR GEBRUIK OP LEKKEN TE CONTROLEREN
Controleer nooit op lekken met een open vlam, gebruik steeds een waterige zeepoplossing
OP LEKKEN CONTROLEREN
•
Maak een vloeibare oplossing van 2-3 ons lekdetectiemiddel door het mengen van een
deel van de oplossing met 3 delen water.
•
Verzeker dat de regelkraan op "OFF" staat.
•
Koppel de gasdrukregelaar aan de gasfles en koppel de gasdrukregelaar met een slang
aan de gasgrill en verzeker dat de koppelingen goed vast zitten en draai daarna de gas-
toevoer naar de ON positie.
•
Borstel de zeepoplossing op de slang en alle koppelingen. Als er bubbels verschijnen is er
een lek. Dit moet opgelost worden voor gebruik. Sluit de gastoevoer in geval van een lek.
•
Test opnieuw na het herstellen van de fout. Draai het de gastoevoer naar de UIT positie
aan de gasfles na het testen.
•
Als het vastgestelde lek niet hersteld kan worden, probeer de lekkage dan niet te verhel-
pen maar raadpleeg uw gasleverancier.
GASDRUKREGELAAR EN SLANG
•
Gebruik enkel gasdrukregelaars en slangen die goedgekeurd zijn voor LPG bij de hier-
bovenstaande drukken (zie pagina 2). De verwachte levensduur van de gasdrukregelaar
wordt geschat op 10 jaar. Het is aanbevolen dat de gasdrukregelaar binnen de 10 jaar na
datum van fabricage vervangen wordt.
•
Het gebruiken van een foute gasdrukregelaar of slang is onveilig; controleer steeds dat u
de juiste onderdelen bezit vooraleer u uw barbecue gebruikt.
•
De slang die gebruikt wordt moet conform de relevante norm voor het land van gebruik
zijn. De lengte van de slang moet 1,5 meter zijn (maximum). Versleten of beschadigde
slangen moeten vervangen worden. Verzeker dat de slang niet belemmerd of geplooid
wordt, of in contact komt met een onderdeel van de barbecue anders dan zijn eigen kop-
peling. Vervang de slang wanneer de nationale bepalingen dit vereisen en/of afhankelijk
van zijn geldigheidsduur.
•
De slang mag niet gedraaid of geplooid zijn wanneer deze aan de gasdrukregelaar en
de gasgrill bevestigd is. Geen enkel deel van de slang mag een onderdeel van het toestel
raken. Plaats de gasfles dus aan de linkerzijde van het toestel op de maximum afstand
toegelaten door de lengte van de slang.
>
40