Als de spanning buiten het normale bereik ligt (onder 11,8 V of boven
17 V), knippert het batterijsymbool.
Bij normale werkwijze en als de keuzeschakelaar is ingesteld op
,
of
, knippert het batterijsymbool op het LCD-display als de
batterijspanning zeer laag is. Laad de batterij onmiddellijk op.
Keuze en gebruik van batterijen
Dit hoofdstuk heeft uitsluitend betrekking op oplaadbare 12 V
batterijen.
Welke batterijen u kiest, hangt ervan af of uw installatie met zonne-
energie of alleen met batterijen werkt. Voor beide installatietypes speelt
het ook een rol welke schakelaarstand u het meest gebruikt. Kijk bij
Werkwijze
op blz. 61 voor een verklaring van de functie van de
keuzeschakelaar.
Keuze van batterijen voor installatie met alleen
batterijen
Als richtlijn wordt de amp/uur (Ah) waarde van de benodigde
oplaadbare 12 V batterijen hieronder weergegeven. Deze tabel is
gebaseerd op een werktijd van 21 dagen tussen het laden van de
batterijen. Hoewel de werktijd langer kan zijn dan 21 dagen, leidt dit
met hoge waarschijnlijkheid tot schade aan de batterij en maakt
veelvuldige vervanging van de batterij noodzakelijk. Voor optimale
betrouwbaarheid van het systeem en een lange levensduur van de
batterij verdient het aanbeveling een oplaadbare 12 V batterij te
gebruiken en deze op te laden als hij half leeg is. Voor meer informatie
over controle van de batterijspanning zie
blz. 62.
Keuzeschakelaarstand
Aanbevolen batterijen
Modellen 6 J
450 Ah
575 Ah
575 Ah
370 Ah
700 Ah
Pas op!
Er moeten oplaadbare 12 V batterijen worden gebruikt.
Keuze van batterijen voor een zonne-installatie
De batterij en de zonnepalen moeten met zorg worden uitgekozen,
zodat zij bij het stroomverbruik van het elektro-afrasteringsapparaat
passen. De batterij en zonnepanelen die u kiest hangen niet alleen af
van de stand van de keuzeschakelaar maar ook van de hoeveelheid
zonneschijn op de plaats van installatie.
Als richtlijn wordt de minimum amp/uur (Ah) capaciteit van de
benodigde oplaadbare 12 V batterij hieronder weergegeven. Deze tabel
toont de batterijvereisten voor maximaal zeven dagen werktijd met
weinig of geen zonlicht. Daarbij is rekening gehouden met de
verschillende types zonnepanelen en regelaars die in een zonne-
installatie gebruikt kunnen worden. Uitvoeriger informatie vindt u op
www.tru-test.com.
Keuzeschakel
aarstand
Vereiste stroom (circa)
Modellen
6 J
410 mA
,
Batterijspanning testen
op
Modellen 12 J
700 Ah
900 Ah
900 Ah
600 Ah
1100 Ah
Minimum
batterijcapaciteit (80%
ontlading)
Modellen
Modellen
Modellen
12 J
6 J
12 J
700 mA
110 Ah
190 Ah
410 mA (dag)
650 mA (nacht)
530 mA
(gemiddelde over
24 uur)
650 mA (dag)
410 mA (nacht)
530 mA
(gemiddelde over
24 uur)
330 mA
650 mA
Pas op!
Er moeten oplaadbare 12 V batterijen worden gebruikt.
Gebruik van de batterij
Pas op!
Batterijen bevatten schadelijke chemicaliën die bij
onzorgvuldig gebruik letsel kunnen veroorzaken. Volg de
voorschriften voor batterij-onderhoud, instandhouding en veiligheid
in dit handboek en in de bij de batterij behorende documentatie op.
Batterij laden
Pas op!
- Probeer nooit een niet-oplaadbare batterij te laden.
- Als u een batterij laadt, zorg dan voor voldoende ventilatie, zodat
de gassen kunnen ontwijken.
Het is van groot belang dat de batterij regelmatig wordt geladen.
Gebruik een geschikt, veiligheidsgekeurd batterijlaadapparaat en volg
de instructies van de batterijfabrikant op.
1
Bevestig de positieve (+) batterijlaadkabel aan de pluspool van de
batterij, en de negatieve (–) aan de minpool van de batterij.
2
Sluit de stroomingangsstekker van het laadapparaat op het net
aan zet de stroomvoorziening aan.
Voorzichtig!
Overladen bekort de levensduur van de batterij. Houd
u aan het advies van de batterijfabrikant over het laden van de
batterij vanuit een net- of lijnstroombron.
Batterij-onderhoud en instandhouding
Voorzie de batterij van een geschikte batterijbehuizing als de
•
batterij naar verwachting aan het weer zal blootstaan.
Als de batterij niet in gebruik is, bewaar hem dan volledig
•
opgeladen en laad hem regelmatig op (eens in de 8 weken).
Laad een ontladen batterij zo spoedig mogelijk weer op. Batterijen
•
mogen niet ontladen worden bewaard.
Inspecteer de batterij regelmatig om ervoor te zorgen dat het
•
elektrolytpeil niet onder het oppervlak van de batterijplaten daalt.
Vul de batterij met gedistilleerd water bij. Maak hem niet overvol.
•
Voor meer informatie verwijzen wij naar de aanbevelingen van de
batterijfabrikant.
Batterijveiligheid
Overtuig u er bij het laden van dat de batterij goed geventileerd is.
•
Stel hem niet bloot aan temperaturen boven 50 °C .
•
Zorg ervoor dat de batterij niet aan open vuur of vlammen is
•
blootgesteld.
700 mA (dag)
140 Ah
240 Ah
1100 mA (nacht)
900 mA
(gemiddelde over
24 uur)
1100 mA (dag)
140 Ah
240 Ah
700 mA (nacht)
900 mA
(gemiddelde over
24 uur)
580 mA
85 Ah
150 Ah
1100 mA
170 Ah
290 Ah
63