Let er dan ook op, of uw auto voor het bijgevoegde montagemateriaal
geschikt is en gebruik anders een inbowset, die speciaal daarvoor is
bestemd, b.v. VW Golf II/Jetta II: 7 608 3824 73.
Bij gebruik van inbouwsets voor 52 mm toestellen zijn 4 vulplaatjes
bestelnummer 8 601 055 056 nodig (fig. 1a).
Voorbereiding autoradio-inbouw
De autoradio wordt in de reeds door de fabriek aangebrachte montage-
opening ingebouwd.
Montage-opening vrijmaken door eventueel opbergvakje of afdekplaat
de verwijderen; eventueel montage-opening bijwerken tot de afmetingen
182 x 53 mm zijn bereikt.
Achter de uitsparing voor de autoradio tasten en nagaan, welke
bevestigingslippen van de houder kunnen worden omgebogen.
Attentie: zo mogelijk alle bevestigingslippen ombuigen.
Houder in de uitsparing plaatsen en de bevestigingslippen met een
schroevedraaier ombuigen (fig. 1 en 2).
Aansluiting
Aansluitschema ............................................................................ fig. 4
Aansluitinstructies ......................................................................... fig. 5
Aansluiting equalizer- en amplifier ................................................ fig. 6
Aansluiting CD-Player ................................................................... fig. 7
Luidsprekeraansluiting:
4 luidsprekers (4 Ω/20 W) ............................................................. fig. 8
Belangrijke opmerking!
Bij niet-inachtneming bestaat gevaar voor beschadiging vande
eindtrappen.
Luidsprekeruitgangen niet op massa aansluiten!
Aansluiting bij voertuigen die reeds in de fabriek zijn voorzien
van systeemstekers
ACC-pluskabel van het voertuig niet ge-
bruiken.
Aansluiting met voertuigspecifieke Quick-Fit
is niet mogelijk.
Aansluitning bij voertuigen die reeds in de fabriek zijn voorzien
van een anti-diefstalslede
Bij voetuigen, die af fabriek van een anti-diefstalslede zijn voorzien (op
dit moment Opel), moet de fabrieksslede worden uitgebouwd.
Montage van de autoradio
Autoradio van voren in de houder plaatsen en inschuiven tot de veren
aan de rechter en linker zijkant vastklemmen (dit is duidelijk hoorbaar).
Autoradio-Uitbouw
Beugels links en rechts in de gaten van het paneel schuiven en zover
naar binnen drukken, totdat een duidelijk klik hoorbaar is (de veren aan
de zijkant zijn nu ontgrendeld).
Toestel dan aan de twee beugels naar buiten trekken, zie fig. 3.
Opmerking
Als de beugels eenmaal vastzitten kunnen zij slechts worden verwijderd,
als het toestel helemaal naar buiten is getrokken.
Anti-diefstalslede
Gebruik de toestelspecifieke anti-diefstalslede.
Aansluitinstructies, fig. 5
Aardekabel (Ground)
Massakabel niet aan de minpool van de accu vastklemmen.
Aardekabel
aan
daartoe
(carrosserieschroef, carrosserieplaatwerk) en afhankelijk van de ligging
van dit aardepunt inkorten.
Isolatie aan het einde van de aardekabel verwijderen en de kabelschoen
aansluiten (eventueel vastsolderen).
geschikt
aardepunt
aansluiten
Kontaktvlak van het aardepunt blank krabben en met grafietvet insmeren
(belangrijk voor een goede aardeverbinding).
Aardekabel vastschroeven.
Pluskabel (ACC +12 V)
(ignition)
ACC-pluskabel van het voertuig niet gebruiken.
Pluskabel (rood) met forse doorsnede (2,5 mm2) direct naar accu
trekken (kabel niet direct langs kabelbomen aanbrengen). Zekeringhouder
als beveiling in de pluskabel opnemen en op de pluspool van de accu
vastklemmen (eventueel tussenwand doorboren en passende
doorvoertule gebruiken).
Opmerking:
Desgewenst kan bij schakeling van de installatie via het contactslot de
van de fabriek uit aangebrachte pluskabel op een relais (bestelnr.
0 332 014 125) worden aangesloten.
Aansluiten van constante plus
(Battery +12 V)
Constante plusaansluiting met kabel en kabelklem aan een gezekerde
constante pluskabel (bijv. tijdklokje, knipperlichtschakelaar) aansluiten.
Besturingskabel (Power Antenne +)
Als een volautomatische motorantenne is aangesloten moet de
besturingskabel voor de motorantenne m.b.v. de kabelklem aan de
besturingskabel worden aangesloten.
Wijzigingen voorbehouden
Indicações de segurança
Instruções de montagem e de ligação
Durante o perodo de montagem e de ligação do aparelho deve-se
separar o pólo negativo da bateria.
Ao fazer os orifcos ter atenção para nãno danificar nenhuma peça do
veculo (bateria, cabos, caixa de fusveis).
A secção transversal do cabo positivo não deve ultrapassar 2,5 mm
aparelho està equipado com um fusvel 10 A "flink".
Com o auto-ràdio em funcionamento, a parte lateral da caixa do
aparelho fica muito quente.
Atenção: Por isso não deve haver quaisquer cabos en los manos à
caixa.
Indicação:
O suporte que faz parte dos acessórios deste Auto-ràdio possibilita a
montagem em veculos com receptàculo para Auto-ràdios DIN de 182 x
53 mm, 165 mm de espaço de montagém e uma espessura do painel de
instrumentos na zona da braçadeira de fixação de 1 - 20 mm, ver Fig. 1.
Para veiculos com situação de montagem differente, a Blaupunkt
fornece jogos de montagem para aparelhos de 50/52 mm, especficos
para os veficos para os veculos mais usuais.
Verifique se existe uma situação de montagem no veficos para os veculo
e utilize para a montagem, eventualmente, um jogo de peças de
montagem especficos para os veficos para os veculo, p. ex. VW Golf II
/ Jetta II: 7 608 3824 73.
No caso de utilizar jogos de montagem para aparelhos de 52 mm deverà
aplicar 4 placas distanciadoras (Nr. de Enc. 8 601 055 056), Fig. 1a.
Preparação de montagem do Auto-ràdio
O Auto-ràdio é montado no receptàculo para Auto-ràdios previsto pelo
fabricante do veículo.
Pôr a descoberto o receptàculo para o Auito-ràdio (retirar o escaninho ou
a porta falsa) ou ampliar o receptàculo para 182 x 53 mm.
Agarrar e verificar, por detràs do receptàculo do autoràdio, qual a
braçadeira de fixação do suporte que poda ser dobrada.
+12V
per. +12V
+12V
P
2
. O