PROBLEMEN OPLOSSEN
PROBLEEM
GEEN KLANK
GEEN KLANK OP EEN KANAAL
GEEN KLANK OP DE SURROUND-KANALEN
GEEN KLANK OP HET MIDDENKANAAL
ZWAKKE LAGE TONEN [BASS] / DIFFUUS STEREO-
BEELD
SCHAKELT TIJDELIJK OP STANDBY, EN SCHAKELT
VERVOLGENS AUTOMATISCH TERUG IN
TECHNISCHE GEGEVENS
CONTINU GEMIDDELD UITGANGSVERMOGEN
IN 8 OHM OF 4 OHM
(minimumvermogen per kanaal, 20 Hz - 20 kHz, alle zeven kanalen aangedreven, met niet meer dan nominale
vervorming)
Nominale vervorming
(THD 20 Hz - 20 kHz)
Clipping-vermogen
(continu maximumvermogen per kanaal, alle zeven kanalen aangedreven)
HF DYNAMISCH VERMOGEN
(maximumvermogen voor korte tijd per kanaal)
Dempingsfactor
(referentie 8 ohm bij 50 Hz)
Ingangsgevoeligheid
(voor nominaal uitgangsvermogen in 8 ohm)
Spanningsversterking
Frequentiebereik 20 Hz - 20 kHz
Signaal-ruisverhouding, A-WTD
AFMETINGEN EN GEWICHTEN
Verzendingsgewicht
Afmetingen (B x H x D)
*De bruto afmetingen omvatten de voetstukken, de volume-toets, de aan / uit-toets en de volle lengte van de
luidspreker-aansluitingen.
De specificaties kunnen zonder voorafgaande opgave worden gewijzigd. Voor de allerlaatste documentatie en
kenmerken, gelieve in te loggen op www.nadelectronics.com voor de recentste informatie betreffende uw T975.
28
OORZAAK
•
Het netsnoer steekt niet in of de eenheid is niet
ingeschakeld.
•
Luidspreker niet behoorlijk aangesloten of
beschadigd.
•
Ingangskabel losgekoppeld of beschadigd.
•
Geen surround-modus geselecteerd.
•
Mono-klankbron.
•
Luidsprekers niet behoorlijk aangesloten.
•
Te lage surround-geluidssterkte.
•
Luidspreker niet behoorlijk aangesloten.
•
Middenste geluidssterkte te laag ingesteld.
•
Luidsprekers niet in fase.
•
De versterker wordt oververhit.
7 x
140 W (21,5 dBW)
>
0,03%
<
170 W (22.3 dBW)
>
8 ohm:
230 W (24 dBW)
>
4 ohm:
390 W (26 dBW)
>
2 ohm:
450 W (26,5 dBW)
>
300
>
1,1V
29 dB
±0,2 dB
-3dB bij 3 Hz en 100 kHz
> 96 dB ref. 1 W
> 125 dB ref. 140W
Netto gewicht
31 kg
33 kg
Netto
435 x 180 x 450 mm
Bruto*
435 x 195 x 495mm
OPLOSSING
•
Controleer of het netsnoer is ingestoken en of de
eenheid is ingeschakeld.
•
Controleer de aansluitingen en de luidsprekers.
•
Controleer de kabels en de aansluitingen.
•
Selecteer een surround-modus.
•
Test de installatie met Stereo- of Dolby Surround-
stukken.
•
Controleer de luidsprekers en de aansluitingen.
•
Stel de surround-geluidssterkte luider in.
•
Controleer de luidspreker en de aansluiting.
•
Stel de middenste geluidssterkte luider in.
•
Controleer de aansluitingen van alle luidsprekers
van de installatie.
•
De versterker laten afkoelen.
•
De overlading verwijderen.
•
De luidsprekers dienen een nominale waarde te
hebben van > 4 Ohm.