Probleem
GEEN GELUID
GEEN GELUID VIA EEN KANAAL
ZWAK LAAG/DIFFUUS OF GEEN STEREOBEELD
AFSTANDSBEDIENING WERKT NIET
AAN-/UIT- / BEVEILIGINGS-LED BLIJFT ROOD NA
INSCHAKELEN
AAN-/UIT- / BEVEILIGINGSINDICATOR WORDT
ROOD TIJDENS NORMALE WERKING
TECHNISCHE GEGEVENS
VERSTERKERDEEL
Uitgaand vermogen stereo-modus
(8 Ohm binnen nominale vervorming)
IHF-dynamisch vermogen; 8 Ohm
IHF-dynamisch vermogen; 4 Ohm
Totale harmonische vervorming bij nominaal vermogen
IM-vervorming bij nominaal vermogen
Ingangsgevoeligheid en impedantie
Frequentieweergave 20 tot 20.000 Hz
Signaal- / ruisverhouding; ref. nominaal vermogen / 8 Ohm (A-WTD)
Signaal- / ruisverhouding; ref. 1W / 8 Ohm (A-WTD)
De technische kenmerken kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Voor bijgewerkte documentatie en kenmerken, en de nieuwste informatie over uw C 352, kunt u terecht op www.nadelectronics.com.
32
PROBLEMEN OPLOSSEN
Oorzaak
•
Netsnoer niet aangesloten of unit niet
ingeschakeld
•
Tape 1 Monitor geselecteerd
•
Mute ingeschakeld
•
Achterste Pre Out/ Main in
versterkerverbindingen niet aangebracht
•
Geen luidsprekers geselecteerd
•
Balansregeling niet in midden
•
Luidspreker niet correct aangesloten of
beschadigd
•
Ingangskabel ontkoppeld of beschadigd
•
Luidspreker niet in fase aangesloten
•
Overbruggingsmodus geselecteerd wanneer
luidsprekers normaal zijn aangesloten
•
Batterijen leeg of onjuist geplaatst
•
Venster van IR-zender of -ontvanger niet vrij
•
IR-ontvanger in direct zonlicht of zeer sterk
omgevingslicht
•
Kortsluiting in luidsprekerkabels
•
Versterker is oververhit geraakt
•
Totale impedantie van luidsprekers te laag
2 x 80W
2 x 115W
2 x 185W
0,02%
0,003%
Dempingsfactor 8 Ohm
>150
770 mV / 20kOhm/470 pF
±0,3dB
>100dB
>120dB
Afstandsbediening
Ja, SR 5
Oplossing
•
Controleer of netsnoer is ingestoken en unit is
ingeschakeld
•
Schakel Tape 1 Monitor uit
•
Schakel Mute uit
•
Breng verbindingen aan
•
Selecteer betreffende luidsprekers (A en/of B)
•
Zet balansregeling in midden
•
Controleer aansluitingen en luidsprekers
•
Controleer kabels en aansluitingen
•
Controleer aansluitingen op alle luidsprekers
binnen systeem
•
Schakel overbruggingsmodus uit
•
Controleer en/of vervang batterijen
•
Verwijder obstakel
•
Haal unit uit direct zonlicht, verminder
hoeveelheid omgevingslicht
•
Schakel versterker uit en controleer
kabelaansluitingen van beide luidsprekers op
achterpaneel van versterker en luidsprekers.
Schakel versterker in.
•
Schakel versterker uit. Controleer of de
ventilatiegleuven boven- en onderop versterker
niet zijn verstopt. Laat versterker afkoelen en
schakel hem in.
•
Controleer of totale luidsprekerimpedantie niet
lager is dan 4 Ohm.
•
Controleer luidsprekerkabels op kortsluitingen.