Storing
Storing
Het apparaat draait niet
Apparaat pompt niet of zeer
weinig
Het apparaat schakelt zichzelf
uit en na verloop van tijd weer
in
Afvoer van het afgedankte apparaat
Dit apparaat niet met het huishoudelijk afval afvoeren! Maak gebruik van het hiervoor bestemde recyclesy-
steem. Maak het apparaat eerst door het afsnijden van de kabels onbruikbaar.
Opslag en overwintering
Het apparaat is vorstvast tot minus 20 °C. Indien u het apparaat buiten de vijver opslaat, maak dan het apparaat gron-
dig schoon met behulp van een zachte borstel en water, controleer het apparaat op beschadiging en bewaar hem on-
dergedompeld of met water gevuld. Dompel de netsteker niet in water onder!
Reparatie
Een beschadigde behuizing kan niet worden gerepareerd en mag niet verder worden gebruikt. Voer het apparaat
volgens de geldende voorschriften af.
Slijtagedelen
De rotor is een onderdeel dat aan slijtage blootstaat en valt niet onder de garantie.
Oorzaak
- Geen stroomtoevoer
- Zekering defect
- FI-schakelaar in werking getreden
- Pompwiel geblokkeerd
- Filter niet met water bedekt
- Schuif gesloten
- Luchtzak in het systeem
- Filterkorven verstopt
Het apparaat is oververhit.
- Medium warmer dan 35°C
- Interne koelkanalen verstopt
Remedie
- Stroomtoevoer controleren
- Zekering controleren, eventueel vervangen
- Schakelinstallatie en aansluitkabel controleren
- evt. vreemde deeltjes blokkeren pompwiel in de behui-
zing,
filter controleren
- Reiniging (ontkalken) van de pomp
- Waterpeil en positie van de pomp controleren
- Leidingsysteem controleren
- Leidingsysteem controleren
- Controleren en reinigen
- Apparaat gebruiken met een koeler medium
- Apparaat door een vakman van binnen laten schoonma-
ken
- NL -
19