NEDERLANDS
Gebruik een hulpstuk niet als dit beschadigd
u
is.Controleer voor elk gebruik de staat van de hulp-
stukken. Controleer slijpschijven op versplintering of
breuken, controleer achterschijven op scheuren of
(excessieve) slijtage en controleer staalborstels op
loszittende of gespleten staaldraden.Indien het ger-
eedschap gevallen is, controleert u of het gereedsc-
hap beschadigd is of installeert u een onbeschadigd
hulpstuk.Nadat u het gereedschap hebt geïnspecteerd
en/of een nieuw hulpstuk hebt geïnstalleerd, laat u het
gereedschap gedurende een minuut draaien op maxi-
maal onbelast toerental. Als een hulpstuk beschadigd
is, zal dit normaal gesproken gedurende deze testminuut
breken.
Draag persoonlijke beschermende uitrusting.
u
Draag gezichtsbescherming, een veiligheidsbril of
oogbescherming, afhankelijk van de toepassing.Draag
indien nodig een stofmasker, gehoorbescherming,
handschoenen en een werkmansschort dat bestand is
tegen kleine rondvliegende spaanders of deeltjes van
het werkstuk. De oogbescherming die u draagt, moet be-
stand zijn tegen rondvliegende deeltjes die voortkomen uit
alle verschillende werkzaamheden.Het stofmasker of de
respirator moet in staat zijn om partikels die voortkomen
uit werkzaamheden afdoende te filteren.Door langdurige
blootstelling aan geluid van hoge intensiteit kan uw gehoor
beschadigen.
Houd omstanders op veilige afstand van de werkom-
u
geving.Iedereen die de werkomgeving betreedt,
moet persoonlijke beschermende uitrusting dragen.
Spaanders van een werkstuk of gebroken hulpstukdelen
kunnen weg worden geslingerd en dit kan leiden tot
ernstig letsel.
Houd het gereedschap alleen vast bij de geïsoleerde
u
greepoppervlakken, als u een handeling uitvoert
waarbij het snijdende hulpstuk met niet-zichtbare
bekabeling of met het eigen snoer in aanraking kan
komen. Als een draad onder spanning wordt geraakt
door het snijdende hulpstuk, komen onbedekte metalen
onderdelen van het gereedschap onder spanning te staan
en krijgt u een schok.
Plaats de kabel uit de buurt van het draaiende
u
hulpstuk. Als u de controle verliest, kan de kabel worden
doorgesneden of gegrepen en uw hand of arm kan naar
het draaiend hulpstuk worden getrokken.
Leg het elektrische gereedschap pas neer als het
u
hulpstuk volledig tot stilstand is gekomen. Als het
hulpstuk nog draait en in aanraking komt met het opper-
vlak, kan het uit uw hand worden getrokken en kunt u de
controle verliezen.
38
(Vertaling van de originele instructies)
Stel het gereedschap niet in werking wanneer u dit
u
naast u draagt. Het draaiend gedeelte kan dan in contact
komen met uw kleding, blijven haken en het gereedschap
in de richting van uw lichaam trekken.
Reinig regelmatig de ventilatieopeningen van het
u
gereedschap. De ventilator van de motor zuigt stof naar
binnen in de behuizing en opeenhoping van metaalpoeder
kan leiden tot kortsluiting.
Gebruik het gereedschap niet in de buurt van brand-
u
baar materiaal. Vrijkomend vonken kunnen dergelijke
materialen laten ontbranden.
Gebruik geen hulpstukken waarvoor koelvloeistoffen
u
vereist zijn. Gebruik van water of andere vloeistoffen voor
koeling kunnen leiden tot elektrocutie of schokken.
Opmerking: De bovenstaande waarschuwing geldt niet
voor apparatuur die speciaal is bedoeld voor gebruik met
vloeistofkoeling.
Waarschuwing met betrekking tot terugslag en
gerelateerde waarschuwingen
Terugslag is een plotselinge reactie die optreedt als het draai-
ende gedeelte (schijf, achterschijf, staalborstel, e,d.) plotseling
vast komt te zitten of blokkeert.Wanneer dit gebeurt, stopt het
hulpstuk zeer plotseling met draaien waardoor de draaiing
wordt overgebracht op het gereedschap zelf dat vervolgens
op het verbindingspunt naar achteren klapt in een richting
tegengesteld aan de draaiing van het hulpstuk.
Als bijvoorbeeld een slijpschijf vast blijft zitten of bekneld raakt
in het werkstuk, kan de rand van de schijf via het beknelling-
spunt het materiaal het werkstuk raken waardoor de schijf niet
meer slijpt, maar als het ware naar boven klimt of terugslag
veroorzaakt.De schijf kan ook in de richting of juist weg van
de bediener springen, afhankelijk van de draairichting van de
schijf op het moment van beknelling.
Het kan ook voorkomen dat slijpschijven breken in dit soort
situaties.
Terugslag is het gevolg van het verkeerde gebruik of onjuiste
gebruiksomstandigheden van elektrisch gereedschap.
Met geschikte voorzorgsmaatregelen, zoals hieronder zijn
beschreven, kan terugslag worden voorkomen.
Blijf de het gereedschap stevig met beide handen
u
vasthouden en plaats uw lichaam en armen zodanig
dat u een eventuele terugslag kunt tegenhouden.
Maak ook altijd gebruik van de hulphandgreep, indien
bijgeleverd, voor maximale controle bij terugslag
of torsiereactie tijdens het opstarten. Met geschikte
voorzorgsmaatregelen kunnen bedieners torsiereactie of
terugslagkrachten onder controle houden.
Houd uw handen uit de buurt van het draaiende
u
hulpstuk. Het hulpstuk kan door terugslag tegen uw hand
aan komen.