13. Onderhoud
Wanneer een kat door de tunnel gaat, wordt deze
gedetecteerd door een optische sensor in het tunneldak
(in de buurt van het luik). Als de lenzen van de sensor vuil
raken, bestaat het risico dat de het kattenluik gebrekkig gaat
werken en/of dat u de batterijen sneller moet vervangen.
Veeg de lenzen om de twee maanden schoon met een
vochtige doek.
De sensor reageert op reflectie van de bodem van de tunnel,
die daarom ook redelijk schoon moet worden gehouden.
Hebt u een bruin microchip-gestuurde SureFlap-kattenluik,
zorg dan dat de zilverkleurige reflecterende sticker schoon
blijft. Als de sticker ontbreekt, neemt u contact op met de
klantenservice van SureFlap of plaatst u de meegeleverde
reservesticker.
Wanneer u uw microchip-gestuurde SureFlap-kattenluik schoonmaakt, moet u al het kattenhaar
verwijderen bovenaan bij de tochtstrip van het deurtje. Veel kattenhaar in dit gebied van het
deurtje kan de lenzen van het kattenluik blokkeren, waardoor de eenheid continu scant en
daardoor de batterijen snel leeg raken.
Wacht na het schoonmaken van het microchip-gestuurde SureFlap-kattenluik ongeveer 10
seconden voordat u het weer in gebruik neemt.
14. Problemen oplossen
Symptoom: u kunt het chipnummer of de penning van uw kat niet goed in het
microchip-gestuurde SureFlap-kattenluik programmeren of het luik gaat niet
open voor uw kat
•
Controleer of de batterijen op de juiste manier zijn geplaatst en niet leeg zijn. Controleer of
u alkalibatterijen van hoge kwaliteit gebruikt.
•
Controleer of het microchip-gestuurde SureFlap-kattenluik in een metalen deur is ingebouwd.
Volg de instructies voor optimale installatie in paragraaf 6.3 als dit het geval is.
•
Controleer of de tunnel en sensorlenzen redelijk schoon zijn (zie paragraaf 13).
•
Hebt u na het plaatsen van de batterijen ongeveer 10 seconden gewacht voordat u een
kat in de tunnel liet? Is dit niet het geval, verwijder de batterijen dan en wacht minstens 2
minuten voordat u het kattenluik weer in gebruik neemt.
•
Controleer of er storingsbronnen zoals knipperende lampen en andere vergelijkbare
chiplezers in de buurt zijn (zie paragraaf 6.5).
•
Ga na of het programmeerproces juist is uitgevoerd voor elk van uw katten. Als u de
programmeermodus bijvoorbeeld hebt ingeschakeld voor een tweede kat, moet u zorgen
dat de tweede kat ook echt door het luikje gaat, en dat de eerste er niet tussen glipt. In geval
van twijfel herhaalt u het programmeerproces voor uw katten.
•
Een enkele keer gebeurt het dat het bereik van de microchip niet groot genoeg is. Als u
alle andere aanwijzingen voor probleemoplossing hebt gevolgd en het probleem aanhoudt,
neemt u contact op met de klantenservice van SureFlap voor meer hulp.
61