6 Onderhoud en verzorging
6.2 Stofbak en filter reinigen
12
13
14
OPGELET:
De stofbak en zijn filtercomponenten zijn
niet geschikt voor de wasmachine of vaat-
wasser. Reinig ze bovendien nooit met
schuurmiddelen, oplosmiddel of alcohol.
Hierdoor
kunnen
beschadigd worden.
OPGELET:
Reinig het motorfilter regelmatig (bijv. na
iedere derde keer leegmaken). Mocht u
vaststellen dat het motorfilter vervormd of
defect is, vervang het dan onmiddellijk door
een nieuwe, Zhoofdstuk 7.2, "Reserveon-
derdelen nabestellen".
1. Verwijder de stofbak zoals beschreven in
Zhoofdstuk 6.1, "Stofbak leegmaken".
2. Neem het motorfilter uit de stofbak en
scheid deze van de filterzeef (afb. 13).
3. Klop beide onderdelen met lichte slagen
boven een vuilnisbak uit.
4. Spoel de filtercomponenten alsmede de
stofbak onder stromend, warm water (max.
40 °C) grondig uit (afb. 12 + afb. 13).
5. Laat de componenten vervolgens volledig
drogen (min. 24 uur bij kamertemperatuur).
6. Plaats het motorfilter weer in de filterzeef.
7. Plaats het motorfilter weer in de stofbak.
8. Verbind de stofbak weer met het apparaat
(afb. 14). Zet de stofbak hiervoor eerst on-
deraan tegen de console aan en draai de
stofbak vervolgens goed in, tot deze hoor-
en voelbaar vastklikt.
apparaatonderdelen
61