BE
We raden aan om de afstanden, zoals in afb . F weergegeven, in acht te ne-
men om een goede werking van de ontvochtiger te garanderen.
Plaats de ontvochtiger op een stabiel, glad en horizontaal oppervlak.
Het apparaat kan worden vervoerd op de wieltjes. Voorafgaand aan een
transport moet de voeding van het apparaat weggenomen en het condens-
verzamelvaatje geleegd worden.
KLEIN ONDERHOUD
Voordat men enige reinigingsoperatie uitvoert, moet men de stekker
uittrekken of de automatische schakelaar afzetten.
1. REINIGING VAN DE ONTVOCHTIGER
- Reinig de ontvochtiger met een met lauw water (niet meer dan 40 °C)
bevochtigde doek en neutrale zeep. Gebruik geen oplosmiddelen of
agressieve schoonmaakmiddelen.
- Spuit niet met water rechtstreeks op de eenheid.
2. REINIGING VAN HET CONDENSVERZAMELVAATJE
Reinig het condensverzamelvaatje regelmatig (2-3 weken) om te voorko-
men dat er schimmels en bacteriën worden gevormd. Gebruik hiervoor
water en niet-agressieve schoonmaakmiddelen.
3. REINIGING VAN DE FILTERS
Stoffi lter
Voor een goed rendement van de ontvochtiger is de reiniging van het
fi lter essentieel (uit te voeren minstens om de 30 dagen).
- Verwijder het achterste rooster door het onderste gedeelte op te tillen en
vervolgens naar beneden te laten glijden (afb . G).
- Verwijder het fi lter van het rooster en maak het schoon met een stofzuiger
of was het met lauw water en een neutraal schoonmaakmiddel.
- Goed laten drogen (niet blootstellen aan de zon).
- Plaats het fi lter samen met het rooster terug op zijn plaats.
Anti-geurfi lter
(verwijdert nare geurtjes en vluchtige organische stoff en)
- Haal het anti-geurfi lter van het stoffi lter.
- Vervang het fi lter om de 24 maanden.
4. REINIGEN VAN DE AFVOERPOMP
- Haal het verzamelvaatje van het condenswater eruit;
- Verwijder het fi lter van de pomp door het omlaag te trekken (afb . H).
- Was het in lauw water.
- Goed laten drogen (niet blootstellen aan de zon).
- Breng het fi lter weer terug op zijn plaats en plaats het vaatje voor het
condenswater terug.
BELANGRIJK
Gebruik de ontvochtiger nooit zonder stoffi lter.
ONDERHOUD EINDE SEIZOEN
1. Verwijder het condenswater dat eventueel in het vaatje aanwezig is.
2. Reinig de eenheid, het condensverzamelvaatje en het stoffi lter.
3. Dek de eenheid af om afzetting van stof te voorkomen.
4. Installeer de ontvochtiger op een droge en goed verluchte plaats.
56
SUGGESTIES VOOR DE PLAATSING
40 cm
30 cm
30 cm
fi g.F
30 cm
30 cm
fi g.G
fi g.H