NL
Aanwijzingen:
• Lees zorgvuldig de gebruiksaanwij-
zing. Informeer u over de instelmoge-
lijkheden en het juiste gebruik van het
apparaat.
•
Informeer u passend indien u onzeker
bent over hoe u het apparaat moet
gebruiken en welke bedieningen ver-
boden zijn.
•
Wees aandachtig, let op wat u doet
en ga verstandig te werk. Gebruik het
apparaat niet als u moe of ziek bent of
onder invloed bent van drugs, alcohol
of medicatie. Een moment van onop-
lettendheid bij het gebruik van het ap-
paraat kan leiden tot ernstige letsels.
•
Dit apparaat is niet bestemd om te
worden gebruikt door personen met
beperkte fysieke, sensorische of men-
tale vaardigheden of een gebrek aan
ervaring /en of kennis, tenzij ze onder
toezicht staan van een persoon die in-
staat voor hun veiligheid of als ze van
deze persoon aanwijzingen hebben
gekregen over het gebruik van het ap-
paraat.
•
Kinderen moeten onder toezicht staan
zodat wordt gegarandeerd dat ze niet
met het apparaat zullen spelen.
•
Sta kinderen of andere personen die
de handleiding niet kennen niet toe
het apparaat te gebruiken. Plaatselijke
bepalingen kunnen de minimumleef-
tijd van de gebruiker vastleggen.
•
Maai nooit als er personen, vooral
kinderen, of dieren in de buurt zijn.
Wanneer u bent afgeleid, kunt u de
controle over het apparaat verliezen.
•
Denk eraan dat de gebruiker verant-
woordelijk is voor ongevallen met an-
dere personen of hun eigendom.
•
Neem de geluidsbescherming en de
plaatselijke voorschriften in acht.
66
Voorbereidende maatregelen:
•
Draag tijdens het maaien steeds
schoenen met antislipzool en een
lange broek. Maai niet op blote voeten
of in lichte sandalen. Loszittende kle-
dij, sieraden of lang haar kunnen door
bewegende onderdelen vastgegrepen
worden. Het dragen van geschikte
kledij doet het risico voor verwondin-
gen afnemen.
•
Controleer het terrein, waarop het ap-
paraat wordt gebruikt en verwijder alle
voorwerpen (bijv. stenen, stokken dra-
den, speelgoed) die kunnen worden
gegrepen en weggeslingerd.
Waarschuwing: benzine is in hoge
•
mate ontbrandbaar. Vuur of ontploffin-
gen kunnen tot ernstige brandwonden
leiden:
- Bewaar benzine uitsluitend in de
daarvoor voorziene reservoirs.
- Tank uitsluitend in de open lucht en
rook niet terwijl u benzine ingiet.
- Benzine dient vóór de start van de
motor ingegoten te worden. Terwijl
de motor draait of bij een heet ap-
paraat mag de tankdop niet ge-
opend of benzine bijgevuld worden.
- Indien er benzine overgelopen is,
mag er geen poging ondernomen
worden, de motor te starten. In
plaats daarvan dient het apparaat
van het door benzine bevuilde op-
pervlak gereinigd te worden. Iedere
ontstekingspoging dient vermeden
te worden totdat benzinedampen
verdampt zijn.
- Omwille van de veiligheid dienen
benzinetank- en andere tankdop-
pen bij beschadiging uitgewisseld te
worden.
•
vervang defecte geluiddempers.
•
Vóór het gebruik dient er altijd een
visuele controle doorgevoerd te wor-