TEST HET VEILIGHEIDSSYSTEEM –
Het is belangrijk het veiligheidssysteem te testen. De garagedeur
moet bij contact met een 50mm hoog obstakel op de vloer vanzelf
weer omhoog gaan. Het niet goed afstellen van de opener kan
ernstig lichamelijk letsel door een sluitende garagedeur tot
gevolg hebben. Herhaal de test eens in de maand en stel de
opener zonodig bij.
Werkwijze: Leg een 50mm hoog obstakel (1) op de vloer onder de
garagedeur. Stel de deur in werking in Neergaande richting. De deur
moet bij contact met het obstakel weer omhoog gaan. Als de deur bij
contact met het obstakel stopt, gaat hij niet ver genoeg omlaag.
Verleng de eindstand omlaag door de stelschroef eindstand omlaag
1/4 slag naar links te draaien. Herhaal de test.
Als de deur bij contact met het 50mm hoge obstakel weer omhoog
gaat, verwijdert u het obstakel en laat de opener een complete
bewegingscyclus uitvoeren. De deur mag niet vanzelf weer omhoog
gaan vanuit de gesloten stand. Als dit wel het geval is, stel dan de
Eindstanden en Kracht bij en test het veiligheidssysteem opnieuw.
INSTALLATIE VAN HET BEVEILIGINGSSYSTEEM –
(ZIE BIJ ACCESSOIRES)
De uitgeoefende kracht, zoals gemeten op de sluitende rand van
de deur, mag niet hoger zijn dan 150N (15 kg). Als de sluitkracht
op een waarde wordt afgesteld die hoger is dan 150N, dan moet
het Protector System geïnstalleerd worden.
Nadat de opener geïnstalleerd en afgesteld is, kan het
Beveiligingssysteem geïnstalleerd worden. De installatie-instructies
vindt u in de verpakking van dit apparaat.
Het Beveiligingssysteem zorgt voor een extra beveiliging tegen
het beklemd raken van kleine kinderen onder de garagedeur.
Het systeem werkt met een onzichtbare lichtstraal, die als hij door een
obstakel onderbroken wordt, maakt dat een sluitende deur weer
opengaat en verhindert dat een opengaande deur sluit. Dit apparaat
wordt ten zeerste aanbevolen voor huiseigenaren met kleine kinderen.
DE BEDIENING VAN UW OPENER
Uw opener kan met elk van onderstaande apparaten bediend worden:
• De verlichte bedieningsknop. Houd de bedieningsknop ingedrukt
totdat de deur in beweging komt.
• De sleutelschakelaar buiten of het sleutelloos
bedieningssysteem (als u één van deze accessoires heeft
geïnstalleerd).
• De afstandsbediening. Houd de knop ingedrukt totdat de deur in
beweging komt.
Het met de hand openen van de deur:
De deur moet zo mogelijk helemaal gesloten zijn. Door slappe of
gebroken veren zou de deur te snel kunnen sluiten, hetgeen
materiële schade of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg kan
hebben.
De deur kan met de hand geopend worden door de ontkoppelings-
handgreep omlaag en naar achteren (naar de opener) te trekken. Trek
de handgreep recht naar beneden om de slede weer vast te koppelen.
Gebruik de noodontkoppelingshandgreep nooit om de deur open
of dicht te trekken.
114A1991H-NL
24
25
DE BEDIENING VAN UW OPENER (VERVOLG)
Als de opener bediend wordt met de bedieningsknop of de
afstandsbediening:
1. Als de deur open is, gaat hij dicht. Als de deur gesloten is, gaat hij open.
2. Een sluitende deur gaat weer open.
3. Een opengaande deur stopt (om een doorgang open te laten voor
huisdieren of om frisse lucht binnen te laten).
4. Als de deur in gedeeltelijk open stand gestopt was, gaat hij verder
dicht.
5. Als de deur tijdens het sluiten op een obstakel stuit, gaat hij weer open.
6. Als de deur tijdens het openen op een obstakel stuit, stopt hij.
7. Het optionele Beveiligingssysteem werkt met een onzichtbare
lichtstraal, die als hij door een obstakel onderbroken wordt, maakt
dat een sluitende deur weer opengaat en verhindert dat een
opengaande deur sluit. Dit apparaat wordt TEN ZEERSTE
AANBEVOLEN voor huiseigenaren met kleine kinderen.
Laat de opener als deze 5 keer achter elkaar gewerkt heeft 15
minuuten afkoelen.
Het licht van de opener gaat aan: 1. als de stroom naar de opener
ingeschakeld wordt; 2. als de stroom onderbroken wordt;
3. als de opener in werking gesteld wordt.
Na 4-1/2 minuut gaat het licht automatisch uit. De sterkte van de lamp
mag maximaal 40 watt bedragen.
HET ONDERHOUD VAN DE DEUROPENER
Als de opener goed geïnstalleerd is, zal hij uitstekend werken met een
minimum aan onderhoud. De opener hoeft niet extra gesmeerd te
worden.
Het afstellen van de kracht en de eindstanden: Deze moeten
tijdens de installatie van de opener goed afgesteld en gecontroleerd
worden. Hiervoor is alleen een schroevedraaier nodig.
Weersomstandigheden kunnen lichte veranderingen in de werking van
de deur teweegbrengen waardoor bijstelling nodig is, vooral in het
eerste jaar dat de opener in gebruik is.
Zie de instructies voor de afstelling van de kracht en de eindstanden
op pagina 5. Volg deze instructies zorgvuldig op en herhaal de
veiligheidstest na elke bijstelling.
Afstandsbediening: De draagbare afstandsbediening kan met de
bijgeleverde klem aan de zonneklep bevestigd worden. Extra
afstandsbedieningen kunnen te allen tijde aangeschaft worden voor
de andere auto's die de garage gebruiken. Zie het gedeelte
Accessoires. De ontvanger moet geprogrammeerd worden om met
elke nieuwe afstandbediening te werken.
Batterij van de afstandsbediening: De lithiumbatterijen horen tot 5
jaar lang energie te produceren. Als het licht zwak wordt of niet
aangaat, moet de batterij vervangen worden. Als het zendbereik van
de afstandsbediening kleiner wordt, controleer dan het
batterijcontrolelampje.
Zo vervangt u de batterij: Om de batterijen te vervangen, gebruikt u
de klepbeugel of het blad van een schroevendraaier om de kast zoals
getoond. Leg in de batterijen met de pluspool naar boven. Om de
deksel terug te zetten, klikt u deze aan beide kanten vast. Gooi de
oude batterij niet met het huisvuil weg. Breng gebruikte batterijen naar
een speciaal inzamelingspunt.