AAN- / UITZETTEN
Alvorens het elektrogereedschap op de netspanning aan te sluiten, verzeker u zich of de netspanning
met de spanning aangegeven op het typeplaatje overeenkomt.
De verfstripper is voorzien van vier-standen schakelaar (3) die de keuze van de juiste parameters van
temperatuur en luchtstraal afhankelijk van soort uitgevoerd werk toelaat (afb. B). Plaats de schakelaar in
de juiste stand.
Stand 0
– uitgeschakeld
Stand I
– temperatuur 25°C
Stand II
– temperatuur 350°C
Stand III – temperatuur 550°C
Gebruik de stand I om een verhit voorwerp af te koelen, verf te drogen of een toestel na een lang werk
met hoge temperatuur alvorens neer te leggen of uitwisseling van aanvullende tuit af te koelen. Wacht bij
wijziging van de stand II of III met hoge temperaturen naar de stand I totdat het toestel tot 25°C afkoelt.
Verfstripper is zeer makkelijk in gebruik. De vier-standen schakelaar (3) toelaat om de temperatuur van
de luchtstraal aan het gepland werk aan te passen. Na aanzetten van de verfstripper wacht totdat de
uitkomende lucht de gewenste temperatuur bereikt.
Geringe rookemissie bij de eerste aanzetting van de verfstripper vormt een normaal verschijnsel.
OVERVERHITTINGSBEVEILIGING
Het is verboden om de tuit van de verfstripper te dicht bij het bewerkte materiaal te plaatsen omdat
de weerkaatste straal van hete lucht de oververhittingsbeveiliging kan activeren.
De afstand tussen de tuit en het bewerkte materiaal dient afhankelijk van soort bewerkt materiaal en soort
gebruikte aanvullende tuit gekozen te worden. Stel de meest passende temperatuur op basis van proeven
vast en om die reden begin het werk met een laag temperatuurbereik.
Bij oververhitting (thermische overbelasting) indien de oververhittingsbeveiliging geactiveerd
wordt, schakelen de dompelaars van de verfstripper automatisch uit maar de blaazer werkt verder.
Na afkoeling tot de ingestelde temperatuur schakelt de verwarming vanzelf alweer in.
VORMEN VAN KUNSTSTOF BUIZEN
Plaats de reflector tuit op de uitlaattuit. Om te voorkomen dat de buis versmald raakt, vul het met zand
en sluit aan beide zijden.
Warm de buis gelijkmatig op door het ten opzichte van de verfstripper te verschuiven.
Bevroren plaatsen van de waterleidingen warm altijd vanaf de rand naar het midden op. Kunststof
buizen en verbindingsstukken tussen buiselementen warm bijzonder voorzichtig op zodat er geen
beschadigingen ontstaan.
Vaak is het onmogelijk om waterleidingen van gasleidingen te onderscheiden. Wees bijzonder
aandachtig. In geen enkel geval is het toegestaan om gasleidingen op te warmen.
ALVORENS MET HET WERK TE BEGINNEN
1. Werkplek
Verzeker u zich of in de buurt geen voorwerpen zich bevinden die de comfortabele bewegingen en het
veilige werk kunnen belemmeren.
2. Spanningsbron
Verzeker u zich of de parameters van de spanningsbron waarop de verfstripper aangesloten wordt,
overeenkomen met de eisen aangegeven op het typeplaatje.
3. Schakelaar
Verzeker u zich of de schakelaar in de 'uit' stand zich bevindt. Het plaatsen van de stekker in de contactdoos
als de schakelaar in de 'aan' stand is, kan een ernstig ongeval als gevolg hebben omdat de verfstripper
onmiddellijk begint te werken.
WERK / INSTELLINGEN
98