Automatisch optillen
• Gebruik voor het gemotoriseerd optillen van de bak het hier-
voor bestemde bedieningselement.
14 GEBRUIK VAN DE MULTI-BRAADPAN
AANWIJZINGEN VOOR HET GEBRUIK
• Het apparaat is bestemd voor het direct bereiden van vo-
edsel (stoven, bereiden van soepen, bakken van biefstukken,
hamburgers, vis, groenten, enz.).
• De bereidingsplaat mag niet worden gebruikt voor het indi-
rect bereiden van voedsel; er mogen dus geen pannen of
koekenpannen enz. op worden gezet.
• Gebruik het apparaat niet als friteuse, de temperatuur van de
bodem van de bak stijgt namelijk tot boven 230°C, waardoor
het gevaar bestaat dat de olie in brand vliegt.
• Maak de bak aan het einde van de dag grondig schoon, om
te voorkomen dat er corroderende afzettingen in ontstaan.
AAN- EN UITZETTEN VAN DE VERHITTING
De bedieningsknop van de thermostaat kan in de volgende
standen worden gebruikt:
0 Uit
110°C Laagste temperatuur
280°C Hoogste temperatuur
Aanzetten
• Draai de thermostaatknop op de stand van de gewenste be-
reidingstemperatuur.
• Het gele controlelampje gaat branden.
• Als het gele controlelampje uitgaat, is de ingestelde tempe-
ratuur bereikt.
Uitzetten
• Draai de thermostaatknop in de stand ' 0 '.
15 PERIODEN WAARIN HET APPARAAT NIET WORDT
GEBRUIKT
Doe het volgende als het apparaat langere tijd niet zal worden
gebruikt:
• Maak het apparaat grondig schoon.
• Wrijf alle roestvrijstalen oppervlakken in met een doek met
vaselineolie, zodat er een beschermend laagje wordt aan-
gebracht.
• Laat de deksels open staan.
• Draai kranen dicht en zet hoofdschakelaars uit die vóór het
apparaat zijn geplaatst.
Doe het volgende als het apparaat lange tijd niet is gebruikt:
• Controleer het apparaat, alvorens het weer te gebruiken.
• Laat elektrische apparaten gedurende minstens 60 minuten
op de laagste temperatuur functioneren.
INSTRUCTIES VOOR DE REINIGING
AANWIJZINGEN VOOR DE REINIGING
De fabrikant van het apparaat kan niet verantwoordelijk
worden geacht voor eventuele schade die veroorzaakt
wordt door het niet naleven van de hieronder vermelde
verplichtingen.
8
• Maak de gesatineerde buitenkant van roestvrij staal, het op-
pervlak van de bereidingsbakken en het oppervlak van de
kookplaten iedere dag schoon.
• Laat de inwendige delen van het apparaat minstens tweema-
al per jaar schoonmaken door een bevoegd technicus.
• Reinig het apparaat niet met directe waterstralen of stralen
met hoge druk.
• Gebruik geen bijtende producten om de vloer of het opper-
vlak onder het apparaat schoon te maken.
• Behuizing en vlamverdelers van de branders van de ko-
okplaat niet in de vaatwasmachine wassen.
GESATINEERDE OPPERVLAKKEN VAN ROESTVRIJ STA-
AL
• Maak de oppervlakken schoon met een doek of spons met
water en gewone, niet-schurende reinigingsmiddelen. Wrijf
de doek in de richting van de satinering. Spoel de doek vaak
uit en maak het apparaat goed droog.
• Gebruik geen schuursponzen of andere voorwerpen van
ijzer.
• Gebruik geen chemische producten die chloor bevatten.
• Gebruik geen scherpe voorwerpen die de oppervlakken kun-
nen krassen of beschadigen.
OPPERVLAKKEN VAN WEEK IJZER OF GIETIJZER
• Maak de oppervlakken schoon met een vochtige doek.
• Schakel de plaat enkele minuten in om hem snel te laten dro-
gen.
• Wrijf de oppervlakken in met een dun laagje voedingsolie.
BEREIDINGSBAKKEN
• Maak de bakken schoon door het water aan de kook te bren-
gen, en voeg hieraan eventueel ontvettende producten toe.
• Verwijder eventuele kalkafzettingen met geschikte producten.
INSTRUCTIES VOOR HET ONDERHOUD
AANWIJZINGEN VOOR DE ONDERHOUDSMONTEUR
De fabrikant van het apparaat kan niet verantwoordelijk
worden geacht voor eventuele schade die veroorzaakt
wordt door het niet naleven van de hieronder vermelde
verplichtingen.
• Lees deze handleiding aandachtig door. Hierin vindt u be-
langrijke informatie over de veiligheid bij de installatie, het
gebruik en het onderhoud van het apparaat.
• Schakel de elektrische voeding van het apparaat uit (indien
aanwezig), alvorens enige handeling te verrichten.
• De installatie, aanpassing aan een ander gastype en het on-
derhoud van het apparaat moeten worden uitgevoerd door
gekwalificeerd personeel dat hiertoe geautoriseerd is door
de fabrikant, in overeenstemming met de geldende veili-
gheidsvoorschriften en de instructies in deze handleiding.
• Stel het model van het apparaat vast. Het model staat aan-
gegeven op de verpakking en op het typeplaatje van het ap-
paraat.
• Installeer het apparaat alleen in vertrekken met voldoende
ventilatie.
• Dek de luchtinlaat- en uitlaatopeningen van het apparaat niet
af.
• Maak de onderdelen van het apparaat niet onklaar.
16 AANPASSING AAN EEN ANDER TYPE GAS
Zie het hoofdstuk 'Instructies voor het onderhoud'.