Aansluiting van luidsprekers
De versterker kan in een één-, twee- of driekanaalsmode gebruikt worden. De minimale impedantie
voor het éénkanaalsbedrijf (met overbrugging/mono) is 4-8 ohm. De driekanaalsmode tri-power
betekent een gelijktijdige stereo- en monouitgang. De minimale impedantie blijft gelijk ook voor het
driekanaalsysteem (satelliet/subwoofer), indien de juiste negatieve cross-over's worden gebruikt.
Sluit de kabels van de linker en rechter luidspreker aan de desbetreffende klemmen van de versterker,
voor de uitgang van de luisprekers, aan.
Let op dat de positieve kabel van de luidspreker aan de positieve luidsprekerklem van de versterker
wordt aangesloten en de negatieve kabel van de luidspreker aan de negatieve luidsprekerklem van de
versterker. Een verkeerde aansluiting zou als gevolg hebben dat de membranen van de luidsprekers
uit fase komen, wat betekent dat er geen lage tonen zullen klinken. Zie Afb. 5 - Connectoren voor
signaaluitgang naar de luidsprekers.
AANSLUITINGSSCHEMA VOOR LUIDSPREKERS BIJ HET TWEEKANAALSSYSTEEM
1 LUIDSPREKER – MET OVERBRUGGING
SPEAKER OUTPUT
-
CH2
- BRIDGED +
1 CH
4-8 Ohms
SPEAKER OUTPUT
-
CH2
- BRIDGED +
2-4 Ohm
2 CH
SPEAKER OUTPUT
-
CH2
- BRIDGED +
4-8 Ohm
2 CH
3 CH
All manuals and user guides at all-guides.com
+
+
-
CH1
+12V
FUSE
FUSE
2 LUIDSPREKERS – STEREO
+
+
-
CH1
+12V
FUSE
FUSE
1 CH
3 LUIDSPREKERS – MODE "TRI"
+
-
+
CH1
+12V
FUSE
FUSE
1 CH
4-8 Ohm
WOOFER 2CH + 1CH
REM
GND
PROT
ON
POWER
REM
GND
PROT
ON
POWER
REM
GND
PROT
ON
POWER
Fig.5