nl
28
Hand- en armtrillingen
Het in deze gebruiksaanwijzing vermelde trillingsniveau
is gemeten met een volgens EN 62841 genormeerde
meetmethode en kan worden gebruikt om elektrische
gereedschappen met elkaar te vergelijken. Deze is ook
geschikt voor een voorlopige inschatting van de tril-
lingsbelasting.
Het aangegeven trillingsniveau representeert de hoofd-
zakelijke toepassingen van het elektrische gereedschap.
Als echter het elektrische gereedschap wordt gebruikt
voor andere toepassingen, met afwijkende inzetgereed-
schappen of onvoldoende onderhoud, kan het trillings-
niveau afwijken. Dit kan de trillingsbelasting gedurende
de gehele arbeidsperiode duidelijk verhogen.
Voor een nauwkeurige schatting van de trillingsbelas-
ting moet ook rekening worden gehouden met de tijd
waarin het gereedschap uitgeschakeld is, of waarin het
gereedschap wel loopt, maar niet werkelijk wordt
gebruikt. Dit kan de trillingsbelasting gedurende de
gehele arbeidsperiode duidelijk verminderen.
Leg extra veiligheidsmaatregelen ter bescherming van
de bediener tegen het effect van trillingen vast, zoals:
onderhoud van elektrische gereedschappen en inzetge-
reedschappen, warm houden van de handen, organisa-
tie van het arbeidsproces.
In één oogopslag.
1 voorste handgreep (geïsoleerd greepvlak)
2 achterste handgreep (geïsoleerd greepvlak)
3 Moer voor vonkenbescherming
4 Vonkenbescherming
5 Hendel voor schuurbandwissel
6 Aan/uit-schakelaar
7 Contactschijf
8 Schroeven voor schuurbandfijninstelling
9 Moer voor schuurbandfijninstelling
10 Vlakschuursteun
11 Schuurband
12 Aandrijfschijf
13 Stelwiel vooraf instelbaar toerental
14 Geïsoleerd greepvlak elektrisch gereedschap
Instellingen.
Trek altijd voor werkzaamheden aan het elektrische
gereedschap de stekker uit het stopcontact.
Handgreep instellen (afbeelding 2).
De handgreep kan in drie verschillende standen wor-
den bevestigd.
Draai de greep los.
Breng de greep in de door u gewenste werkstand en
bevestig deze weer.
Bandloop fijn afstellen (afbeelding 3).
Schakel de machine in en controleer de bandloop.
Loopt de band niet in het midden, draait u de schroef
(8) los en draait u de moer (9) met een sleutel (10 mm)
afhankelijk van wat nodig is naar rechts of naar links.
Schuurband vervangen (afbeelding 4).
Zwenk de hendel (5) naar rechts. De schuurband is nu
los en kan worden verwijderd.
Breng de nieuwe schuurband aan. Let erop dat de pijl-
richtingen op de binnenzijde van de schuurband en het
huis van het elektrische gereedschap overeenkomen.
Zwenk de hendel (5) naar links en controleer of de
schuurband in het midden ligt. Controleer regelmatig
de bandloop.
Controleer bij elke schuurbandwissel de bandrollen op
beschadigingen. Vervang beschadigde bandrollen.
Controleer aandrijfschijf (12) en contactschijf (7) bij
elke schuurbandwissel op slijtage en beschadigingen.
Laat beschadigde delen vervangen.
Geïsoleerde greepvlakken
(afbeelding 5).
Houd het elektrische gereedschap vast aan de geïso-
leerde greepvlakken (1), (2) en (14).
Vonkenbescherming vervangen
Draai de moer (3) los en verwijder de vonkenbescher-
ming (4). Plaats de nieuwe vonkenbescherming en draai
de moer (3) vast.
Gebruiksvoorschriften.
Controleer het te bewerken werkstuk op ver-
ontreinigingen. Verwijder de vreemde voorwer-
pen voor de bewerking.
Schuur of slijp niet in het bereik van de aandrijf-
schijf (12).
In- en uitschakelen (afbeelding 6).
De nulspanningsbeveiliging voorkomt dat de band-
schuurmachine weer zelfstandig begint te lopen als tij-
dens het gebruik de stroomtoevoer is onderbroken,
bijvoorbeeld doordat de stekker uit het stopcontact is
getrokken, ook als dat slechts kort het geval is geweest.
Inschakelen:
Duw de aan/uit-schakelaar (6) met het geribbelde
oppervlak naar beneden en schuif deze vervolgens naar
voren.
Uitschakelen:
Druk de aan/uit-schakelaar (6) omlaag.
Bandsnelheid instellen (afbeelding 7).
Het bereik kan traploos worden veranderd.
Draai het stelwiel (13) tussen „1" voor de laagste band-
snelheid en „6" voor de hoogste bandsnelheid.
Gebruik het elektrische
gereedschap niet met natte
of vochtige handen.