NL
Koplampen in-/uitschakelen
Om de koplampen in te schakelen, zet u de scha-
kelaar op „ON".
Om de koplampen uit te schakelen, zet u de scha-
kelaar op „OFF".
Benzinekraan openen
Met de benzinekraan kunt u de brandstoftoevoer
van de linker en rechter brandstoftank openen en
sluiten.
Brandstoftoevoer van beide tanks gesloten
Brandstoftoevoer rechter tank geopend
Brandstoftoevoer linker tank geopend
Parkeerrem in- resp. uitschakelen
Om de parkeerrem in te schakelen, drukt u het
rempedaal [A] helemaal in en drukt u op de scha-
kelaar [D]
.
Om de parkeerrem uit te schakelen, drukt u het
rempedaal [A] in, totdat de schakelaar [D] los-
komt.
Let op!
Schakel altijd de parkeerrem in, voordat u het
apparaat verlaat.
Trap niet op het gaspedaal voor vooruitrijden [B]
of op het gaspedaal voor achteruitrijden [C],
terwijl het rempedaal [A] bediend wordt of de
parkeerrem ingeschakeld is. Dit kan tot schade
aan de transmissie leiden.
Motortoerental instellen
Met de gashendel kunt u het motortoerental traploos
instellen.
Snel motortoerental =
Laag motortoerental =
Motor starten
Opmerking
De choke
dient voor het starten van het
apparaat bij koude motor. Sommige model-
len hebben geen choke, de motor stelt zich
automatisch op de betreffende start in. Let
gebruiksaanwijzing van de motor.
Open de benzinekraan (voor de rechter of linker
brandstoftank).
Ga op de bestuurdersstoel zitten.
Schakel het snijwerk uit.
Schakel de parkeerrem in.
80
(optioneel
Zet de gashendel omhoog
Trek
de gashendel omhoog
Bedien de contactsleutel
Steek de contactsleutel in het contactslot.
Draai de contactsleutel om
loopt.
Laat de contactsleutel los.
Zet de contactsleutel omhoog
Zet de choke of de gashendel langzaam terug, tot
de motor rustig loopt.
Motor stoppen
Zet de gashendel op de middelste stand.
Laat de motor ca. 20 seconden lopen.
Zet de contactsleutel omhoog
Trek de contactsleutel uit het slot.
Schakel de parkeerrem in.
de choke uit resp. zet
.
:
Opmerking
Een startpoging mag max. 5 seconden
duren. Wacht vóór de volgende poging
10 seconden.
WAARSCHUWING!
Gevaar door abrupt opstarten, plotseling
stoppen en rijden met een te hoge snelheid
Gevaar voor ongevallen
Rij langzaam weg en rem langzaam af.
Rij niet met een te hoge snelheid.
Wees bijzonder voorzichtig bij het
achteruitrijden.
Verander nooit van rijrichting zonder de
machine eerst tot stilstand te brengen.
Verminder in bochten altijd de snelheid
en pas de snelheid aan de draaicirkel
(hoe kleiner de radius des te lager de
snelheid).
Verstel tijdens het rijden nooit de stuur-
kolom of de bestuurdersstoel.
Gebruik het apparaat nooit zonder
rolbeugel of zonder snijwerk.
Gebruik het apparaat niet met
omlaaggeklapte rolbeugel.
Doe bij omhooggeklapte rolbeugel altijd
de veiligheidsgordel om.
Doe bij de omlaaggeklapte rolbeugel de
veiligheidsgordel niet om.
Gebruik
.
tot de motor
.
.
769-11757