►7.1. Bepaal in de "TABEL TECHNISCHE
en
GEGEVENS", de correcte druk (Bar - PSI - kPa)
van uw generator.
it
►7.2. Haal de schroef/dop weg van de koppeling
van de manometer (A).
de
►7.3. Monteer de manometer (niet meegeleverd,
zie "ACCESSOIRES").
es
►7.4. Zet de generator aan.
fr
►7.5. Draai de regelschroef in wijzerzin om de druk
te verhogen en in tegenwijzerzin om de druk te
nl
verminderen (B).
►7.6. Neem de manometer weg en plaats de
pt
schroef/dop terug (A).
da
8. REINGING FILTER VAN DE TANK
(ZIE FIG. 8)
fi
AFHANKELIJK
VAN
BRANDSTOF DIE GEBRUIKT WORDT, KAN HET
no
NODIG WORDEN OM DE FILTER VAN DE TANK
sv
TE REINIGEN.
►8.1. Verwijder de dop (A) van de tank.
pl
►8.2. Haal de filter (B) uit de tank.
►8.3. Reinig de filter (B) met zuivere brandstof,
ru
zorg ervoor de filter niet te beschadigen.
►8.4. Hermonteer de filter (B) in de tank.
cs
►8.5. Sluit de dop (A).
hu
9. OPSLAG EN TRANSPORT
sl
OM DE GENERATOR ZO GOED MOGELIJK
OP TE SLAAN EN/OF TE VERVOEREN, IS HET
tr
AANBEVOLEN DE VOLGENDE PROCEDURE TE
VOLGEN.
hr
►9.1. Haal alle brandstof uit de tank tot hij leeg
is (sommige modellen zijn uitgerust met een
lt
afvoerdop onderaan de tank. Verwijder in dat
geval de afvoerdop en laat de brandstof eruit
lv
lopen).
►9.2. Indien men vaststelt dat er residuen zijn, giet
et
zuivere brandstof in de tank en laat opnieuw af.
ro
►9.3. Sluit de dop van de tank en/of eventueel de
afvoerdop, en verwerk de brandstof op correcte
sk
wijze volgens de geldende normen.
►9.4. Om de generator zo goed mogelijk te
bg
bewaren, is het aanbevolen deze in vlakke positie
te houden, om te vermijden dat er brandstof
uk
uitloopt, en om die op een droge plaats op te
slaan, beschut tegen mogelijke externe schade.
bs
el
11. PREVENTIEF ONDERHOUDSPROGRAMMA
WAARSCHUWING: VOORALEER EEN ONDERHOUD OF REPARATIE UIT TE VOEREN, MOET
zh
MEN DE VOEDINGSKABEL LOSKOPPELEN VAN HET ELEKTRISCHE NET EN ER ZICH VAN
COMPONENT
Brandstoftank
Filters
DE
HOEVEEELHEID
VERZEKEREN DAT DE GENERATOR KOUD IS.
FREQUENTIE ONDERHOUD
Iedere 150-200 werkuren de tank
leegmaken en spoelen met zuivere
brandstof
Iedere 500 werkuren of naargelang de
noodwendigheden reinigen of vervangen
10. KAMERTHERMOSTAAT
►►10.1. MODELLEN VOORAF INGESTELD
VOOR EEN KAMERTHERMOSTAAT OP
AFSTAND:
(ZIE FIG. 9)
Bij modellen die vooraf ingesteld zijn voor een
kamerthermostaat op afstand, verwijdert u de
afdekking verbonden met de verwarming (A); sluit
de thermostaat (B) (optie) aan en stel de gewenste
kamertemperatuur in.
►►10.2. MODELLEN MET
KAMERTHERMOSTAAT GEÏNSTALLEERD OP
HET BEDIENINGSPANEEL:
(ZIE FIG. 10)
Wanneer u bij modellen met kamerthermostaat
geïnstalleerd op het bedieningspaneel aan de knop
(B) draait, begint de gewenste temperatuur enkele
seconden op het display (A) te knipperen, daarna
verschijnt de kamertemperatuur op het display.
Wanneer de knop (B) helemaal naar rechts wordt
gedraaid,verschijnt "CH" op het display (A); daarna
werkt de verwarming continu.
►►10.3. MODELLEN VOORAF INGESTELD
VOOR EEN KAMERTHERMOSTAAT OP
AFSTAND EN KAMERTHERMOSTAAT
GEÏNSTALLEERD OP HET
BEDIENINGSPANEEL:
(ZIE FIG. 9-10)
Bij modellen die vooraf ingesteld zijn voor
een
kamerthermostaat
kamerthermostaat
geïnstalleerd
bedieningspaneel, verwijdert u de afdekking
verbonden met de verwarming (ZIE A FIG. 9) en
sluit u de thermostaat aan (ZIE B FIG. 9) (optie).
Voor een correcte werking van de verwarming
draait u de knop helemaal naar rechts (ZIE B FIG.
10), op het display (ZIE A FIG. 10) verschijnt "CH";
daarna stelt u de gewenste temperatuur in op de
kamerthermostaat op afstand.
ONDERHOUDSPROCEDURE
De tank leegmaken en spoelen met
zuivere brandstof (ZIE PARAG. 9)
Raadpleeg een erkende
servicedienst
op
afstand
en
een
op
het