3. STEL HET APPARAAT ALLEEN IN WERKING ALS U ZEKER WEET DAT HET
IN OPTIMALE STAAT VERKEERT! LET VOORAL OP DE TOESTAND VAN DE
WIELEN, DE VORKEN EN DE HEF- EN DAALBESTURING.
4. GEBRUIK HET APPARAAT NOOIT OP HELLENDE WEGEN.
5. LET VOORAL ALTIJD OP DAT GEEN LICHAAMSDELEN IN HET
HEFMECHANISME, ONDER DE VORKEN OF ONDER DE LADING KUNNEN
GERAKEN. TRANSPORTEER NOOIT PERSONEN !
6. DE BEDIENER MOET OMWILLE VAN DE EIGEN VEILIGHEID
WERKHANDSCHOENEN EN VEILIGHEIDSSCHOENEN DRAGEN!
7. TRANSPORTEER GEEN INSTABIELE OF LOS GESTAPELDE LADING !
8.
HET APPARAAT MAG NOOIT WORDEN OVERBELAST!
9.
BELAAD HET APPARAAT NOOIT EENZIJDIG / KOPLASTIG OF BOVEN HET
APPARAAT / OVER DE VORKEN UITSTEKEND!
10. HET VERMOGEN VAN HET APPARAAT IS ALLEEN GEWAARBORGD BIJ
CORRECT UITGEBALANCEERDE LADING MET HET ZWAARTEPUNT IN
HET MIDDEN VAN DE VORKEN !
11. CONTROLEER ALTIJD OF DE LENGTE VAN DE VORKEN OVEREENSTEMT
MET DE LENGTE VAN DE PALETTEN!
12. STUUR DE VORKEN ALTIJD TOT IN DE LAAGSTE STAND ALS HET
APPARAAT NIET WORDT GEBRUIKT!
Met de schaarhefwagen kan men pallets handmatig en elektrisch optillen. Het omlaag sturen
geschiedt handmatig.
II .Olie bijvullen
Wanneer de vork niet tot de hoogste nominale positie kan worden gepompt, moet eventueel
hydrauliekolie worden bijgevuld. Gebruik hiervoor hydrauliekolie van de kwaliteit ISO VG32 of een
gelijkwaardige olie. De viscositeit moet 1,5-3,5 bedragen. Het is niet toegestaan, verschillende
soorten hydrauliekolie te mengen!
III .Inspectie- en onderhoudsinstructies
Veiligheidsinstructies
Vóór inspectie- of onderhoudswerkzaamheden moeten alle leidingen van de
h e f w a g e n
Onderhoud en inspectie
Storingsvrij bedrijf van de bedieningselementen controleren.
Toestand van loopwielen en rolassen controleren.
Scharnieren en lagers smeren
Functie en loop van wielen en rollen controleren
Wijzigingen zonder voorafgaande aankondiging voorbehouden
w o r d e n
v e r w i j d e r d .
Inspectie-
intervallen
dagelijks of vóór
gebruik
maandelijks
pagina 2 van 4