Deel 3 – ONDERHOUD
WAARSCHUWING
Voer GEEN afstellingen, onderhoud of herstellingen
uit terwijl de motor en het mes draaien. STOP de
motor en het mes. Verwijder de bougiekabel van de
bougie en bevestig hem uit de buurt van de bougie.
De onderdelen en de motor zijn HEET. Laat de motor
en de onderdelen voldoende afkoelen, om ernstige
brandwonden te voorkomen. Draag dikke leren
handschoenen wanneer u de maaimessen hanteert
of eraan werkt. De messen zijn buitengewoon
scherp
en
kunnen
veroorzaken.
3.3.4. Controleren van het
veiligheidsvergrendelsysteem
1. Start de maaier.
2. Laat het maaibladhendel los. De motor moeten
binnen 3 seconden stoppen.
Als de motor niet stopt, mag de maaier niet
worden gebruikt. Breng de maaier naar een
erkende dealer voor onderhoud.
3.3.5. Componenten van de wielaandrijving
Verwijder vuil op of rond de transmissie, de assen,
spanrol,
poelies,
componenten op slijtage of beschadiging. Vervang
versleten of beschadigde onderdelen onmiddellijk.
3.4 OPSLAGPROCEDURE
Raadpleeg de handleiding van de motor voor de
instructies
voor de opslag van de motor. Bereid de
maaier als volgt voor op de opslag op het einde van het
seizoen:
1. Laat de brandstof uit de brandstoftank lopen en
laat de motor draaien tot alle brandstof uit de
carburator is.
2. Koppel de bougiekabel af en verwijder hem van
de bougie voor u enige andere voorbereiding
uitvoert!
3. Plak alle openingen af, om te voorkomen dat
tijdens het afwassen water in de uitlaat of de
luchtinlaat komt.
4. Kantel de maaier op zijn achterwielen en maak
de onderzijde van het maaihuis grondig schoon.
Kantel de maaier niet met de bougie of de
carburator
naar
omlaag.
plamuurmes en/of een staalborstel alle afzettingen
van gras weg.
5. Smeer alle blootgestelde metalen delen met een
lichte laag olie, om corrosie te voorkomen.
All manuals and user guides at all-guides.com
ernstige
verwondingen
riem
enz.
Controleer
Schraap
met
6. Draai bij zelfrijdende modellen de hendel voor
de rijsnelheid naar de stand "traag" (schildpad) om
te voorkomen dat de riem en/of de veer van de
spanrol worden uitgerekt.
7. Vouw de duwboom voorzichtig naar voren en
buig
de
beschadigen.
8. Bewaar de maaier in een schuur of op een
andere
weersinvloeden.
de
een
12
bedieningskabels
om
droge
plaats,
beschermd
ze
niet
te
tegen