Gebruiksaanwijzingen
Dit lange locomotiefmodel stelt bijzondere eisen aan uw
modelbaan. Let a.u.b. op de volgende punten:
• De berijdbare minimale radius is 360 mm. Zowel bij het
rijden in krappe bogen als bij het berijden van wissels
met krappe bogen dient de snelheid aangepast te
worden.
• Vermijdt zogenaamde tegenbogen in de planning van
uw baan. Soms is het gebruik van een tegenboog in
het railplan van de modelbaan niet te vermijden (bijv.
wisselstraat). Men dient er dan op te letten, dat in de
omgeving van de tegenboog niet ook nog een wijziging
in de stijging van de rails plaats heeft.
• Het begin en het einde van een stijging moeten afge-
rond verlopen. Tussen twee aaneengesloten railstuk-
ken is een wijziging in de stijgingshoek van 1 graad
toegestaan. Daarnaast moet er op gelet worden dat de
railstukken in de stijgingsovergang minimaal 180 mm
lang zijn. De overgang in de stijging mag niet direct
achter een boog liggen.
• Overgangsrails (bijv. C- naar K-rails) nooit direct achter
een boog plaatsen. Er dient minstens een rechte rail
met een lengte van 180 mm tussen de overgangsrail en
de boog te liggen.
• Alle railstukken moeten vlak op de ondergrond liggen.
Een doorgebogen rail kan een ontsporing veroorzaken.
All manuals and user guides at all-guides.com
Nota para el funcionamiento
Esta locomotora tan larga, necesita unas exigencias par-
ticulares para su funcionamiento correcto en su maqueta.
Por favor preste atención a las siguientes puntos:
• El radio mínimo de conducción es de 360 mm. Radios
• Evite trayectos de vías con contracurvas en su ma-
• El principio y el fin de las pendientes tienen que ser con
• No utilizar nunca vías de transición (p.e. a la vía K o C)
• Todas las vías tienen que sentarse planas sobre la
estrechos y desvíos con radios estrechos deben ser
circulado con una velocidad apropiada.
queta. Si las no se pueden evitar trayectos de vías con
contracurvas, (p.e. desvíos) hay que tener en cuenta,
que no haya pendientes en ellas.
principio de pendiente suave. Entre dos tramos de vías
rectas solo se permite una pendiente de 1 grado. Hay
que tener en cuenta, que los tramos de vías rectas,
tengan una longitud máxima de 180 mm. Que le paso
de trancisión de pendiente no esté tras una curva.
después de una curva. Utilizar por lo menos una vía
recta de 180 mm entre curva y vía de transición.
superficie. Un vía torcida puede ocasionar un descar-
rilamiento.
11