Wijzigen Van De Traktor Voorkeursinstellingen; Lijst Met Traktor Pioneer Ddj-T1 Edition Instellingen; Toewijzen Van De Gewenste Functies Aan Het [Needle Search] Vlak - Pioneer DDJ-T1 Manual De Instrucciones

Controlador dj
Ocultar thumbs Ver también para DDJ-T1:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles

Idiomas disponibles

Wijzigen van de TRAKTOR
voorkeursinstellingen
U kunt de instellingen voor de gebruiksomgeving van TRAKTOR aanpassen aan uw eigen hardware.
Voor details over de instellingen voor de gebruiksomgeving van TRAKTOR verwijzen we u naar de TRAKTOR handleiding.
! Als u de wijzigingen in de omgevingsinstellingen wilt terugzetten op de standaardwaarden, dient u de volgende website te raadplegen.
http:/ / www.prodjnet.com/ support/
1
Klik op de TRAKTOR [
Open het TRAKTOR instellingenmenu.
2
Selecteer de categorie en wijzig de instelling.
Lijst met TRAKTOR Pioneer DDJ-T1
EDITION instellingen
Categorie
Beschrijving
Selecteer de audio-apparatuur die u wilt gebruiken voor het
in/ uitvoeren van audiosignalen. Stel de bemonsteringsfre-
Audio Setup
quentie en latentie in.
[Internal]: Gebruik het interne mengpaneel van TRAKTOR.
Selecteer [Internal] als u het alleen met dit toestel gebruikt.
Output Routing
[External]: Gebruik een extern mengpaneel.
Stel de audio-uitgangsaansluitingen in voor de master en
voor het meeluisteren.
Bepaal of audio-ingangssignalen van externe apparatuur
Input Routing
(draagbare audiospeler, microfoon enz.) naar een deck moet
worden geleid.
Stel de voorwaarden en functies in voor het laden van frag-
Loading
menten in de decks.
Transport
Stel de tempo- en toonsoortvergrendelingsfuncties in.
Mixer
Stel de automatische versterking, masterbeperking enz. in.
Stel in welke typen effecten worden getoond bij het selecteren
Effects
van effecten.
Stel in of het TRAKTOR master audio-uitgangssignaal moet
worden opgenomen, of het externe audio-ingangssignaal.
Recording
Stel de locatie in waar opgenomen audiobestanden moeten
worden opgeslagen.
Maak instellingen voor het importeren van fragmenten, auto-
File Management
matische analyse, het BPM-bereik bij analyse enz.
Stel het pad in naar de digitale gegevens (muziekbestanden,
Data Location
iTunes archiefbestanden enz.).
stel de weergavemethode voor het deck-gebied in, de letter-
Global View
Options
grootte voor de browser enz.
Wijs TRAKTOR functies toe aan de bedieningsorganen, het
Controller Manager
toetsenbord enz.
Maak deze instellingen wanneer u Traktor Kontrol X1 van
Traktor Kont-
rol X1
Native Instruments gebruikt.
Toewijzen van de gewenste functies
aan het [NEEDLE SEARCH] vlak
Wanneer u de gewenste functies wilt toewijzen aan het
[NEEDLE SEARCH] vlak, moet u eerst op de [FUNCTION] knop drukken
om [FUNCTION] aan te zetten.
! Er kunnen functies worden toegewezen aan maximaal 5 punten op
het [NEEDLE SEARCH] vlak.
FUNCTION
Function1
Function2
1
Klik op de TRAKTOR [
Open het TRAKTOR instellingenmenu.
(Preferences Button)] knop.
NEEDLE SEARCH
Function3
Function5
Function4
(Preferences Button)] knop.
2
Klik op [Controller Manager].
3
Klik op [Device] onder [Device Setup].
Selecteer [Pioneer. DDJ-T1] van het afrolmenu.
4
Klik op [Add In...] onder [Assignment Table].
Selecteer de toe te wijzen functie van het afrolmenu.
5
Klik op [Learn] onder [Device Mapping].
Zet [Learn] aan.
6
Raak het [NEEDLE SEARCH]-vlak aan.
Raak het punt aan waaraan u de functie wilt toewijzen.
De naam van het aangeraakte punt wordt getoond in het veld rechts van
[Learn] bij [Device Mapping].
! De plaats waaraan de functie wordt toegewezen kan ook
worden geselecteerd door op het vled rechts van [Learn] bij
[Device Mapping] te klikken.
7
Klik nog eens op [Learn].
Zet [Learn] uit.
8
Klik op [Close] rechts onderaan het scherm.
Sluit het TRAKTOR instellingenmenu.
Instellen van de details van de aan
het [NEEDLE SEARCH] vlak toegewezen
functies
 Instellen van de [Mapping Details]
— [Modifier Conditions]: Stelt de bedieningsvoorwaarden in voor de
bij [Add In...] geselecteerde functie.
De bedieningsvoorwaarden worden veranderd met de [Value]
instelling.
— [Type of Controller]: Selecteert [Button], [Fader/Knob], [Encoder],
enz.
Indien toegewezen aan [Function 1] – [Function 5], wordt dit inge-
steld op [Button].
— [Interaction Mode]: Stelt de manier in waarop de functies
van TRAKTOR en de bedieningsorganen met elkaar worden
geassocieerd.
— [Hold]: De functie werkt terwijl de knop wordt ingedrukt.
— [Toggle]: De eigenschappen van de functie worden veranderd met
elke druk op de knop.
 Instellen van de [Button Options]
Afhankelijk van de instellingen bij [Type of Controller] en
[Interaction Mode] is het mogelijk dat er nog verder gedetailleerde
instellingen kunnen worden gemaakt.
Wanneer bijvoorbeeld [Type of Controller] is ingesteld op [Button] en
[Interaction Mode] is ingesteld op [Hold], dan kan de [Invert] instelling
worden gemaakt.
25
Nl

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido