4.0 WERKING
;
Personen die de zelfintrekkende lijnen (SRD's) van Rebel voor het eerst of onregelmatig gebruiken, moeten eerst de
"Veiligheidsinformatie" aan het begin van deze handleiding doornemen voordat ze de zelfintrekkende lijn gebruiken.
4.1
VÓÓR IEDER GEBRUIK: Inspecteer vóór elk gebruik deze valbeveiligingsuitrusting zorgvuldig volgens de instructies
in tabel 3 om u van de deugdelijkheid te verzekeren. Indien inspectie uitwijst dat de uitrusting zich in een onveilige of
defecte toestand bevindt, stel deze dan onmiddellijk buiten gebruik. Markeer deze als „ONBRUIKBAAR" en herstel of
vervang de uitrusting in overeenstemming met de instructies in sectie 6.
4.2
NA EEN VAL: Alle uitrusting die is blootgesteld aan de krachten van een valstop of die beschadigingen vertonen die door
de kracht van een valstop zouden kunnen zijn veroorzaakt zoals beschreven in tabel 3, moeten onmiddellijk buiten gebruik
worden gesteld, gemarkeerd als "ONBRUIKBAAR", en geïnspecteerd en onderhouden zoals beschreven in Delen 5 en 6.
4.3
LICHAAMSONDERSTEUNING: Bij gebruik van zelfintrekkende lijnen van 3M moet een volledig lichaamsharnas worden
gedragen. Voor algemene valbeveiliging maakt u verbinding met de dorsale D-ring. Voor situaties als het beklimmen
van een ladder kan het nuttig zijn om het met de D-ring aan de voorkant van het harnas te verbinden. Raadpleeg de
instructies van de fabrikant van het harnas voor details met betrekking tot het gebruik van de harnasverbindingspunten.
4.4
VERBINDINGEN MAKEN: Wanneer u een haak gebruikt om een verbinding te maken, zorg er dan voor dat deze niet
los kan raken (zie Afbeelding 5). Gebruik geen haken of connectors die niet helemaal sluiten over datgene waarop ze
moeten passen. Gebruik geen musketonhaken zonder vergrendeling. Het bevestigingsoppervlak moet voldoen aan de
vereiste verankeringssterkte, zoals is vermeld in sectie 2.2. Volg de instructies van de fabrikant voor elk onderdeel van
het systeem.
4.5
WERKING: Inspecteer de zelfintrekkende lijn vóór gebruik zoals beschreven in sectie 5. Bevestig de SRD op een volledig
lichaamsharnas zoals hierboven beschreven staat. Verbind de zelfborgende haak aan het uiteinde van de reddingslijn
aan een geschikt verankeringspunt (zie figuur 8). Controleer of de verbindingen compatibel zijn voor wat betreft grootte,
vorm en sterkte. Controleer of de haak volledig gesloten en geborgd is. Eenmaal aangesloten kan de werker vrij bewegen
binnen de aanbevolen werkruimte op normale snelheid.
100% Bevestiging: Met Twin Rebel-SRS's bevestigd op een volledig lichaamsharnas is doorlopende valbescherming
(100% bevestiging) mogelijk bij het klimmen, afdalen en zijwaarts bewegen (zie figuur 8C). Met de lijnkant van een SRD
bevestigd aan een ankerpunt, kan de medewerker naar een nieuwe plaats bewegen, de ongebruikte lijn van de andere
SRD aan een ander ankerpunt bevestigen, en zich dan los maken van het oorspronkelijke ankerpunt. Deze volgorde wordt
dan herhaald totdat de werker zijn bestemming heeft bereikt. Overwegingen bij gebruik van 100% tie-off-toepassingen
met dubbele lijn zijn de volgende:
•
Het verbinden van elke SRD-lijn aan een apart ankerpunt is vereist.
•
Verbind nooit meer dan één persoon aan hetzelfde dubbele-lijnsysteem.
•
Zorg ervoor dat de valstoplijnen niet in elkaar gedraaid of verward raken, omdat ze daardoor mogelijk niet meer
terugtrekken.
•
Zorg dat de valstoplijn niet onder de armen of tussen de benen door loopt tijdens gebruik.
5.0 Inspectie
5.1
INSPECTIEFREQUENTIE: De zelfintrekkende lijn van Rebel moet worden geïnspecteerd met de frequentie die is
gedefinieerd in "Sectie 2.2 - Inspectiefrequentie". De inspectieprocedures zijn beschreven in het "Logboek voor inspectie
en onderhoud" (tabel 3).
;
Extreme werkomstandigheden (ruige omgeving, langdurig gebruik, enz.) kunnen een verhoogde frequentie van
inspecties vereisen.
5.2
ONVEILIGE OF GEBREKKIGE OMSTANDIGHEDEN: Als inspectie een defecte en onveilige werking aan het licht brengt,
stelt u het apparaat onmiddellijk buiten gebruik en zorgt u voor reparatie of vervanging volgens de gebruiksinstructies in
sectie 6.
;
Alleen 3M of partners die hiervoor schriftelijk zijn geautoriseerd, mogen deze apparatuur repareren.
5.3
LEVENSDUUR PRODUCT: De levensduur van de 3M valstopapparaten wordt bepaald door de gebruiksomstandigheden
en onderhoud. Zolang het product bij inspectie aan de criteria voldoet, kan het in gebruik blijven.
76