NL
na het volgen van instructies over veilig productgebruik op een manier dat de mogelijke gevaren begrepen zijn. Kinderen mogen
niet met het product spelen. Kinderen mogen het apparaat niet zonder toezicht reinigen of onderhouden.
Onbedoeld inschakelen van het product vermijden. Zorg er voorafgaand aan het aansluiten van de stekker van de voedingskabel
voor dat de schakelaar uitgeschakeld is en de trekker van het pistool geblokkeerd is in een positie zodat deze niet per ongeluk
kan worden ingedrukt.
Het pistool nooit op mensen of dieren richten.
Het product mag uitsluitend worden gebruikt voor het spuiten van dekmiddelen op waterbasis. Het apparaat niet gebruiken voor
het spuiten van andere materialen dan verf, lak en andere dekmiddelen. Het apparaat niet gebruiken voor het spuiten van plan-
tenbeschermingsmiddelen of schadelijke, giftige of carcinogene stoff en.
Geen materialen spuiten die onbekend gevaar kunnen veroorzaken.
Geen licht ontvlambare materialen spuiten.
Niet reinigen met licht ontvlambare oplosmiddelen.
Geen stoff en spuiten die door deze handleiding verboden worden.
Geen materialen met onbekende samenstelling spuiten.
Vermijd gevaren door gespoten materiaal en controleer de etikettering van de verpakking of informatie van de fabrikant over het
materiaal evenals de vereisten met betrekking tot toepassing van persoonlijke beschermingsmiddelen.
Let op! Hogedrukstralen kunnen ernstig huidletsel veroorzaken. Het lichaam nooit in contact laten komen met de straal.
Beschermende kleding biedt niet voldoende bescherming tegen injectiewonden.
In geval van injectie onder de huid door een hogedrukstraal onmiddellijk een arts raadplegen. De arts moet op de hoogte worden
gebracht van het type ingespoten middel.
Voorafgaand aan ieder gebruik de slang tussen het toestel en het pistool inspecteren. Indien er gebreken worden ontwaard als
barsten, gaten, vervormingen of blaasjes, de slang voorafgaand aan het werk vervangen. Een beschadigde slang nooit repareren
maar altijd in zijn geheel vervangen.
Vermijd contact van de slang met scherpe en/of hete voorwerpen. Geen voorwerpen op de slang plaatsen. De slang niet knakken
of indrukken.
De slang kan tijdens het werk uit zichzelf verplaatsen door de hoge druk. Pas preventiemaatregelen toe om ervoor te zorgen dat
de bewegende slang geen snij- of slaggevaar vormt.
Het dekmiddel dat met het apparaat wordt gespoten moet vrij zijn van verontreinigingen. Zorg ervoor dat het tijdens het werk geen
verontreiniging in het dekmiddel terechtkomt. De spuitslang is voorzien van een fi lter. De slang niet gebruiken zonder fi lter of met
beschadigd fi lter. Verontreiniging die in het apparaat terechtkomt kan leiden tot ernstige schade en lichamelijk letsel.
Niet eten, drinken of roken in de werkomgeving.
Altijd een masker dragen dat de luchtwegen beschermt tegen het inademen van schadelijke dampen.
Zorg voor voldoende ventilatie zodat er geen brandbare dampen concentreren in het werkgebied.
Neem geschikte maatregelen om gevaar door het gespoten middel te voorkomen. Ga te werk aan de hand van de instructies op
de verpakking of afkomstig van de fabrikant van het middel dat wordt gespoten.
Het pistool niet gebruiken zonder gemonteerde afdekking van de spuitkop.
Nooit gereedschap gebruiken indien er beveiligingsonderdelen of afdekkingen beschadigd zijn.
Uitsluitend originele reserveonderdelen gebruiken en alle reparaties laten uitvoeren door een bevoegd reparatiebedrijf.
Voorafgaand aan het verhelpen van problemen met het apparaat en het plegen van onderhoud of wanneer het apparaat niet wordt
gebruikt, altijd de elektriciteit afkoppelen en de druk uit het systeem laten.
Controleer altijd of de nominale netspanning correspondeert met de spanning op het gegevensplaatje van het product.
Het spuitsysteem altijd aansluiten op een geaard stopcontact. Aansluiting op een stopcontact zonder aarddraad kan leiden tot
vonken, die de oorzaak kunnen vormen van brand of een elektrische schok. De elektrische installatie moet uitgerust zijn met een
aardlekschakelaar met een maximale aanspreekstroom van 30mA.
De behuizing van het verfspuitsysteem kan warm worden tijdens werking. Raak deze niet aan voordat zij volledig is afgekoeld.
Het werkende product nooit zonder toezicht achterlaten.
VOORBEREIDING OP DE WERKZAAMHEDEN
LET OP! De montage van de uitrusting mag uitsluitend plaatsvinden wanneer het apparaat niet op de stroom is aangesloten. Trek
de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact!
Pistool aansluiten op het toestel
Let op! Gebruik voor het aansluiten van het pistool op het toestel uitsluitend de meegeleverde slang.
Let op! Gebruik voor het aansluiten van het pistool op het toestel altijd een moersleutel of Engelse sleutel. Geen nijptang gebruiken.
Het ene uiteinde van de slang aansluiting op de uitlaat van het toestel en met een sleutel de draaikoppeling van de slang
vastdraaien op het uitlaatverbindingsstuk van het toestel (II). Het andere uiteinde van de slang aansluiten op het pistool door
de draaikoppeling van de slang vast te draaien op het inlaatverbindingsstuk van het pistool. Gebruik voor het vastdraaien twee
sleutels; houd met de ene sleutel het inlaatverbindingsstuk van het pistool vast en draai met de tweede sleutel de draaikoppeling
van de slang vast (III).
O O R S P R O N K E L I J K E
I N S T R U C T I E S
106