2. Inspekteer de bougie zorgvuldig. Wanneer het isolerend
gedeelte stuk of gebarsten is, moet de bougie worden
vervangen. Een niet al te oude of ingebrande bougie kan
ontkoold worden. Oudere bougies kunnen beter vervangen
worden.
3. Meet de afstand tussen de elektroden met een voelermaatje. De
juiste afstand ligt tussen 0,7 en 0,8 mm. Een te grote afstand
kan met voorzichtig tikken met een kleine hamer worden
nagesteld.
4. Kontroleer de afdichtingsring. Schroef de bougie vervolgens
handvast in de cilinderkop.
5. Een nieuwe bougie moet ongeveer en halve slag met de
bougiesleutel worden aangetrokken om de afdichtingsring op
zijn plaats te persen.
6. Een oude bougie heeft aan een achtste slag voldoende.
VOORZICHTIG:
• Bougies moeten altijd goed worden aangetrokken gebruik dus de
bougiesleutel. Een lostrillende bougie kan te heet worden en de
cilinderkop beschadigen.
ONDERHOUD DE VONKENVANGER
(In Europa en andere landen waar de richtlijn 2006/42/EC
betreffende machines van kracht is, zal dit schoonmaken gedaan
moeten worden door uw officiele dealer voor onderhoud).
Wacht tot de motor en de uitlaat zijn afgekoeld.
Het is in sommige landen verboden, een motormaaier te
gebruiken die niet van een vonkenvanger voorzien is.
Raadpleeg uw Honda dealer en schaf eventueel een
vonkenvanger aan.
1. Demonteer de 3 bouten [1] van de
uitlaatbeschermkap [2] en
verwijder de beschermkap.
2. Demonteer de 2 schroeven [3] van
de vonkenvanger [4] en neem de
vonkenvanger uit de demper.
3. Kontroleer de vonkenvanger en de
uitlaatdemper op koolafzetting.
Verwijder de eventuele afzetting
met een koper- of staalborstel.
4. Vervang de vonkenvanger indien
deze beschadigd is.
5. Monteer de vonkenvanger [4] en
de beschermkap [2].
C19
VEILIGHEID
[1]
[2]
[4]
[3]
[4]
CARBURATEUR AFSTELLEN
VOORZICHTIG:
• Raden wij u aan deze afstelling door uw Honda dealer uit te laten
voeren.
Normaal toerental stationair: 1 700 ± 150 omw./min.
Afgesteld gebruikstoerental: 2 800
SPELING AAN DE
VEILIGHEIDSHENDEL ROTOSTOP
Houd de gele knop [5] ingedrukt en
beweeg de hefboom [6] heen en
weer. De speling [7] mag niet groter
zijn dan 5 en 10 mm.
Nastellen:
1. De stelmoeren [8] met een
sleutel van 10 mm losdraaien.
2. De moeren [8] naar boven of
naar beneden draaien al naar
gelang de situatie.
3. Draai de moeren [8] vast en
kontroleer de speling.
4. De motor buiten starten en de
koppelingshefboom van het mes
inschakelen. Kontroleer of het
mes draait wanneer u de
koppelingshefboom inknijpt en
stopt wanneer u hem loslaat. Is
dit niet het geval al heeft u de
kabelspeling opgenomen, dan
kan er sprake zijn van een
defect. Breng uw machine dus
naar uw Honda dealer voor
inspektie.
C1
C13
VEILIGHEID
+
0
- 100
omw./min.
C17
VEILIGHEID
[5]
[7]
[6]
2
3
1
[8]
[8]
2
3
1
[8]
[8]
9 NL