SMS 190 18.0-EC
■ Gebruik altijd een klem of een armatuur
die is ontworpen om rond materiaal zoals
stangen of buizen juist te ondersteunen.
Stangen tenderen ertoe weg te rollen
terwijl ze worden gezaagd, waardoor het
zaagblad zich ‚vast bijt' en het werkstuk
met uw hand in richting van het zaagblad
trekt.
■ Laat het zaagblad volle snelheid
bereiken voordat u contact maakt met
het werkstuk. Hierdoor wordt het risico
verminderd dat het werkstuk weg wordt
geslingerd.
■ Als het werkstuk of het zaagblad klem
komt te zitten, moet u de verstekzaag
uitschakelen. Wacht totdat alle
bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen en trek de stekker uit het
stopcontact of verwijder het accupack. Ga
vervolgens te werk om het geblokkeerde
materiaal te verwijderen. Het doorgaan
met zagen met een vastgeklemd werkstuk
kan verlies van controle of schade aan de
verstekzaag tot gevolg hebben.
■ Na het afronden van de zaagsnede
moet u de schakelaar loslaten, de
zaagkop beneden houden en wachten
totdat het zaagblad stil staat voordat u
het afgezaagde stuk verwijdert. Het is
gevaarlijk met uw hand bij het draaiende
zaagblad te komen.
Aanvullende
veiligheidswaarschuwingen voor
de verstekzaag
■ Voer geen veranderingen uit aan de
laserapparatuur.
■ Maak waarschuwingen op het
gereedschap nooit onherkenbaar.
■ Ga nooit op het elektrisch gereedschap
staan. Er kan ernstig letsel optreden als
het elektrisch gereedschap kantelt of als
er onbedoeld contact ontstaat met het
zaagblad.
■ Zorg ervoor dat de bescherming naar
behoren werkt en dat hij vrij kan
bewegen. Vergrendel de bescherming
nooit als deze is geopend.
■ Verwijder nooit afgezaagde restjes,
zaagsel, etc. van het zaaggebied terwijl
het gereedschap is ingeschakeld. Beweeg
eerst de gereedschap
neutrale positie en schakel vervolgens het
arm terug naar de
gereedschap uit.
■ Beweeg het zaagblad alleen tegen
het werkstuk als het gereedschap is
ingeschakeld.
Anders kan er schade of
een terugslag ontstaan, als het zaagblad
vast komt te zitten in het werkstuk.
■ Houd de handgrepen droog, schoon
en vrij van olie en smeervet.
olieachtige handgrepen zijn glad waardoor
u de controle kunt verliezen.
■ Gebruik het elektrisch gereedschap
alleen als zich in het werkgebied rondom
het werkstuk geen instelgereedschap,
zaagsel etc. bevindt. Kleine stukken hout
of andere voorwerpen die in contact
komen met het draaiende zaagblad
kunnen de bediener met hoge snelheid
raken.
■ Houd de vloer schoon van zaagsel en
andere materiaalresten. U kunt uitglijden
of struikelen.
■ Klem het te bewerken voorwerp altijd
stevig vast. Zaag geen werkstukken
die te klein zijn om ze vast te klemmen.
Anders is de vrije ruimte tussen uw hand
en het roterende zaagblad te klein.
■ Gebruik het gereedschap alleen voor het
zagen van de onder ‚Beoogd gebruik'
genoemde materialen. Anders kan het
gereedschap overbelast raken.
■ Als het zaagblad vast komt te zitten,
dient u het gereedschap uit te schakelen
en het werkstuk vast te houden totdat
het zaagblad helemaal tot stilstand
is gekomen. Om een terugslag te
voorkomen, mag het werkstuk niet
worden bewogen totdat het gereedschap
helemaal tot stilstand is gekomen.
Corrigeer de oorzaak van de blokkade van
het zaagblad alvorens het gereedschap
opnieuw te starten.
■ Gebruik geen bot, gescheurd, gebogen
of beschadigd zaagblad. Botte of onjuist
ingestelde zaagbladen zorgen voor een
smalle zaagsnede die excessieve wrijving
tot gevolg heeft, waardoor het blad vast
komt te zitten en terug springt.
■ Gebruik altijd zaagbladen met de juiste
grootte en vorm (diamant vs. rond) of
asgaten. Zaagbladen die niet passen
op de hardware van de zaag lopen niet
excentrisch, wat een verlies van controle
tot gevolg heeft.
Vettige,
95