MPC01 Plus
Accusensor aansluiten
Behalve de startaccu kunnen een of twee voedingsaccu's worden aangesloten.
➤ Verbind de aansluitkabel van de accusensor (afb. 1 8, pagina 3) met de accusensor
(afb. 1 5, pagina 3).
➤ Bevestig de accusensor aan de minpool van de accu.
➤ Klem de blauwe kabel van de aansluitkabel van de accusensor (afb. 1 8, pagina 3) aan de
pluspool van de accu (voeding).
➤ Steek de rode kabel met de witte stekkerverbinding in de desbetreffende CI-Bus-aansluiting
van de stuurbox (afb. 4 1 – 6, pagina 5).
Accusensor kalibreren
I
INSTRUCTIE
De accusensor moet nieuw worden gekalibreerd, als
• de accusensor van de accu wordt gescheiden
• de spanningsvoorziening van de accusensor wordt gescheiden
Kalibreer de sensor als volgt op het laadniveau van de aangesloten accu:
➤ sluit een krachtige verbruiker (20 – 30 A) gedurende 3 tot 5 minuten aan op de accu.
➤ Herhaal dit 2 tot 3 keer.
➤ Ontkoppel de verbruiker.
➤ Wacht even zodat de accusensor zichzelf kan kalibreren (accustroom < 100 mA).
I
INSTRUCTIE
De accusensor heeft een rustfase van ongeveer 8 uur nodig om te kalibreren.
Wanneer u de kalibreergegevens van de sensor terug wilt zetten, onderbreekt u de spannings-
voeding van de sensor.
Tankvoelers aansluiten
➤ Sluit de tankvoelers (afb. 1 6, pagina 3) als volgt aan (afb. 4, pagina 5):
– Afvoerwater: Aansluiting 8
– Vers water: Aansluiting 9
NL
Systeem aansluiten en monteren
119