6.2 Metaalverliescorrectie
In vele gebouwen is een grote hoeveelheid
metaal in plafonds en vloeren verwerkt . Dit
metaal kan tot frequentieafhankelijk verlies
van de veldsterkte leiden . Het verlies bedraagt
3 dB / octaaf bij een onderste grensfrequentie
tussen 0,01 Hz en 100 Hz .
De metaalverliescorrectie compenseert
dit door frequenties onder 1 kHz te dempen
en frequenties boven deze waarde tot 3 dB /
octaaf te versterken . De berekening van de
invloed van het metaal op de frequentiecurve
is omslachtig en vereist het gebruik van ge-
specialiseerde apparatuur . Maar u kunt ook
gewoon het lussignaal met een inductieont-
vanger (bijv . LR-202) beluisteren:
Correctie activeren en instellen
WAARSCHUWING Voor het activeren van
de metaalverliescorrectie
moet het apparaat wor-
den geopend . Daarom
mag dit uitsluitend door een gekwalificeerde
vakman worden uitgevoerd . U loopt immers
het risico van een elektrische schok .
1) Trek de netstekker uit het stopcontact .
2) Schroef het deksel los .
3) Om de functie te activeren, steekt u de
jumper J1 in de stand ON . De jumper be-
vindt zich tussen de dunne zekering FU2
en de relais RY1 .
4) Schroef het deksel weer vast .
5) Zet de regelaar METAL LOSS CORRECTION
(11) eerst in op 0 dB .
6) Schakel de versterker in en stel de regelaar
METAL LOSS CORRECTION bij een aankon-
diging in op optimale verstaanbaarheid .
7 Gebruik
De in het hoofdstuk 6 voorgenomen instellin-
gen hoeven niet meer te worden gewijzigd .
Voor het normale gebruik hoeft u de lusver-
sterker alleen nog maar in te schakelen . De
apparaten van een geluidsinstallatie moeten
in de onderstaande volgorde worden inge-
schakeld:
1 . de audioapparaten (signaalbronnen)
2 . de geluidsversterker
3 . de lusversterker
Om de installatie uit te schakelen volgt u de
omgekeerde procedure .
7.1 Beveiligingscircuit
Bij een storing (defect, oververhitting) brandt
de rode led PROT (5) en wordt het signaal
voor de inductielus uitgeschakeld . In dit geval
schakelt u de versterker uit en laat u de sto-
ring door deskundig personeel verhelpen .
Mocht de versterker door een ontoe-
reikende ventilatie of bij een te hoge om-
gevingstemperatuur oververhit zijn, kan hij
na het afkoelen opnieuw in gebruik worden
genomen . Zorg eventueel voor een betere
luchtcirculatie .
Deze gebruiksaanwijzing is door de auteurswet be schermd eigendom van MONACOR
GmbH & Co. KG. Een reproductie – ook gedeeltelijk – voor eigen commerciële doeleinden is verboden.
8 Technische gegevens
Inductielus
Lusstroom: . . . . . . . . 7 A max .
toegelaten piek-
weerstand: . . . . . . . . 0,2 – 2 Ω
max . lusoppervlakte: . 200 m
Aansluiting: . . . . . . . schroefklemmen
Ingangen
Gevoeligheid / impedantie; aansluiting
MIC: . . . . . . . . . . . . . 1,5 mV/10 kΩ;
XLR, gebalanceerd
Fantoomvoeding: . . . 40 V, individueel
inschakelbaar
LINE
XLR: . . . . . . . . . . . 630 mV/10 kΩ;
gebalanceerd
Cinch: . . . . . . . . . . 630 mV/4,7 kΩ,
ongebalanceerd
Frequentiebereik: . . . . 50 – 8000 Hz
Klankregelaars
Lage tonen: . . . . . . . ±10 dB bij 100 Hz
Hoge tonen: . . . . . . . ±10 dB bij 10 kHz
THD: . . . . . . . . . . . . . . < 1 %
Omgevings-
temperatuurbereik: . . . 0 – 40 °C
Voedingsspanning: . . . 230 V/ 50 Hz
Vermogensopname: . . max . 150 VA
Afmetingen
B × H × D: . . . . . . . . . 482 × 88 × 280 mm
2 U
Gewicht: . . . . . . . . . . . 7,6 kg
Wijzigingen voorbehouden .
®
2
INTERNATIONAL
23