3. Gebruik
■
Raadpleeg de handleiding van de afstandsbediening voor informatie over het gebruik ervan.
3.1. Aan- en uitzetten
[AAN]
Druk op de [AAN/UIT] -toets.
Het AAN/UIT-lampje gaat groen branden en
het systeem wordt ingeschakeld.
Wanneer "Oplichten van LED's" op "Nee" is
ingesteld, gaat het AAN/UIT-lampje niet bran-
den.
* Raadpleeg de installatiehandleiding van de
snoerafstandsbediening.
Opmerking:
Zelfs als u direct na het uitzetten van de airconditioner op de AAN/UIT-toets drukt, moet u 3 minuten wachten voordat het apparaat wordt gestart.
Dit is om te voorkomen dat interne onderdelen schade oplopen.
■
Geheugen bedieningsstatus
Bedieningsstand
Vooraf ingestelde temperatuur Vooraf ingestelde temperatuur voordat de apparatuur werd uitgeschakeld
Ventilatorsnelheid
■
Instelbaar bereik vooraf ingestelde temperatuur
Bedieningsstand
Cool/Dry (Koelen/Drogen)
Heat (Verwarmen)
Auto
Fan/Ventilation
(Ventilator/Ventilatie)
*1 Dit is beschikbaar wanneer de binnenunit is aangesloten op een van de specifieke buitenunits.
*2 Functie-instelling moet worden gewijzigd. In de installatiehandleiding wordt beschreven hoe u dit doet.
3.2. Kiezen van de bedieningsstand
Telkens wanneer u op de functietoets [F1]
Fri
drukt, worden de volgende bedrijfsstanden
doorgebladerd.
28.5
Room
Selecteer de gewenste bedrijfsstand.
Cool
Set temp.
Auto
Mode
Temp.
Fan
F1
F2
F3
F4
• Bedieningsstanden die niet beschikbaar
zijn voor de aangesloten buitenunit wor-
den niet weergegeven op het display.
Wat betekent het als het standpictogram knippert
Het standpictogram knippert wanneer andere binnenunits in het zelfde
koelsysteem (aangesloten op dezelfde buitenunit) al werken in een
andere stand. In dat geval, kan de rest van de units in dezelfde groep
alleen in dezelfde stand werken.
Automatisch bedrijf
<Enkele instelling>
■
Uitgaande van een ingestelde temperatuur, begint het koelbedrijf als
de ruimtetemperatuur te hoog is en begint het verwarmingsbedrijf als
de ruimtetemperatuur te laag is.
■
Bij automatisch bedrijf schakelt de airconditioner over naar koelbedrijf
als de ruimtetemperatuur verandert en 15 minuten lang minstens
2,0 °C boven de ingestelde temperatuur blijft. Op dezelfde wijze
schakelt de airconditioner over naar verwarmingsbedrijf als de ruim-
tetemperatuur 15 minuten lang minstens 2,0 °C onder de ingestelde
temperatuur blijft.
Koelen
15 minuten (schakelt van
verwarmen over naar koelen)
15 minuten (schakelt van
koelen over naar verwarmen)
Instelling afstandsbediening
Bedieningsstand voordat de apparatuur werd uitgeschakeld
Ventilatorsnelheid voordat de apparatuur werd uitgeschakeld
Bereik vooraf ingestelde temperatuur
Standaard
19 – 30 ºC
17 – 28 ºC
19 – 28 ºC
Niet instelbaar
Cool
Dry
Auto
Heat
Ingestelde temperatuur +2,0 °C
Ingestelde temperatuur
Ingestelde temperatuur -2,0 °C
[UIT]
Koelen op 14 °C *1 *2
14 – 30 ºC
17 – 28 ºC
17 – 28 ºC
Niet instelbaar
<Dubbele instelling>
Opmerking:
• Afhankelijk van de buitenunit die wordt aangesloten, is het mogelijk
dat deze functie niet instelbaar is.
Als de werkingsmodus is ingesteld op de modus "Auto" (tweevoudig instel-
punt), kunnen twee vooraf ingestelde temperaturen (één elk voor koeling
en verwarming) worden ingesteld. Afhankelijk van de kamertemperatuur,
zal de binnenunit automatisch werken in ofwel de modus "Cool" (Koelen)
Fan
of "Heat" (Verwarm) en de kamertemperatuur binnen het vooraf ingestelde
bereik houden.
Raadpleeg de handleiding van de afstandsbediening voor informatie over
het gebruik.
Druk weer op de [AAN/UIT] -toets.
Het AAN/UIT-lampje gaat uit en het
systeem stopt.
nl
6