De maximale hartslag daalt per jaar met gemiddeld
één punt. Als u tot de risicogroepen behoort, vraag
dan een arts uw maximale hartslag te bepalen.
Om u te helpen met uw training, hebben wij drie
verschillende hartslag niveaus geselecteerd.
•
50 tot 60 % van de maximale hartslag
BEGINNER
Dit niveau is ook geschikt voor mensen die
lijnen, mensen die herstellende zijn van een ziekte
en mensen die lang niet getraind hebben. Drie
trainingen van tenminste een halfuur per week
zijn aan te bevelen. Regelmatig trainen stimuleert
bij een beginner de ademhaling en bloedsomloop
in sterke mate en zorgt al snel voor een merkbaar
resultaat.
•
60 tot 70 % van de
GEMIDDELDE SPORTER
maximale hartslag
Een perfect niveau om de conditie te verbeteren
en op peil te houden. Zelfs een redelijk normale
inspanning - minimaal 3 trainingen van 30
minuten per week – heeft een positief effect
op hart en longen. Om uw conditie verder te
verbeteren kunt u het aantal keren trainen per week
verhogen of de duur van uw training verlengen.
Verhoog echter nooit beide tegelijkertijd!
•
70 tot 80 % van de
GETRAINDE SPORTER
maximale hartslag
Trainen op dit niveau is alleen weggelegd voor wie
écht fit is en wie gewend is aan langdurige conditie
trainingen.
•
De polsmeting kan op 3 manieren gebeuren:
Met de handpolssensoren op de handvaten
A)
met oorclip via kabel (optioneel als attribuut
B)
verkrijgbaar)
met borstgordel (draadloos, telemetrisch),
C)
optioneel borstgordel en ontvangstadapter zijn als
attribuut verkrijgbaar.
Gebruik geen verschillende systemen gelijktijdig.
HARTSLAGMETING MET HANDSENSOREN
C3 meet de hartslag met sensoren die zich in de
handsteunen bevinden en die de hartslag meten
telkens wanneer de gebruiker beide sensoren
tegelijkertijd aanraakt. Voor een betrouwbare
polsmeting dient de huid onafgebroken in contact
te staan met de sensoren en zou deze huid lichtjes
vochtig moeten zijn. Een te droge of te vochtige
huid kan een onjuiste hartslagmeting tot gevolg
hebben. Let op: het actieve gebruik van de spieren
van het bovenlichaam tijdens de oefening kan een
invloed uitoefenen op de meting van de hartslag:
actieve spieren brengen dezelfde elektronische
signalen over als de hartspier. Daarom raden we
H A N D L E I D I N G
een ontspannen houding van de armen aan tijdens
de hartslagmeting.
GEBRUIK OORSENSOR
Steek de stekker van de oorsensor in het contact
1.
van de monitor.
Klem de oorsensor op het doorschijnende deel
2.
van de oorlel.
Hartslagmetingen door de oorsensor kunnen
door verschillende factoren worden beïnvloed.
Daar is vaak eenvoudig wat aan te doen. Soms
is bijvoorbeeld de oorlel te koud, u kunt deze
dan masseren zodat de bloedcirculatie in de
oorlel verbetert. Ook lage spanning van de
monitorbatterijen beïnvloeden de correcte
meting. In dat geval vervangt u de batterijen.
Als de oorsensor op de oorlel door lichamelijke
omstandigheden onregelmatige metingen levert,
kan de sensor ook op de oorschelp of eventueel op
een vingertop worden geplaatst. Verder kunnen
de metingen beïnvloed worden door sterke
bewegingen tijdens de training, en door een sterke
lichtbron. De sensor meet namelijk veranderingen
in de licht doorlaatbaarheid van de oorlel. Meestal
is het dan voldoende om iets anders te gaan
zitten, waardoor de oorsensor in de schaduw
van het hoofd komt. Daarnaast kan de vergrote
bloedcirculatie die voorkomt bij een hartritme
boven de 150 slagen de meting beïnvloeden.
Maak na gebruik de oorsensor altijd schoon, maar
gebruik daarbij nooit oplosmiddelen of bijtende
schoonmaakmiddelen.
HARTSLAG METEN
Hartslag kan telemetrisch worden gemeten. De
monitor heeft een ingebouwde hartslagontvanger
voor de Batavus Pro Check borstband met
ingebouwde telemetrische hartslagzender.
Als u een pacemaker gebruikt, mag u
BELANGRIJK!
de borstband alleen met toestemming van een arts
gebruiken.
Dit is het meest betrouwbare systeem, dat werkt
met een borstband met meerdere elektrodes
waarvan de gemeten waarden draadloos
doorgeseind worden naar de monitor. Als u
een pacemaker gebruikt, mag u de borstband
alleen met toestemming van een arts gebruiken.
Wanneer u uw hartslag tijdens de training op deze
manier wilt controleren, moeten de geribbelde
elektroden aan de binnenzijde van de borstband
vochtig gemaakt worden (water). Plaats de zender
juist onder de borst met de elastische band strak
genoeg om tijdens het trainen de elektroden
contact te laten houden met de huid, maar niet
zo strak dat normaal ademen wordt belemmerd.
De zender geeft de hartslag automatisch door aan
N L
•
B A T AV U S C 3
3 7