Vuil water weggieten.
Sluiting openen.
Reservoir volledig legen.
Vuilwaterreservoir met zuiver water uit-
spoelen.
Sluiting sluiten.
Vuilwaterreservoir voorzichtig op de
verswaterreservoir plaatsen. De met
een pijl aangeduide onderdelen niet be-
schadigen.
Vergrendelingen naar boven zwenken.
Deksel plaatsen en vergrendelen.
Schoonwatertank legen
Vuilwaterreservoir wegnemen (zie pa-
ragraaf "Vuilwaterreservoir wegne-
men").
Afbeelding 6, zie omslagpagina
1 Schoonwaterreservoir
2 Aflaatopening schoonwaterreservoir
3 Deksel schoonwatertank
4 Vulopening verswaterreservoir
Schoonwatertank van het apparaat nemen.
Aflaatopening van het verswaterreser-
voir openen.
Reinigingsvloeistof uitgieten.
Deksel van het schoonwaterreservoir
sluiten.
Schoonwatertank in het apparaat plaat-
sen.
Vervoer
VOORZICHTIG
Verwondings- en beschadigingsgevaar!
Neem bij het transport het gewicht van het
apparaat in acht.
Apparaatschakelaar op „0" stellen.
Ontgrendeling stuur naar boven trek-
ken en vasthouden.
Stuur in verticale positie zwenken.
Ontgrendeling van het stuur loslaten.
Apparaat verschuiven
of
Apparaatschakelaar op „0" stellen.
Ontgrendeling stuur naar boven trek-
ken en vasthouden.
Stuur in horizontale positie zwenken.
Apparaat aan de draaggreep optillen en
dragen.
Bij het transport in voertuigen moet het
apparaat conform de geldige richtlijnen
beveiligd worden tegen verschuiven en
kantelen.
Opslag
VOORZICHTIG
Gevaar voor lichamelijk letsel en beschadi-
ging! Let op het gewicht van het apparaat
bij opslag.
Het apparaat mag alleen binnen worden
opgeborgen.
Onderhoud
GEVAAR
Verwondingsgevaar door onverwacht star-
tend apparaat
Voor alle werkzaamheden aan het appa-
raat, het apparaat uitschakelen en de accu
verwijderen.
LET OP
Beschadigingsgevaar voor het apparaat door
uitlopend water Maak het vuilwater- en het
schoonwaterreservoir leeg voor onderhouds-
werkzaamheden aan het apparaat.
Onderhoudsschema
Na het werk
LET OP
Beschadigingsgevaar. Spuit het apparaat
niet met water schoon en gebruik geen
agressieve reinigingsmiddelen.
Vuilwatertank leegmaken.
Vuilwaterreservoir met zuiver water uit-
spoelen.
Deksel van het vuilwaterreservoir onder
stromend water reinigen.
Reinig de vlotterkleppen met een voch-
tige doek.
Opening met de markering "A" met wa-
ter uitspoelen.
Opening met de markering "C" met
perslucht uitblazen.
Schoonwaterreservoir leegmaken.
Apparaat spoelen: schoonwaterreser-
voir met zuiver water (zonder reini-
gingsmiddel) vullen en apparaat gedu-
rende één minuut met ingeschakelde
borstelbewatering gebruiken.
Schoonwaterreservoir leegmaken.
Apparaat aan de buitenkant met een
vochtige, in mild zeepsop gedrenkte
doek reinigen.
Zuigbalk reinigen, op slijtage controleren
en indien nodig zuiglippen vervangen (zie
"Onderhoudswerkzaamheden").
Zuigslang reinigen.
Borstel reinigen en controleren op slijtage.
Minimale borstellengte: 10 mm.
Accu opladen.
Wekelijks
Filter reinigingsoplossing reinigen (zie
"Onderhoudswerkzaamheden").
Jaarlijks
Voorgeschreven inspectie door electri-
cien laten uitvoeren.
Onderhoudswerkzaamheden
Zuigbalk reinigen
Afbeelding 10, zie omslagpagina
1 Houder zuigbalk
2 Zuigbalk
3 Zuigslang
4 Afdichting
5 Zuiglip
Zuigbalk naar de voorkant van het ap-
paraat zwenken.
Zuigslang van de zuigbalk trekken.
Vergrendelingen 90° tegen de klok in
draaien.
3
-
NL
Houder optillen en zuigbalk eraf trekken
(let erop dat u de afdichting niet verliest).
Zuigbalk en zuiglippen met water af-
spoelen en vervolgens met een vochti-
ge doek reinigen.
Zuiglippen controleren.
Versleten zuiglippen omkeren of ver-
vangen.
Breng de zuigbalk opnieuw aan op het
apparaat.
Borstel vervangen
Schoonwaterreservoir wegnemen.
Vuilwaterreservoir wegnemen.
Ontgrendeling stuur naar boven trek-
ken en vasthouden.
Stuur in verticale positie zwenken.
Ontgrendeling van het stuur loslaten.
Apparaat naar achteren kantelen.
Borstel eruit trekken.
Nieuwe borstel tot de aanslag op de
meenemer schuiven.
Filter reinigingsoplossing reinigen
De reservoirs voor vers en vuil water
wegnemen.
Filter reinigingsoplossing wegnemen
en met water afspoelen.
Filter opnieuw plaatsen.
De reservoirs voor vers en vuil water
plaatsen.
Vorstbeveiliging
Bij vorstgevaar:
Schoon- en vuilwatertank legen.
Apparaat in een vorstvrije ruimte op-
slaan.
Storingen
GEVAAR
Verwondingsgevaar door onverwacht star-
tend apparaat
Voor alle werkzaamheden aan het appa-
raat, het apparaat uitschakelen en de accu
verwijderen.
LET OP
Beschadigingsgevaar voor het apparaat
door uitlopend water Maak het vuilwater-
en het schoonwaterreservoir leeg voor on-
derhoudswerkzaamheden aan het appa-
raat.
Bij storingen die met behulp van deze tabel
niet opgelost kunnen worden de klanten-
dienst raadplegen.
Apparaat start niet
Hoofdschakelaar op stand „1" zetten.
Schakel het apparaat meteen uit en
contacteer de klantenservice als er een
foutmelding op het display verschijn.
Accu correct in het apparaat plaatsen.
Laadtoestand van de accu op het dis-
play aflezen, indien nodig accu opla-
den.
21